miss-lukt

Dit krijg je wanneer je bruin en rood potlood verwisselt.
Is mij een keer overkomen toen we weg moesten en haast hadden.
Al pratende keek ik maar half in de spiegel (make up moest razendsnel) en haalde lippen- en oogpotlood door elkaar.
Zelf had ik niets in de gaten en trok mijn jas al aan…
Nog steeds ben ik echtgenoot dankbaar dat hij het op tijd zag. Je zou op het feest komen, beschilderd als een zwaar mislukte punk.
Een foto heb ik er niet van, de krabbel zegt genoeg.
==

Herdenking Februaristaking.

Het was de enige algemene politieke staking in Europa tegen de anti-Joodse maatregelen van de nazi’s in bezet gebied, zie    De februaristaking werd herdacht

Daardoor herinnerde ik me een opmerking die ons werd voorgehouden als humor.
We leerden het op school waar het door iemand met smaak werd verteld.
Het was fantastisch zoals de mensen opkwamen voor de arme Joodjes en er ging het verhaal rond dat iemand had gezegd:
‘Het zijn dan wel Joden maar het zijn ònze Joden’
Tja.  Het zal je maar gezegd worden, ik heb het altijd denigrerend gevonden.
We moesten het zien als een soort liefhebbende grap en hoewel ik makkelijk lach om allerlei, vind ik dit niks. Het zou anders geweest zijn wanneer het door een van de Joden zèlf was gezegd.
Of zie ik het te zwaar?
Pa en Moe vonden me overdreven. ‘Het was de tijd, zo werd er toen over die mensen gedacht,’  beweerden ze, ‘zo was het overal.’
Ja, dat wist ik al, ik las al jong over het Joodse volk en over de weerzin die ze overal ontmoetten en de bizarre maatregelen tegen hen,  zo behulpzaam werden ze dus nooit behandeld en toen waren ze plotseling gezien?
Dat wilde er bij mij niet in.
Misschien stelde ik me inderdaad aan en vinden de lezers het wel grappig.
Maar ik kan er nog steeds niet om lachen.
==

tv-programma’s – platgerijmd.

Vanavond de  boeren
morgen de  hoeren

De boerenserie is bijna afgelopen, straks de bijna laatste aflevering. Sympathiek is het allemaal niet, de situatie en voorwaarden brengen het wantrouwen teweeg dat onaangenaam overkomt maar de serie ook echt maken.
Je ziet dat een paar van hen alles op alles zetten om het einde te halen, ze konkelen, af en toe vallen er  woorden.
Ook het geduld raakt op

Van de prostituees hebben we pas twee delen gezien, ze moeten nog veel meemaken met acht afleveringen voor de boeg.
Het is niet zeker dat ik blijf kijken, ik heb een hekel aan verwikkelingen maar zolang het boeit ga ik door.
Ze zien er heel anders uit dan de dame van het plaatje, ze zal in vroeger tijden best sexy zijn geweest.
De zin bij het raam luidt:
eens halve kous heet nu st. Jan  maar wat er bleef dat af en an…
wat Ik U brom, U keert weerom

Het leukst is, ook morgenavond,  2voor12
Een quizz  zonder opsmuk, gepresenteerd door Astrid Joosten die het heel goed brengt.
Van de antwoorden weet ik er minder dan de helft maar ik leef mee met de kandidaten.
==

Notities.

I was always one step behind

…wij tien stappen, minstens

‘Leed is leed.’
O ja?  verlies huisdier is erg, een kind lijkt me van een andere orde.

ben niet gemakkelijk, ik geef het toe.

WOZ-beschikking, weer hoger aangeslagen

recept rica-rica zoeken – ajvar

boek in dialect moeilijk te lezen

teveel dingen waar ik me druk om maak

hekel aan school, zelfs bij de herinnering gruw ik

en meer en meer en… enzovoorts.
Prullenbak vol, bureau leeg, blocnotes half op, conceptenrij eindeloos, hoofd is hol.
Het wachten is op een serieuze inval. Volgend jaar of zo.
==

Vreemde dieren

Er stond een paard te wachten toen we langs de wei fietsen. Hij wenkte ons en schudde met zijn manen.
We stopten.
– Dag paard, wat is er aan de hand?
– Schele hoofdpijn.
– Wablief?? Heb je daar vaker last van?
Hij draaide zijn hoofd en wees op het gestreepte dek. ‘Was vorig jaar al antiek,’  mopperde hij.
– Vraag een nieuwe voor je verjaardag,  zeiden we.
Hij snoof. -Ik wil een koekje. Twee koekjes.
We troffen het, een onwijs paard. En ontevreden erbij.
We zwaaiden, stapten weer op en reden naar huis.
Daar aangekomen draaide de kat om onze benen, duwde en snorde.
Zijn bakken waren nog niet leeg, we wisten niet wat hij wilde.
Hij wees naar zijn bek.
Grinnikte man: misschien wil hij ook een koekje, twee koekjes.
De kat ging meteen mooizitten, ik zou zweren dat hij knikte.
==

Visite

Het was een gezellige visite.

