Positief of negatief, het is maar hoe je het bekijkt. Het is zelden 100% waarheid.
-Steevast als de gesprekken van grote zussen interessant werden was het bedtijd.
-Echtgenoot bezwoer dat zijn moeder lekkerder snert kookte dan ieder ander.
-Grote broer moest altijd mij hebben als hij in een pestbui was, ik zweer het.
-Ik zat in de interessantste brugklas, vergeleken bij andermans verhalen.
-Met koude voeten rond de kachel was altijd knus.
-In de winter rond de kachel was het altijd koud.
-Met kerstmis was er altijd ijs of sneeuw.
-Toen werd er elke avond gekaart en er werden spelletjes gedaan.
-Kat Moortje zat altijd op MIJN schoot.
-Elke winter bevroren de dekens.
-Elke zomer vielen de mussen dood van het dak.
-Toen was het pas écht heet of koud.
En toen, en toen….
Maar wat het meisje op de foto doet (pixabay) deden we echt altijd: met een stok langs hekken ratelen.
==
zussen
Familie
Er rende een schaapje voorbij, vrolijk mekkerend, broertjes en zusjes liepen mee.
Na een tiental meters verscheen moeder schaap. Ze blaatte chagrijnig, die ongehoorzame kinderen ook. Een paar ijverige zussen vergezelden haar.
Na nog meer meters sukkelden enkele oude schapen erachteraan. Ze hijgden zonder stem.
Grootmoeders, grootvaders, buren en oudtantes.
Een wolf bekeek de stoet, likkebaardde, aarzelde en keerde zich af.
‘Ik zou er best een lusten’, zei hij, ‘maar dan krijg je meteen de hele familie op je nek.’
==
To block or not to block.
Eerst de blokken instellen, als dat in orde is ga ik proberen iets van de notities te maken.
Het is een raar idee. Spelen met blokken, daar vond ik als kind al niets aan. Pas toen er lego kwam werd het wat, daar kon je tenminste iets van maken. Alleen jammer dat ik daar te groot voor was, bovendien een meisje, ik kreeg ze dus niet.
Vermoedelijk smiespelden de zussen achter mijn rug: daar heb je háár ook weer.
Nu kan het hier.
Huizen bouwen lukt niet, je kunt ze alleen maar vol letters zetten. Hoewel, schrijven en rijmen is te vergelijken, je bouwt iets op. Tenzij er niets moois uit de toetsen komt , dan wordt het een blok aan je been en dat is zwaar hoor. Onhandig ook, beter aan beide benen een blok te hebben. Voor de balans.
Dan hoef je niet naar de psychiater, wat kan zo iemand je nog vertellen om in evenwicht te komen, misschien de blokken verwijderen?Enfin.
Van deze praatjes wordt niemand wijzer, je krijgt er hoogstens een punthoofd van.
Zie je het plaatje? Magere Hein heeft al een speciale hoed gekocht.
Een puntig hoofd staat hem niet zei hij, maar ik vind dat hij zich beter zorgen kan maken om zijn te dikke zoontje.
Een bevleesd geraamte, dat kan toch niet.
Zo jong al bedorven door deze consumptiemaatschappij, tssss…
Waar moet dat heen.
Ik ben blij dat ik oud ben, een beetje bederf valt niet meer op.
==
ps
Blokken instellen is te moeilijk, het verstoort mijn balans.
–
‘Neem jezelf niet zo serieus.’

Een advies dat je wel eens kreeg in tijden van tienernood. Meestal vermomd als uitlacherij door broers en zussen, gevolgd door de standaarduitdrukking van Moe: voordat je een jongen bent is het over.

Kassieskirrel.
Bedoeld werd een man die langs de huizen ventte met een kist of kastje (kassie) waarin hij koopwaar had. Hij bood garen en ander handwerkmateriaal aan en waarschijnlijk nog veel meer.

