Zo schreef mijn moeder.

Een hele berg schrijfwerk liet ze na, dit is een voorbeeldje.

IJdelheid

Oh ijdelheid wie zal uw Gode wezen?
uw naam is vrouw
zo kan men lezen
maar het is een fabel, dat gezegde
n kool, ons door een man gestoofd
en de Clou van die woorden zijn
dat elke vrouw hetzelfde gelooft
maar ik geloof het niet.
Want zo zouden wij ijdel zijn
die beschuldiging niet slikken
en ook niet dansen
op de mannenmaat en
ons leven naar het hunne schikken,
was de ijdelheid in haar gevaren
zij zou zich niet vernederen
voor Adam`s zonen,
maar nu doet zij het wel
in hoge en lage regionen.
De man, het is ‘n vaststaand feit
niet de vrouw, maar u behoort de ijdelheid
en zijt gij aangetast in uw eer,
antwoord dan, en gij hoort van mij
in Dichterstaal, een volgende keer

xxxxx
Vermoedelijk jaren ’60-’70