Fotograferen. Het resultaat valt soms tegen.


Het is best moeilijk. Wat ik opneem zijn meestal beelden die me ineens treffen; grappig, mooi, roerend, opvallend. Dat zijn vaak plaatjes die alleen voor onszelf interessant zijn en het geeft niet dat ze ondeskundig zijn. Als we de situatie maar herkennen.
De rest, tja.
Bijgaande↓ foto’s laten zien hoe moeilijk het is.

De lucht rondom de zonsondergang was in werkelijkheid vuurrood, daarom viel het me op.  Hier echter ziet het er  heel anders uit, ook was het nog niet donker al suggereert de foto dat. Hulpmiddelen maken het er niet beter op.
De hond vooraan keek me zo schattig trouwhartig aan dat ik naar de (ouderwetse) camera greep maar zie het hopeloze resultaat;  hij lijkt niet op de tweede en derde foto waarop hij redelijk realistisch te zien is.

Naturel dan wel artistiek fotograferen, dat moet een extra gen zijn.
Een neef doet het ook, beroepsmatig. Ik kom niet eens in de buurt van zijn foto’s en durf haast niet te denken dat we familie zijn.
Maar ja, klungels moeten er ook zijn, dan vallen de deskundigen des te meer op.

Dag, vriendin


Afscheid moeten nemen van vrienden en goede kennissen is altijd jammer. Ik bedoel niet bij overlijden maar door omstandigheden, verhuizen bijvoorbeeld.
Deze keer ging het om een fijne vriendin met wie ik het al heel lang goed kon vinden. Van jongs af met elkaar omgegaan en zelden een kwaad woord. Nooit, eigenlijk.
En toch, de laatste tijd werden we te close, ik voelde het al zei ze er niets over, integendeel, ze leek het prettig te vinden. Dan moet je oppassen, precies de juiste woorden zoeken want ruziemaken is niet de oplossing.
Na een poosje had ik genoeg van haar hang naar mij en verbrak de vriendschap; met pijn weliswaar maar vertel me, wat moest ik anders? Verhuizen hoefde niet, moeilijk was het wel.
“Ik ben te dik met jou,” zei ik, “of jij met mij maar het is hoe dan ook niet gezond. Vaarwel.”
Betraand streelde ik haar laatste aandenken en gooide het in de prullenbak.
“Dag, Chocoplak, het ga je goed.”

Schoonmaak

_
Van de vloer naar het plafond kijkend dacht ik: zal ik nog één keer grote schoonmaak houden?  Emmers witkalk inslaan, verharde borstels vervangen, liters azijn, boen- en tegelwas inslaan, verfje voor de gangdeur?

Ik ging overstag en deed alvast de aankopen.
Die staan nu klaar.
Te  wachten op mooi lenteweer want voor een grote schoonmaak moeten alle deuren en ramen wijd open. Het is een ernstige zaak, een frisse-lucht-kwestie;  bedden en alle winterkleding  naar buiten enzo.
Veel werk.
Ik bedoel maar.
Dat het lenteweer nog lang moge wegblijven.

Koningsdag


Om eerlijk te zijn,  ook ik zat voor de tv en keek naar Zwolle.
Antimonarchistisch, ja, dat ben ik wel.
Maar weet je, het is een gezinsplaatje dat vertedert; niet WA, niet Max, maar samen met hun dochtertjes ook al zie je de oudste meer en meer groeien naar grootmoeders trekken. Je wilt ze zien,
Ze zijn aantrekkelijker dan een film omdat ze niet volmaakt zijn; gewoon leuke kinderen die echt bestaan en je mag ze bekijken en hun kleding bekritiseren.
Voor de koning is het een super-reclameplaatje dat zijn vermeende plicht ondersteunt, voor zijn vrouw de ultieme vervulling van beloofde dromen.
Daar kan geen republiek tegenop.
Misschien, ooit.  Dan moet er wel beseft worden: enkel brood en spelen volstaan allang niet meer.
Glamour is minstens zo belangrijk

Het belangrijkste boek van het jaar?

 


Ik zou het niet weten, er zijn er zovéél die dat predicaat verdienen maar wie wil meedoen kan   HIER
terecht .

