Geprikt: gemaakt.

Simpeler kan het niet, zou je denken: voltooid deelwoord van maken.
Maar ook een synoniem van gekunsteld, overdreven, té, onecht, vals, en meer van dat.
Succes hebben in een carrière, werkkring of  zaken, getapt zijn:  hij heeft het gemaakt!
Voor elkaar gebokst of zich ingelikt: het is hem toch maar gelukt.
De meest voorkomende betekenissen lijken me gecreëerd en gerepareerd.
Kleding, fietsen, huizen,fietsbanden, speelgoed, kleine mankementen aan apparatuur, scharnieren, polders enzovoorts,  slijtage en beschadigingen, bijna alles kan worden gemaakt en vaak ook gerepareerd.
Mocht iemand  meer betekenissen weten,  lees ik het graag.
==