Lezen of dromen

Wat is het verschil?
Kan het niet lezen èn dromen zijn?
Het is me ooit gezegd: jij vlucht in je boeken. Ik ging er niet op in, de spreker was een zogeheten kenner van psychologie.(hij las de weekendbijlage van zijn krant)
Maar het is aardig er over na te denken. En een gesprek te voeren.
Of je daar wijzer van wordt?
Geen idee, het zal me worst wezen.
Ik lees en droom lustig door. Eet er een patatje bij.
==

Nieuws bijhouden


Er zijn zondagen dat je niemand spreekt op een berichtje na. Dat komt goed uit, ik  lees de kranten. Een lange zit maar ik houd ervan.
In het weekend heb  ik een paar papieren uitgaven. Verschillende, leuk om te vergelijken.
Niet alles lees ik. Sommige columnisten zijn niet aan me besteed, de corona-pandemie sla ik voor driekwart over. De meningen lopen te zeer uiteen en als ongeleerde kan ik ze niet beoordelen.
Door de week klik ik op kadaza en zoek De Gelderlander voor het streeknieuws,  bekijk het lokaaltje voor overlijdensadvertenties.  De doden ken ik  zelden maar iemand legt het later  uit: ‘Dat was dat mannetje met die scheve loop, die vrouw met dat knotje…’
Het journaal houd ik bij  voor de gezichten want ik kan de mensen haast niet uit elkaar houden. Op een paar na, de oranjekleurige uit de VS herken je meteen. Frans de boskabouter ook. En Marion Koopmans natuurlijk aan de serieuze wenkbrauwen.
In bed ga ik nog even door met Googlenieuws op tablet of phone tot ik wakker word van een pijnlijk rug of arm, nieuws is niet geschikt om op te liggen.
Zo kom ik een stille zondag tevreden door.

Nu moet ik de puzzels nog invullen en straks de British Bake 0ff zien, de lange zit begint op een marathon te lijken. Als ik maar niet aan de stoel vastgroei.
Stel je voor, zou ik zelf ook in de krant komen.
‘Je weet wel, de vrouw die altijd kranten las’.
==

 

Lezen, ho maar.

Vandaag leesdag.  Inhaaldag, gister kwam er niets van.
Lekker, dacht ik, handenwrijvend leegde ik de keukentafel en spreidde de kranten breeduit. Koffie ernaast.
Net wilde ik beginnen toen ik het boek zag,  het keek me aan. Vooruit dan, nog één hoofdstuk.
Boek uit, koffie koud. Nieuwe gemaakt.
Kranten!
Er viel me iets in.
O ja, A. was jarig, meteen bellen voor ik het vergeet.
Gesprek afgelopen, nieuwe koffie.
Ziezo, nu aan de lees.
Telefoon…..
Enz.
En nu.
De kranten liggen nog op dezelfde plaats, opengevouwen op dezelfde pagina’s en ernaast staat een lege koffiemok met donkere kringen.
Zegt het stel dat net wegging:
‘Lees je de krant altijd zo langzaam? Ik heb hem meestal in een half uurtje uit.’
Ik zei niets, maar…
…. gelukkig ben ik niet gewelddadig.
==

.

Ik leef mee

Er hing een geur sigaren en cognac. Het overviel me bij het lezen over een bruiloft.
Nou weet ik wel dat mijn verbeelding gauw op hol slaat maar dit ging me te ver, ik lag in bed!
Anderzijds vind ik het juist lekker om me in te leven. Zoals er gezwijmeld wordt bij plaatjes van poesjes, hondjes en ander dierlijk liefs zit ik ademloos boven vertellingen met beeldende taal. Ik ben geen filmfan maar stel me voor dat kijkers hetzelfde ervaren.
Soms charme, soms keiharde rotzooi. Ziekte, ellende en dood horen daar ook bij.
Met die laatste onderwerpen is het oppassen, is de sfeer tè indringend dan voel ik me niet lekker en roep mezelf tot de orde: stel je niet aan.
Je kunt nu eenmaal niet alle narigheden uitbannen, ook niet in films en romans. Zelfs veel kinderen lezen en zien liever zieligheden, enge dingen en opwinding.
Met elkaar in tegenspraak is het wel: ontspanning dient levensecht te zijn, op zich al een contrast voor velen.
Maar ja, een ‘gewoon’ leventje is niet veel aan, dat hebben we thuis meestal ook.
==

