Het valt niet mee om dat volgens de voorschriften te doen, van sonnet tot olleke zijn er regels.
Rijmschema’s (aabba voor limericks), lettergrepen (5-7-5 voor haiku’s), bovendien moet het ritme kloppen op een acceptabele manier.
Enzovoorts.
Voor mij te moeilijk, dus maak ik alleen rijmpjes en versjes.
Of een zogenaamd vrije vormgedicht.
Heel handig, je schrijft maar wat en gooit er hier en daar een paar rijmende worden tussen, de betekenis maakt niets uit.
Soms twee keer achter elkaar
te hooi en te gras komt het van pas
van zessen klaar.
Snap je?
Makkelijk zat.
Vroeger had je tenminste nog een hemd om op te lichten
nu heeft een poeet niets om zich op te richten.
Arme dichter.
==