Weer aanwezig en schrijfklaar.

Maar wat?
Veel zit er niet in mijn hoofd.
Ik bekeek een oude verjaardagskalender  waarvan zoveel namen waren doorgestreept dat ik de nog levenden haast niet meer kon vinden. Op de nieuwe staan er zo weinig dat ik ze met extra grote letters geschreven heb. Van de schoonfamilie bestaat nog maar één zus en een aangetrouwde.  En ik.
Snik.

Toen dacht ik, een broodje haring etende, aan een vroegere buurman. Hij had fuiken staan in een van de sloten achter ons huis. Een tamelijk brede sloot maar toch: modder tot aan je knie, hoe zou zijn vangst gesmaakt hebben? Levend tussen  slikmossels en allerlei onduidelijke viezigheden die bewogen? Getverderrie,  wat een smerige gedachte.

Daarna bekeek ik oude huisfoto’s en vond er een paar lachwekkende. Zoals deze, een pauze-avond tijdens de verbouwing. Eind jaren zeventig.
Ik nam het ervan: voeten omhoog, sigaret, glas wijn, puzzelboek en pen, alles tegelijk en de hond deed mee.  Ik wist niet dat echtgenoot de camera had.
Zelden heb ik iemand zo hard zien lachen, telkens als hij de foto bekeek.
Bij mezelf landde de grap later pas.

Kijk, heb ik toch een logje bij elkaar geschraapt.
==

==