Obsessie

Spannend woord.
Een thriller waarvan de beschrijving of titel dit aangeeft kan rekenen op op veel belangstelling.
De betekenis is zeer negatief, waarom wil men er dan zo graag  over lezen? Zo fraai is het niet.
Een obsessie is dwangmatig denken, een geestestoestand waarin een persoon bezeten is van een specifiek idee. Een persoon die ergens door geobsedeerd is, kan de gedachten niet uit zijn hoofd zetten, hoewel hij of zij dit meestal wel wil. Het dwangmatig denken leidt vaak tot dwanghandelingen, ook wel compulsies genoemd.

Ik heb er geen ervaring mee, niet in familie en kennissenkring, voor zover ik weet tenminste.
Uiteraard zijn er mensen die alles uit de kast halen om iets te verkrijgen. Een aanbedene, kledingstuk, huis, wie kent ze niet maar dan denk je niet direct aan een stoornis.

Dwanggedachten kreeg ik hoogstens toen ik afkickte van sigaretten. Hetzelfde zag ik bij een exalcoholist die aan niets anders kon denken dan aan zijn jenever, vertelde hij. Het geldt waarschijnlijk voor elke verslaafde van welke middel dan ook.
Dat lijkt misschien op obsessief denken.

Maar beheerst worden door een idee of wens, tegen je wil, die alle andere interesses en gedachten overklast, het moet op zijn minst een onaangename aandoening zijn. Of stoornis, of ziekte, wat is het eigenlijk? Een idee-fixe is ook zoiets of hetzelfde?
Dit alles is voer voor psychologen, verhalen zijn leerzaam op hun eigen manier zij het niet altijd juist.

Nu weet ik natuurlijk wel waarom deze romans populair zijn.
Vooral als het gaat het over lustmoordenaars die achter purperen rokjes aanjagen en, samen met politie en slachtoffers voor nagelbijtende spanning zorgen inclusief verscheurde rokjes die ze in hun jeugd van hun tirannieke moeder moesten dragen op straffe van minachting enzovoorts enzovoorts.
En men zucht van opluchting als hij gepakt wordt dan wel zichzelf doodschiet, verbitterd door meer inzicht over zijn aandoening en daarmee niet verder wil leven. Bijvoorbeeld.
Je oordeelt zo lekker mee, alsof je weer in je eerste Arendsoog zit.


Ik lees ze niet vaak maar af en toe is het best aardig.
Vanmorgen zag ik een boek met een bloedstollende kaft aan mijn neus voorbijgaan. Het zag er aantrekkelijk uit, de gruwelijkheden dropen er van af.
Iemand anders was vlugger.
Waarschijnlijk geobsedeerd door de rode kleur.
==

Uitgelezen

Natuurlijk bedoel ik dit letterlijk.
Na het zoveelste boek heb ik er genoeg van, in ieder geval de eerste tijd. Hoelang die tijd gaat duren weet ik nog niet, misschien een dag, wie weet een jaar.
In de boekenkast zocht ik naar vervanging, hoe dom kun je wezen. Daar vond ik een toneelstuk waarin ik soms blader maar nooit langer dan anderhalve seconde omdat het over de tweede wereldoorlog gaat en ik daar al teveel van las, bovendien is het van Sartre. Aan hem heb ik geen goede herinnering. Toen ik op school eens vroeg wat hij schreef werd er gezegd: dat is te moeilijk voor jullie. Nou ja zeg, een MULO was niet bijzonder maar zo’n antwoord begreep ik nog wel als beledigend.
Hoe breng ik dan nu de tijd door? Dat moet ik nog bedenken. De weekendpuzzels oplossen is een goed begin.
Stoep vegen en wieden, harken, stofzuigen deed ik al, overig tuinwerk wacht op zon.
Ramen lappen is niet nodig, er komt genoeg licht binnen. Winkelen is ook geen optie met al die lekkere dingen, ze liggen er zo opzichtig bij dat je er niet omheen kunt..
Mogelijk komen er nuttige handwerken voorbij, alleen: wat zal ik maken? Mijn geduld reikt zelden verder dan één babysokje of een halve pannenlap.
Lastig hoor.
Er liggen een paar kranten, misschien is koppensnellen een idee. Dat heeft immers niets met lezen te maken.
=

