Vreemde dieren

Er stond een paard te wachten toen we langs de wei fietsen. Hij wenkte ons en schudde met zijn manen.
We stopten.
– Dag paard, wat is er aan de hand?
– Schele hoofdpijn.
– Wablief?? Heb je daar vaker last van?
Hij draaide zijn hoofd en wees op het gestreepte dek. ‘Was vorig jaar al antiek,’  mopperde hij.
– Vraag een nieuwe voor je verjaardag,  zeiden we.
Hij snoof. -Ik wil een koekje. Twee koekjes.
We troffen het, een onwijs paard. En ontevreden erbij.
We zwaaiden, stapten weer op en reden naar huis.
Daar aangekomen draaide de kat om onze benen, duwde en snorde.
Zijn bakken waren nog niet leeg, we wisten niet wat hij wilde.
Hij wees naar zijn bek.
Grinnikte man: misschien wil hij ook een koekje, twee koekjes.
De kat ging meteen mooizitten, ik zou zweren dat hij knikte.
==