
Een groot deel van de dag was het zonnig.
Gister al een beetje.
Ook maakte het de wind draaglijk.
van rotweer.
Geen QR – op terras – in de zon – jasjes open – cappuccino – appeltaart – blije mensen…
… en pinnen mocht ik binnen.
==
Prachtig weer vandaag. Ideaal om wat onkruid weg te halen bij en rondom de poort.
Hoewel, de bovenramen zouden eerder een schoonmaakbeurt verdienen, de koepel is bijna matglas.
Of toch maar met boek en telefoon onderuit hangen? Het is nu zomers, profiteer ervan.
Een eindje lopen is nog fijner, meteen een paar lekkere dingetjes halen.
Kom op, berispte ik mezelf, je bent de twijfelaarster toch niet?
Nee, besloot ik, dat nooit, ik ga NU beginnen.
Flink stond ik op van de stoel om eh, ja, iets te doen, maar wat?
Stofzuigen dan?
Ik huiverde.
Toen nam ik boek, tablet en telefoon en vleide me in de ligstoel in de zon.
Het werd een welbestede middag, lezen en slapen tegelijk. Multitasking.
==
Op de heenweg naar de bibliotheek was het bewolkt en kil, ik trok de rits van mijn jack hoog op.
Nadat ik mijn boeken had verzameld sloeg ik de kraag weer op en stapte naar buiten. Verrast bleef ik staan in de zon die onverwachts was doorgebroken. In een half uurtje was het bijna zomers geworden.
Fantastisch, de rits kon weer los, ik wandelde met plezier verder, naar een miniparkje waar een bankje stond en bomen, weliswaar nog kaal, toch een fijne plek.
Ik zat en keek en voelde genietend de warme stralen op mijn voeten, gras en plantjes zongen, vogeltjes zoemden en een paar bijen groeiden er op los.
Na een poosje werd ik moe, beetje duizelig ook, ik liep naar huis, onderweg bedenkend dat er iets vreemd was aan mijn waarnemingen. Vogeltjes groeien immers, en bijen zingen. Ja toch? Maar er was meer. Zou ik carano hebben? Speelden vreemde verhalen me parten?
Thuis zette ik me op de bank met een paracetamol, mocht ik ziek zijn, zou het zo wel overgaan.
En dat deed het.
Ik werd helder en helderder. Voor de zekerheid even naar buiten en controleerde: alles klopte. Groene planten, fluitende vogels en een zoemende mug. Warmte op mijn gezicht.
Er viel maar één conclusie te trekken:
het was een aprilzonnetjessteek.
==
’s Morgens merk je het voor je je ogen opent, althans, zo lijkt het, dat je het kunt zien in je slaap.
Tegen achten bedenk ik of ik zal gaan voor koffie of nog even blijf soezen.
Maar soezen bij daglicht lukt niet altijd.
Tegen zessen ’s avonds denk ik opnieuw na: gordijnen dicht of de schemer nog even laten.
Prettige vraagstukken zijn dat.
Over schaatsen in/op open water en de TdT die niet doorgaat heb ik geen andere gedachten dan dat het geen haalbare kaart is want te laat in het jaar, de zon heeft teveel kracht. En dat hadden we kunnen voorspellen.
Eén minizorgje is er nog en dat zijn de bestelde boodschappen die morgen worden gebracht. Ik had een paadje vrijgemaakt bij de voordeur, een aardige buurman had er meer van gemaakt maar kon niet alle ijs wegkrijgen van het trottoir, de laag is te dik.
Nu hoop ik maar dat de bezorger veilig bij de voordeur komt.
Ik zie hem al glijden en de krat wegzeilen, inhoud over de stoep en onder auto’s wegrollen, hij kreunen, ik er sukkelig bij staan, gottegot wat een toestand.
Laat ik niet verder denken, dit is niet constructief.
Straks naar een warm bed met een boek, dat is een prettiger vooruitzicht.
Nog een kop thee en een mee naar boven.
Een laatste slok, zoetjesaan in slaap vallen en doorgaan tot de zon opkomt.
==
In de zon, nauwelijks wind.
Jas half open, zonnebril bij de hand, koud maar ‘lekker’ koud, vaag vogelgeluid, halfblauwe lucht.
Het lukte een paar dunne bloemetjes te knippen.
Voor minivaasjes, net genoeg om de winter uit te dagen:
en nu jij! Ik ben benieuwd.
Waarschijnlijk luistert hij niet, dat doet hij nooit als ik wat zeg, ik vraag me af of hij oren heeft.
Of met het klimaat samenwerkt. Wie weet is hij het beu dat lastige aardse hoofd koel te houden en aan pensioen toe.
In dat geval wens ik hem voldoende rust en een royale uitkering toe.
Neem ìk genoegen met de zon.
==
Precies in het laatste strijklicht dat langs de planken scheert bloeit de roos op, je ziet hem de moedeloosheid van zich afschudden en hoort zijn verheerlijkte zuchten: zalige zon..
Zo’n zalige opleving lijkt mij ook wel wat.
Alleen, om voor één zonnestraaltje naast die roos te gaan liggen is me te gortig.
Voor je het weet sta je in het sufferdje:
‘Gisteravond hing onze plaatsgenote Bertjens bijna Naakt_over_de_schutting
teneinde de laatste zonnestraal te vangen. Ze wilde een opleving. Of de film naspelen?
Wie zal het zeggen.
Voor zover bekend heeft ze er niets aan overgehouden maar kreeg in ieder geval aandacht.’
–
Stel je de commotie voor.
Iemand stuurt een foto de wereld in.
Hollywood wordt wakker, Hilversum, de bladen, paparazzi loerend aan voor- en achterdeur, op zijn minst belt MAX voor een passende rol naast, eh, dat weet ik niet zo gauw.
Toch doe ik het niet.
Pa en moe draaien zich om in hun graf.
Buren lachen me uit. (ik kom ze dagelijks tegen)
–
Ik neem genoegen met een foto en schenk een bak koffie in.
Niet dat ik daar van opleef maar het is beter dan dat gehang.
Trouwens, het regent.
==
Nu is het eindelijk zomer
zo sprak de bleke dromer
hij voelde prikkend zonnelicht
op zijn bleke buik gericht.
Hij rees omhoog en rekte lui
schurkte in de stralenbui
bracht zijn bed naar buiten
keek in spiegelruiten
en zag zijn geestverschijning
in schone fantasiebelijning.
Hij ging liggen en genoot
met het lijf en leden bloot
als een kunstig clair-obscur
wentelde om ’t halve uur
tot zijn lichaam was verkleurd.
– Ik voel me heerlijk opgefleurd
sprak de gewezen blekerd
en zei toen, zelfverzekerd,
– Zalig zij de zomer
nu ben ‘k een gouden dromer
=
© Bertie
Deed ik ook.
Ligstoel uit de schuur.
Beetje afstoffen, voetenbankje erbij halen.
Bakje klaarzetten met lees- en zonnebril, huistelefoon en gsm, tabletje, leesboek, krant, cameraatje, notitieblok en pen.
Thee zetten.
Schoenen verwisselen voor slippers.
Vest uit en mouwen oprollen.
Nog even naar de wc.
Nog even alles verschuiven ivm schaduw.
Nieuwe thee zetten.
Buurkat van schoot zetten. (2X)
Mouwen terugrollen voor windvlaag.
Toen was de dag half om.
Maar wat was het lekker, de extra zomerdag.
Je ontspant er zo van.
–