Snellezen

Dat gaat nogal eens fout maar het is te leren.  Google op ‘snellezen’ en je vindt legio hits.
Veel, misschien wel de meeste mensen denken dat ze er goed in zijn.
Iemand vertelde graag dat ze niet alles hoefde te lezen, ze ‘scande’ een tekst en dat voldeed, zei ze. Tja, een eenvoudig stuk, een onderwerp dat je kent, een simpele grap, die voorbeelden zijn inderdaad makkelijk te overzien zonder veel aandacht.
Om het goed onder de knie te krijgen zijn er diverse cursussen/methodes, over de uitkomsten echter is niet iedereen te spreken, ook hierover zijn verschillende onderwerpen te vinden.
Aan weblogreacties hier en daar merk ik het ook.
Dingen worden over het hoofd gezien. Bij een warrige (ik beken...) of te lange tekst is dat begrijpelijk maar het komt ook voor bij  glasheldere logjes.
In de bloggerswereld is het geen grote ramp, maar indertijd bij schriftelijke examens en repetities kon het je lelijk opbreken.
Te snel lezen gaat ver en soms ook nog dubbel fout, dit laatste gebeurt me herhaaldelijk.
Op mijn toetsenboord mist de o het onderste stukje, er staat een  . In de haast zie ik hem aan voor een u. Verkeerd om dus
Hoe onnadenkend kun je zijn.
Of zou mijn leesbril niet meer deugen?

Waar is….

En wéér was er iets kwijt.
Ik miste de kleine koekenpan, een groot mes, een tafelmes en en een koffiemok.
De pan was gauw gevonden, die stond op de gewone plek. Ik had er overheen gekeken.
De koffiemok had ik ook gauw te pakken, stond nog buiten met een dessertbordje (had ik nog niet gemist) en het tafelmes. Samen met een verfrommelde tissue.
Het grote mes echter baarde me zorgen. Ik kon me met geen mogelijkheid herinneren waar ik dat gelaten had.
In gedachten ging ik terug. Sla gesneden en een ui, de gewone dingen, maar hoe ik ook piekerde, er verscheen geen mes.
Vreselijke visioenen kwamen op.
Bewustzijnvernauwing en iemand doodgestoken? Kat geslacht? Waarschijnlijk niet, er waren geen bloedspatten.
Beginnende aftakeling? Heb ik met het mes boodschappen gedaan? En waarom? Heeft iemand het me afgenomen? Dan kon ik elk moment de politie verwachten.
Onder bed verstopt in een vlaag van paranoïa?
Een dievende onverlaat die nu rondsloop om me te vermoorden?
Moe van dit achterlijke denken kreeg ik eindelijk een logische inval: de vaatwasser, er valt wel eens wat tussen de rekken.
Daar lag het mes. Op de bodem.
Pffffffff.
Ik had een ontspannen boek nodig om bij te komen.

Het is niet dat ik een chaoot ben, integendeel, alles heeft een vaste plaats.
Het is gesuf. Lees ik een boek dan vergeet ik de tijd en andere dingen. Waarschijnlijk heb ik een paar hoofdstukken gelezen voordat ik de afwas opruimde.
Ik geef het node toe maar mijn moeder had wel ’n beetje gelijk als ze me een doos zonder deksel noemde.
Maar misschien leer ik nog bij.