Mist 2

Ditmaal hoorden we hese murmelgeluiden, geschrokken greep P mijn mouw.

‘Kom,’fluisterde hij, bezorgd naar de verdikte nevel kijkend.
Met een vinger tegen zijn lippen trok hij me de  berm in.
Verbaasd en bovenal bang liet ik me leiden; voorzichtig tastend traceerde hij  boomwortels en onderhout, dieper het bos in.
Zo goed als ik kon volgde ik hem, ik was niet gewend aan bossen.
P daarentegen bewoog zich soepel over de bulterige bodem. Hijgend volgde ik hem. ‘En de fietsen?’
Hij maakte een wegwerpgebaar. ‘Niet belangrijk.’
Na wat me uren toescheen stopten we. Nu pas zag ik hoe donker het was; door de mist en dichte begroeiing onderscheidden we slechts vaag een paar bomen.
De wereld was nog meer gekrompen en leek een surrealistisch decor voor duistere sprookjes. Naargeestigheid deed me P’s arm stevig vasthoudem. ‘Luister,’fluisterde ik, ‘het is weer zo stil.’ Deze keer gaf hij een bevestigend kneepje terug.
Behoedzaam keken we om ons heen.
Ik rilde. ‘We moeten terug.’
P zei niets
‘Kom nou, dat beest was natuurlijk een verdwaald paard of een kwaaie hond,’ zo hield ik mezelf voor dat er geen echt wild in de Peel zou huizen.
‘Bertje,’zei hij ernstig, ‘het wàs een wolf, geloof me nou. Een gevaarlijk dier, gewond of ziek en het wil wraak nemen.’
Het duizelde me. Dit kon niet bestaan. Hij geloofde in nachtzwarte wouden, weerwolven, hij moest stapelgek zijn, was wellicht zelf gevaarljk. O god wat te doen, ik werd met de minuut banger maar voor ik wat kon bedenken doemde een schim op tussen  de boomstammen die knetterend kraakten met knappende takken, ik gilde en P duwde me dieper de struiken in.
Het ding  snoof hoorbaar en rook onbeschrijfelijk smerig.

Voorgevoel

Er zijn mensen die er in geloven.

Ze zeggen bij een telefoontje: dat is sterk, ik dacht net aan jou
of: gisteravond hadden we het over tante in Canada en kijk, vanmorgen kreeg ik een brief van haar
of: ik voelde dat iemand naar me keek en jawel hoor, tas gestolen
of: is hij failliet? Ik voelde dat er iets was.
En meer van dit.
Stuk voor stuk voorgevoelens die nuchter te verklaren zijn maar dat heeft men niet voorvoeld.☻
Deze dingen raken aan de praat die je hoort bij vreselijke nieuwtjes in de buurt.
Ik zag meteen dat ze niet deugden – ik wist al lang dat er iets niet klopte – je kon het voelen aankomen – enzovoorts.
Mensen met deze voorkennis zijn te beklagen.
Van te voren alle leed zien, ik geef het je te doen.