De aart(d)spessimist

Is het zoeken naar leven in de ruimte wel wenselijk?
Stel dat er een planeet gevonden wordt (bijna ondenkbaar maar je weet het nooit)  dan heb ik op voorhand medelijden met de nieuwelingen.
Zolang de mensen zelf nog van alles moeten uitvechten zullen ze alleen maar narigheden brengen.

Ze beginnen met een gemengde delegatie, kleurrijk, van alle gezindten, gewoonten enzovoorts, prediken eenheid terwijl de leden stuk voor stuk een dubbele agenda hebben. Naar aardse gewoonte.
Die groep gaat op expeditie in het nieuwe land om te kijken welk gedeelte het meest winstgevend is. Alle leden dragen vooral de eigen bedoelingen uit,  te weten die van hun president.
Grootheidswaan en wantrouwen reizen mee evenals hebzucht en jaloers racisme en dan de relifreaks nog.
Er ontstaat bedekte onenigheid, daarna bekvechten ze openlijk en tenslotte stationeren diverse aardse landen een defensie-eenheid op de nieuwe planeet en noemen het consulaten, dat maken ze de nieuwelingen wijs.
Het kan niet uitblijven: de ontvangers raken besmet met de menselijk geest en weigeren handel te drijven met de overheersers, ze belazeren elkaar over en weer.
Zo slepen de verhoudingen zich voort.
Met wat goede wil moorden ze elkaar uit en ontploft de planeet.

Gezien deze mogelijkheid is het te hopen dat het, bij eventuele ontdekking, een planeet betreft met een hoog virusgehalte of andere kwaadaardige eigenschappen.  Die waarschuwingssatellieten uitstuurt met teksten als: ‘blijf weg als je leven je lief is’  ‘opzouten’  ‘wij eten mensen’  ‘we hebben geen IC’s’.
==
Vraag: hoe zou een optimist dit zien?
==