Over schrijven

Een vrouw verliest echtgenoot, hij overlijdt.
Ze leeft verder, verdriet en gemis slinkt.
Dan komt ze hem opeens tegen. Grote consternatie!
Verloren tweelingbroer? Oplichter?  Dubbelganger? Foute erfenis?
Na veel vijven en zessen komt ze er uit.
Tot zover mijn idee voor een verhaal.
Maar dan.
Twijfel komt op, dit  gegeven klinkt té bekend.
De vraag is, heb ik dit zelf bedacht? Of is er iets blijven hangen van alle gelezen romans? Er zijn  zo ontzettend veel familiegeschiedenissen  geschreven dat je het verschil niet meer weet tussen inprenting en eigen vondst.
Maakt het wat uit?
Niet voor alle schrijvers, ik las beschamende teksten van bejubelde namen.
Liever houd ik me aan  de opmerking ‘alles is al geschreven maar nog niet door mij.’
Dat biedt perspectieven:
Een man en een vrouw woonden in een tuin, genaamd Paradijs . Ze heetten Adam en Eva…
===