We aten veel (zit in de familie) en lekker, kwebbelden over van alles (zit nog meer in de familie) en spotten met het een en ander (zit het meest in de familie).
Niet dat we zo’n geweldige familie hebben, maar wanneer je elkaar niet te vaak ontmoet blijf je levendig zoals iedereen weet. Bijna iedereen.
Alleen, het is zo vermoeiend.
Waar ik voorheen uren kon ouwehoeren (excusez le mot) en dan opgeruimd de rest van de dag doorkwam, is het nu een opluchting wanneer een middag is volgekletst en we ieder de eigen weg gaan. ‘Hartstikke leuk, doen we nog een keer, doegdoeg en wel thuis. We bellen nog. Kijk je uit onderweg?

Deur dicht, theewater opzetten, bijkomen met een koppie. Uitrekken in de luie stoel.
En zo ging het.
Tot ik wakker schrok.
Het was donker, de thee nog donkerder en ik gedesoriënteerd.
De lampen brachten licht en besef:  we worden oud.
==

Wormenwinterslaap. Fantasietje

Diep in de grond zat een worm die de slaap niet kon vinden.
Hij was afwisselend koud en warm, vond de juiste houding niet, werd telkens wakker en als hij ribben had gehad waren alle anderen bont en blauw. Nu deinden ze dromerig mee op zijn  gewoel.
Na een paar vervelende vorstvrije maanden vond hij het welletjes en wurmde zich omhoog.
En wat zag hij, nog voordat hij boven kwam? Een onbekend licht dat door de opperste grondlaag schemerde, onwaarschijnlijk wit, beweeglijk en met vreemde geluiden.
Vreemd was ook dat hij er niet doorheen kwam, de grond was te hard. Hij duwde en duwde maar miste de kracht, bovendien raakte hij bijna onderkoeld, hij voelde zich suf worden en liet zich naar beneden zakken.
De eigenwijze.
Het is niet bekend of hij het haalde, de aardkrant meldt hier niets over.
Was hij overdreven nieuwsgierig?  Of een dwarskop?
We komen het nooit te weten want hij liet zich niet meer zien.
Dat heb je met die sluipers, je wordt nooit wijzer van ze, ze zijn allemaal hetzelfde.
==
ps
Geen té realistisch plaatje, ik wil rustig slapen.
==

Nachtleven, laatste versie.

‘Bijna tien uur, zullen we….’
Ze knikt.  ‘Wacht, de koffie nog.’  Kijkt dan op, ‘wat is er man, geen zin?
Hij legt geen spullen klaar,  zijn schouders hangen.
‘Vrouw, ik ben moe, het reizen is me te zwaar al is het virtueel. Laat me rusten…’
Ze kijkt naar hem. Zijn bleekheid doet haar schrikken en ze laat de koffie staan.
Ze kleden zich uit, zij helpend met zijn nachtgoed, pakken elkaars hand.
In trage pas lopen ze de trap op. ‘Zo fijn dat we dit nog kunnen,’ fluistert hij.
Ze antwoordt met een kneepje en brengt hem, zijn vermoeidheid in acht nemend, voorzichtig naar zijn vaste plek in hun bed.
Zelf blijft ze op de rand zitten, ‘dokter bellen?’
‘Nee…  alsjeblieft, weet je nog, de belofte…’
Ze weet het nog, zo spraken ze het af.
Na verloop van tijd  rekt hij zich uit, hij kraakt een beetje.
’Ik moet gaan vrouw.’
Ze houdt hem stevig vast, het helpt niet.