Jammer is dat ik van een paar auteurs teveel interviews en columns heb gelezen waarin ze niet altijd sympathiek overkwamen. Zoiets  laat me niet meer los bij het lezen van hun boeken, onwillekeurig leg ik verbanden met hun uitlatingen of vind ze ongeloofwaardig. Dan bedenk ik dat ze beter anoniem hadden kunnen blijven maar ja, publiciteit is nu eenmaal nodig voor de verkoop dus inkomsten.
Deze denkwijze zegt natuurlijk ook iets over mijn eigen karakter, dat is evenmin iets  om over naar huis te schrijven. Ik word dan ook niet geïnterviewd.☻

Een genre dat eveneens in aanmerking komt zijn m.i. biografieën; het laatste jaar las ik een stapeltje, niet zonder doel.
Er waren en zijn bekende personen die onaangenaam op je overkomen; onterecht of juist gegrond? Dat wilde ik weten, wat ze bezielde, het hoe en waarom van handelen, manier van denken, achtergronden enzovoorts.
Het viel me niet mee; na een kleine stapel haakte ik af en heb voor maar enkelen begrip gekregen.
Van één biografie was de schrijfster (Ine Veen) een vurig bewonderaarster van het onderwerp, Pim Fortuin. Objectiviteit was ver te zoeken, ze wekte met haar gejubel zelfs nog meer antipathie, ongewild, neem ik aan.
Annejet van der Zijl doet het heel wat beter, zij mag, wat mij betreft, boven aan een lijst van auteurs komen.
Nu heb ik geen tijd meer,  er liggen nog een paar boeken te wachten.|

Geen winterse buien


Vanaf de ochtend zat ik  klaar voor een frisse boswandeling, wanten en antisliplaarzen voor het grijpen, wachtend op storm en winterse buien.
Nog geen drup of vlok gezien.Wel veel zon en een aardig briesje, niet slecht maa daar had ik mijn zinnen niet op gezet.
Af en toe beklom ik het dak om wind en buien uit te nodigen. In de verte was een klein winters wolkje waarneembaar,  wapperend wees ik naar onze straat met een overduidelijke ijskoude foto. Het hielp niet, de wolk dreef de verkeerde kant op.
Nu is het te laat;  mocht er alsnog een schlemielig wintertje zich vertonen richt ik de bladblazer en jaag het naar de noordpool. Daar komen ze koude tekort.
Ik hoef niet meer.
Zojuist klopte ik op de barometer; meteen schoot zijn wijzer op naar de g van ‘goed weer’.
Een simpel apparaat weet het beter dan de weerologen.
Wat leren ze eigenlijk op die scholen van tegenwoordig?

Krant naar keuze


Bladerend in het krantenrek bleef ik hangen bij de Telegraaf. En dacht terug aan de jaren ’50. (sorry hoor, de leeftijd...)
We lazen indertijd de Volkskrant,  iemand nam de Typhoon af en toe mee en ik geloof dat er ook een Zaanlander bestond.
Eenmaal verkast naar Oost-Brabant kwam werd de Volkskrant verruild voor De Gelderlander, deze krant kwam toen de VK tamelijk nabij en zo leerden we meteen de regio ’n beetje kennen.
Tot zover de smaak  van mijn ouders.
Maar toen.
Zagen ze, op bezoek zijnde,  bij ons de Telegraaf liggen, blikvangend midden op het salontafeltje.
Tja. Nou.
Ze wilden geen kritiek leveren maar ik wist: als er ìemand was die een hekel had aan dit blad met de schreeuwerige berichtgeving was het wel mijn vader.
‘Is het wat?’ vroeg hij, voorzichtig. ‘Och…’ zei ik.
Hij overwon zichzelf en bladerde wat. ‘Beetje opvallend hè.’
‘Ja, weer eens wat anders,’ deed ik luchtigjes. Benieuwd of hij zou doorlezen.
Maar nee, hij vouwde hem dicht en gaf hem aan  mijn moeder, ‘Vrouw, wil jij nog effe kijken?’
Moe weerde hem kalmpjes af, ‘leg maar neer, Willem’.
Toen stond ik op, rommelde in de stapel bladen en viste De Gelderlander eruit. ‘Alstublieft.’ ‘Wat nou, lezen jullie twéé kranten?’
‘Ja, P. vind de Gelderlander niks en ik de Telegraaf niet.’
Groot was hun opluchting.  Dochter was nog niet helemáál verloren.