“Hmmm, ik weet toch zeker dat ik hier ergens stemmen hoorde,’ mompelt de mens terwijl hij rondkijkt. Aarzelend zet hij nog een paar stappen, geen weet hebbend van de geweven ingang, en deinst terug. ‘Gàtverdàmme.’ Hij veegt over zijn gezicht, grote flarden omkransen hem, zijn schouders, buik en rug zitten vol. Het is een grote poort.
Met afschuw bekijkt hij de glinsterende draden die plakkerig aan zijn handen en kleren zitten; ‘het lijkt wel een web van honderd spinnen tegelijk’ en de verscholenen houden hun adem in bij zoveel inzicht.
Eindelijk is de mens webvrij en loopt langzaam verder, speurend naar het geluid dat hij hoorde. Hij loopt over het grasveld en lomp in zijn onnozelheid schopt hij alle hardloopbanen in de war. Hij trapt ook de wedstrijdweeftenten plat. Hij herkent niets van de faciliteiten die bij een spinnensportdag horen, zelfs niet het platform van waaraf gebungejumpd en geplatbommetjed werd en het schunnige kraampje van de lustige weeuwen ziet hij slechts als een ragknoedel.
—Ademloos spieden de spinnen vanuit de bomen en bedenken alvast nieuwe afwerende spinsels.–
Hij krijgt het warm, na een rondje over het veld knielt hij neer bij de sportvijver om zijn gezicht te verkoelen. Hij buigt voorover en net als hij water wil opscheppen ziet hij de grote weefdraden die kriskras over en door het oppervlak gespannen zijn. Hij deinst achteruit. Hij kijkt nog eens rond, denkt, fronst. Dan belt hij zijn vrouw.
‘Hi Lies, waar ik nou in beland ben, dit heb je nog nooit gezien. Nee, als ik het verraad kom je niet. Nou vooruit dan. Een grasveldje met overal spinnenwebben. Letterlijk o-v-e-r-a-l. Zelfs een poel hier zit er vol mee. En geen spin te bekennen…wàt, NEE mens, ze zijn NIET roze… hè?… dan niet’. Akelig wijf, mompelt hij er beledigd achteraan.
Hij stopt het mobielttje weg en bekijkt nogmaals de restanten van de spinnen. Wederom ziet hij geen beweging, zelfs geen verdwaald vliegje. Besluiteloos blijft hij staan. Hij hoort het geluid niet meer, waarschijnlijk is er een logische oorzaak.
Deze niet-oplossing is weinig acceptabel en onvoldaan maakt hij nog een rondje. Het maakt hem niets wijzer.
“Het was een rare stem”, prevelt hij voor zich heen, “zoiets als in een oude ruimtefilm.’
Dan blijft hij doodstil staan.
‘UFO. Natuurlijk, een Ufo, dat moet ik Lies vertellen.’ Hij belt en belt maar ze is er niet. ‘Schat’, spreekt hij opgewonden de voicemail in, ‘geloof me nou, ik zit echt niet aan de whisky. Luister, er is een Ufo geland, ik wacht op contact…..’
De spinnen vallen zowat uit hun schuilplaats van het lachen.
–
Morgen laatste deel.
Bertjens.
Proest!
LikeGeliked door 1 persoon
Jij zat zeker bij de spinnen 😉
LikeLike
Ik tussen de spinnen???? Dat overleef ik niet! MAar ik leef wel mee…. op afstand!
LikeGeliked door 1 persoon
😁
LikeLike
Ik zal volgende keer wel twee keer nadenken als ik van die kleefdraden stuk loop.
😯
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, het is bij de wilde spinnen af met die achtpoters😆
LikeLike
😀
LikeLike
*grijns*
LikeGeliked door 1 persoon
Pas op, voor je het weet loop je vast in hun webben😆
LikeLike
O jee… ik hing daarnet nog vast in zo’n plaknet op zolder… 😥
LikeGeliked door 1 persoon
Dat is van huisspinnen, die doen niet aan sportdagen.☺
LikeGeliked door 1 persoon
Oef!
LikeGeliked door 1 persoon
Zal mijn zus dit verhaal maar niet laten lezen, ze gaat uit haar dak en niet van plezier.
Ik koester ze, genietend van hun web.
UFO’s maken mij ook wel nieuwsgierig. Hans
LikeGeliked door 1 persoon
Mij ook, ik ben vreselijk nieuwsgierig.
Houd dit weg van zus’ ogen.😊
LikeLike
jaaah…..toch Spiderman?
LikeGeliked door 1 persoon
Ik denk het niet, zal het straks bekijken 😉
LikeLike