Zomaar een zinnetje

‘Straks moet mijn zoon met de broodkar langs de deuren, de schande… ‘
Tweemaal werd deze zin uitgesproken in een oud boek uit de jaren vijftig, in één hoofdstuk.
Door een vader met een goede baan wiens zoon niet veel deed op school en slechte punten haalde.
En door een man van naam en faam in het inbrekersgilde, zijn zoon lanterfantte in plaats van het vak te leren.
Humor.
boekbook-1835799__340
Waarom onthoud je zoiets nou?
Beter gevraagd: waardoor komt zoiets boven? Ik kan me geen trigger herinneren.
Had ik een vader als bovengenoemd? Nee.
Leek ik op een van de zonen? Eh, nee.
Het is niet van belang, ik vraag het me alleen maar af.
==