Kat. Eigenaar.

Sinds kort komt er een vreemde kat achterom, halverwege de avond en ver van de achterdeur waar ik zelf zit. Een mooie glanzende zwartrug met witte bef en voetjes, zo’n beetje de standaardkat.  Geduldig probeer ik hem te lokken met stukjes kaas of wat dan ook.  Het gaat moeizaam, hij is nu zo ver dat hij niet meer wegrent als ik hem roep.
Dit voorzichtige contact schonk hem voldoende eigendomsrecht. Een vermakelijk gevolg hiervan zag ik vanavond.
Hij zat halverwege de stoep; met wiebelende oren hield hij alles in de gaten. Opeens zat hij onbeweeglijk, starend  naar een zwarte kat die onnozel aan kwam kuieren maar stokstijf stil bleef staan bij het zien van ‘mijn’ kat wiens aanblik hem zowat deed bevriezen.
Langzaam, heel langzaam deed hij een paar passen achteruit, nog meer passen, draaide zich traag om met een houding van ‘je denkt toch niet dat ik bang ben‘ en liep, ogenschijnlijk op zijn gemak, naar de poort waar hij de laatste  meter overbrugde met een snelsprong en er onderdoor rende. De zwartrug vloog er achter aan.
Ik genoot.
Een van de betere voorstellingen.