Ze kust  hem zachtjes.
Haar leven staat op zwart.
==

Nachtleven. Versie 2

‘Bijna tien uur, zullen we?’
Ze knikt.  ‘Wacht, de koffie nog.’ Ze heeft het nodig, koffie sterkt en houdt wakker.
Hij legt de spullen klaar, portefeuille met bankpas .
Na de laatste slok kleden ze zich om, elkaar helpend met luchtige jurk en colbert.  Ze pakken elkaars hand.
In gelijke pas stappen ze de gang in. ‘Zo fijn dat we dit nog kunnen,’ fluistert hij.
Ze antwoordt met een kneepje.
In de juiste straat mengen ze zich tussen de kijkers.
Ze kijken rond, hopend op genante sensatie.
En ja.
‘Zie je dat?? Die onderbroek…hihihi.’  ‘Ja zeg, te gek gewoon.’  ‘Ze zal het wel koud hebben in zo’n gatending.’ ‘Och, achter glas…’
‘Die kerels moeten hoge nood hebben…’ ‘Misschien, alleen kijken is ook spannend. Jeetje, wat een hoop jong volk loopt er tussen.’
‘En wij,’ giechelt ze , ‘jammer toch dat we vroeger niets van seks mochten weten.’
Hij fronst. ‘Laten we dit ook maar geheimhouden, voor je het weet zijn we vieze oudjes.’
‘Nou en?’ vraagt ze ondeugend. ‘Dat bord betekent zeker paaldans.’
Na verloop van tijd  rekt hij zich uit, hij kraakt een beetje. ’We moeten gaan.’ ‘Je rug?’  ‘Ja…’
Ze gaapt. ‘Eerlijk gezegd word ik er moe van, weinig variatie in die vrouwen.’
‘Maar we weten nu wat er te koop is. Net echt, hier te lopen met een dikke portemonnee.’
Voorzichtig staan ze rechtop, leggen de portefeuille weg.
Reiken naar de knop.
Het scherm gaat op zwart.
=

Over buren.

Iemand had het over een buurvrouw. Daar ging ik niet op in, buren zijn een heikel onderwerp waarover te makkelijk ruzie kan otstaan. De goede niet te na gesproken want die zijn er ook.
We leerden van mijn moeder ons niets van  kwade buren aan te trekken zolang we niets verkeerds deden.
Daar dacht ik het mijne van.
Dat leek me geen punt voor haar. Vrijstaand huisje, ruimte genoeg, grote gezinnen waardoor de huisvrouwen weinig tijd hadden elkaar te begluren.
Ze lachte me bijna uit. Ik hoorde dat ook vroeger mensen ALTIJD tijd hadden om hun buren te beloeren, te bekritiseren en te bekletsen.  Ja maar, waarover dan?
De was, vertelde zij, was een grote informatiebron. Die hing voor iedereen te kijk.
De hoeveelheid maandverbanden (denk aan uitwasbare badstoffen lapjes), luiers, ondergoed en beddengoed vertelde veel over iemands huisvrouwelijke kwaliteiten en zwangerschappen, al of niet van dochters.  Meestal gefluisterd.
De mannen waren ook niet mals.
Op fabrieken, in de bouw, op het land, er werd wat afgekletst. Met elkaar en over elkaar, moeder had dan ook een eigen gezegde over roddelen: vrouwen hebben de naam, mannen hebben het gedaan.
Dat herinner ik me nog. Pa kwam vaak met nieuwtjes thuis, ook de smeuïge. Wanneer wij op bed lagen maar het toch hoorden.
‘Weet je dat die-en-die gaat verhuizen? Ze kunnen niet aarden in de buurt.
Hoorde je dat van W, doodziek, waardeloze vrouw.  P. vertelde het.
Moe wilde het nieuws wel horen maar toch ergerde ze zich ’n beetje. ‘Hebben jullie geen andere onderwerpen?
Nieuwtjes over buren zijn dus niets nieuws.
Ik ben blij met de mijne en waardeer ze!
Aan die dingen dacht ik, ik heb tijd genoeg.
===

Nachtleven. Versie 1

‘Bijna tien uur, zullen we?’
Ze knikt.  ‘Bijna, de koffie nog.’ Ze heeft het nodig, koffie sterkt en houdt wakker.
Hij legt de spullen klaar. Infraroodkijker en heupfles met rum.
Na de laatste slok kleden ze zich om, elkaar helpend met  laarzen en dichte jassen, wollen mutsen over de oren.  Ze pakken elkaars hand.
In gelijke pas stappen ze.  ‘Zo fijn dat we dit nog kunnen, fluistert hij.
Ze antwoordt met een kneepje.
Op een goede plek laten ze zich zakken.
Ze kijken het duister in, hopen op gevaarlijk wild.
En ja.
‘Zie je dat?  Best een groot beest,’  huivert ze.
‘Nou! Mooi ook. En daar, kijk daar eens, is dat een ….   jeeee… het is een panter. Die ogen… ‘
‘Ssssst…’
Ze kijken, vergeten de infrarood, talen niet naar de rum.
Na verloop van tijd rekt hij zich uit, hij kraakt een beetje.’We moeten gaan. ‘Je rug?’  ‘Ja…’
Ze gaapt.  ‘We zullen weer lekker slapen’.
Voorzichtig staan ze, leggen kijker en rum weg voor morgen.
Reiken naar de knop.
Het scherm gaat op zwart.
=