Zen en de kunst van het overdrijven


Het was me het maaltje wel.
De uien waren zo sterk dat ik tranen te kort kwam.
En dan die geslepen messen, ze sneden mèt het vlees de plank aan repen.
Ook de aardappel was bijzonder, er was voor vier personen stamppot van 1 exemplaar. Hij was dan ook gerooid in Grootebroek.
–Dat doet me denken aan de kleding van een zware mevrouw die we daar kenden; als het buiten koud was school het complete gezin onder haar mantel. Ze had 7 kinderen. Haar man dronk om zijn massieve zorgen te vergeten en maakte meteen kennis met meneer Korsakov die hem een handje hielp. Alleen de zware katers bleven een lastig bijverschijnsel, het gebeurde wel dat hij blies tegen de hond die prompt in katzwijm lag door de kwalijke dampen.–
Maar nu over de maaltijd.
Bij de stamppot aten we nu splinterbraadstuk. Heel lang gesudderd want ongaar eikenvlees kan je maag aantasten, zodanig dat er nieuwe loten in je lijf gaan groeien en hoe moet je die dan weer omspitten.
Daarna pudding van verse karnemelk met rozijnen. Daartoe voerden we eerst de koe licht-beschimmeld gras, zeer aanbevelenswaard, pan eronder en karnemelken maar. De rozijnen waren nogal gewoontjes; eerst wilden we ze laten wellen in de koe maar ze zouden te moeizaam uit de spenen komen.We aten ze daarom simpelweg droog  en  baalden er behoorlijk van, het stro was niet aan te slepen.
Dit was de maaltijd van vandaag.