Fietsen is ook vakantie.

Van de week  sprak ik met iemand over vakantie, ze klaagde dat je nu nergens heen kon. Ik raadde fietsen en wandelen aan, ‘nee dat is niks hier.’
Ons dorp stelt inderdaad niet veel voor maar je kunt verderop gaan, er zijn bossen en heide. Brabant heeft genoeg.  Mooi Limburg dichtbij.

Toen man thuis kwam te zitten konden we eindelijk samen fietsen, de bossen in, langs de Maas die nooit verveelt. Tijd in overvleod.
Hij komt hier vandaan en wist de weg maar ook hij stond verbaasd over de vele mooie plekken, vaak vlakbij eigen dorp. Sloeg je aan de rand van het bos een zijweg in, stond je plotseling voor een weitje met twee dikke roodbonten, midden in het kreupelhout tussen bomen en struiken. Zon, blauwe lucht, je kunt het je voorstellen.
Of een spiegelend vennetje waaromheen kleurige bloemen en planten, vogels, ’s winters glad bevroren en des te lieflijker.
Windstille nevengeulen langs de Maas met eendennesten, onverwachte zitbanken langs het water. Boerentheehuizen waarvan de kleinste het fijnste waren.
De eerste maanden hadden we geen tijd om verderop te gaan, te druk met de eigen omgeving. Dat kwam later.
We fietsten tot in Zeeland,  Drenthe, België, Zuid-Limburg en Duitsland.

Het was anders dan vliegen en buitenlanden maar het beviel ons net zo goed of beter.
==
 plaatje is van pixabay.
==