Vakantieliefde, heel lang geleden

En wéér is de nacht zwoel en romantisch.
Ik zucht, de liefde verveelt me. Deze althans.
‘Zullen we,’ begin ik ‘het strand links laten liggen en meteen doorlopen naar de patatkraam?’
Loensend kijkt hij me aan. Aarzelt.
‘Zeg het maar,’  nood ik.
‘Jaaa, eigenlijk deed ik dat ook  het liefst.’ Verontschuldigend klinkt zijn stem. ‘Maar…’
‘Maar wat?’
‘Het klinkt zo, eh, zo harteloos. Je bent nog steeds een schatje hoor.’
Zoekend naar woorden denk ik na.
Vraag:  ‘Als we alleen samen eten,  hebben we dan nog een relatie?’
Nu is het zíjn beurt. ‘Eh, volgens mij niet. Vind je dat erg?’
Opgelucht haal ik adem. Wat is er mooier dan etend een vakantievrijer te dumpen?
‘Kom op,  naar de vettent!’