Uit de 120 woordenserie

Liefde na de dood

Daar ligt hij.
Het lekkere ding dat ik zo graag wilde hebben maar nooit kreeg.
Te tuttig was ik, te braaf. Op afstand genoot ik van rapsongs en scooters maar nam, door onaantrekkelijkheid gedwongen, genoegen met de jongen die de kerkboeken doorgaf.
Een keurige man en saai, zo saai.
Kregel werd ik van hem tot hij gisteravond een hersenbloeding kreeg. Pas vijfendertig. Toch nog een vlotte, dacht ik
Nu kan ik van hem maken wat ik wil.
Minutieus scheer ik zijn haar tot de gewenste stekels, plak een blackeye in zijn nek.
Vervorm zijn wenkbrauwen en teken een pikzwarte gevoelslijn onder zijn ogen.
Ik bekijkt mijn werkstuk en lach, blij.
De ware. Eindelijk.

©Bertie