Naar mijn zus. ‘Hij moet jou hebben.’
==
Tegenstellingen
‘Mooie kindertijd? Het zou wat, arm waren we en de kleren gingen van broer op broer, ook de sokken met gaten..
.-
Dat vond ik juist leuk, mooie petticoat van de ene zus, roze babydoll …
–
…haast nooit speelgoed, met sinterklaas, een mikadootje of een plastic autootje….
–
een nieuwe pop was er altijd bij, en een boek of legpuzzel…
–
‘…de fietsen waren een ramp. We konden de banden er beter afhalen zo slecht waren ze…
–
…ik kreeg de Gazelle van de andere zus, glimmend gepoetst en een spiksplinternieuwe bel erop…
–
.en… Je lacht me uit! Je gelooft me weer niet hè?
–
Proest. Jij mij wel?
===
Het was een spelletje geworden, de eerste jaren.
Man mocht graag verhalen van zijn superarme jeugd in een Brabants plattelandsdorpje.
Ik overdreef graag met mijn moderne zussen uit Holland.
Flauw spelletje maar toch, we beseften het zelf niet maar hadden ongeweten een manier gevonden om de verschillen uit te leggen en elkaar tegemoet te komen.
Verliefd zijn was zo gek nog niet.
-==
Strandfoto’s wekken herinneringen
Zussen wilden naar het strand. Moe gaf ze een beetje geld mee, broodjes, dunne ranja en als extraatje het jongste zussie.
Haar doel zal tweeledig zijn geweest, een paar zich vervelende tieners tevreden stellen en een kleintje dat ze in toom zou houden.
Ik was het extraatje, werd achterop de fiets gehesen, voelde me niet welkom maar was allang blij dat ik mee mocht. Bovendien waren de zussen best aardig, dat moet gezegd.
Ze bemoeiden zich niet veel met me, druk als ze het hadden met gewapper van handdoeken en wimpers. Ze deden interessant met boeken en de transistor. Troffen bekenden.
Ik zag het aan van een afstandje maar hield me stil, ervaren in die dingen.
Tot ik moest plassen. Zoiets deden we altijd in zee, toiletten waren te duur.
Maar ik wilde ook het zussenfeest niet missen.Dus groef ik een kuiltje en deed daar de plas in. Zand erover.
Oudste zus kreeg het in de gaten: Zeg, ga jij es gauw de zee in, vooruit. Beschaamd rende ik naar het water, handen voor de natte plek.
Nog hoor ik het lachen van de meiden en jongens achter me, niet beseffend dat ze me als een klein kind zagen.
Daar voelde ik me te groot voor.
==
.
Herfstbed
Nee, geen matras van afgevallen bladeren, het is de beginnende kou die ik bedoel. Zodra de zomer ten einde loopt zie ik dit als een voordeel.
Hoe het anderen vergaat weet ik niet maar ik kruip er dagelijks met meer plezier in. Het duurde vrij lang voor ik na de de dood van echtgenoot de draai kon vinden maar het kwam goed.
–
Hoe lager de temperatuur hoe liever ik het heb.
Vannacht ongeveer 5°C, binnenkort vorst aan de grond, misschien al ergens geweest.
Des te beter.
Tot nog toe onder een laken en een dunne deken, straks het dekbed om me er helemaal in te rollen. Bijna een gymnastische onderneming maar dan lig ik zalig.
Het doet me denken aan de tijd dat ik tussen twee grote zussen mocht slapen en, nieuwsgierig luisterend naar verboden verhalen, langzamerhand warmer werd tot ik in slaap viel.
(Dit kwam niet vaak voor, alleen als er logees waren. Zussen vonden het trouwens niet prettig dat ik grote oren had maar dat terzijde-).
De herinnering is al voldoende om het bed extra te waarderen.
Tussen 11 en 12 maak ik me op voor de slaapsessie. Strakgetrokken onderlaken, rekken en gapen, gsm en tablet nakijken, nog één maxigaap en dan de laatste stap.
Naast me ligt leeswerk, huistelefoon, tablet, schrijfspullen. Waarvan ik zelden gebruik maak, mijn ogen vallen te snel dicht. De tv en radio doen het niet, ik kijk en luister toch nooit.
Er stopt een auto in de straat, verderop slaat een portier dicht.
Een buur laat de hond uit.
Iemand praat nog wat, vager en vager.
Ik soes weg.
En ben van de wereld.
-=
PS vergat nog de blik onder het bed😈.
..
De waarheid was dat we het allang wisten…
..dat Sinterklaas niet bestond.
Sterker: ik kan me niet eens herinneren dàt ik ooit in hem geloofde. De keren dat we ’s morgens een mand met cadeautjes vonden lagen achter ons, we dachten er nooit meer aan.
De waarheid kon immers niet verborgen blijven.
Moe die het druk had met boodschappen op de gekste tijden. Haar afwezige blik de laatste dagen. De groten die ook al geheimzinnig deden met hun geknutsel.
De duidelijkste aanwijzing was dat we aldoor de kamer werden uitgestuurd: ‘ga maar buiten spelen.’ Dan begrepen we dat ze met de cadeautjes bezig waren.
Mijn twee jaar oudere broer en ik liepen dagenlang rond met geheimzinnige gezichten; deden alsof we nog geloofden want dat hield de spanning er in. Het werd min of meer van je verwacht omdat er nog een klein broertje rondliep.
We zongen zogenaamd angstig mee terwijl we gisten van wie die zwarte glacé was die door de deuropening met pepernoten gooide. En genoten van de grote zussen die flirtend ‘dank je wel Piet, lieverd’ riepen. (Zij wisten welke buurjongen het was). Een vertoning die erbij hoorde.
De laatste middag vóór pakjesavond was niet door te komen; dan stond in het portaaltje de grote teil of de wasketel klaar, boordevol met pakjes. Een tafelkleed erover om het geheim in stand te houden..
Moe was op de valreep met een paar laatste surprises bezig, tobbend over een zinnig vers.
We stierven bijna van nieuwsgierige zenuwen.
Wat zou er voor ons bij zijn?
En, niet onbelangrijk, zouden we TWEE chocoladeletters krijgen?
Het was elk jaar een van de mooiste en spannendste periodes.
Nooit heb ik me verdrietig of belazerd gevoeld dat Sinterklaas niet bestond.
Integendeel, ik keek met ongeduld uit naar de tijd dat ik zelf mee mocht doen met surprises, grappen en versjes.
Ik zal toch niet de enige geweest zijn?
==
Was buitenspelen echt het ultieme kindergeluk?
Buiten spelen was nogal eens een noodzakelijke oplossing.
Besprekingen van grotemensenzaken werden standaard vooraf gegaan door het bevel: ‘Ga jij es buiten spelen.’ Protesteren hielp niet, je had maar te gaan.
In grote gezinnen was het vrij vaak aan de orde.
– grote broer of zussen werden op het matje geroepen of
– ze kwamen een serieuze aanstaande ten toon stellen
– financiële perikelen/grote aankopen werden besproken
– surprises moesten verpakt en verstopt
– zwangerschappen van zussen werden bijgehouden
– een oom die onfatsoenlijke moppen vertelde mochten we niet aanhoren
En nog veel meer. Onze nieuwsgierigheid was groot en meestal wisten we af te luisteren maar van gezellig buitenspelen was in dat geval geen sprake. Wel van gemopper.
–
Zwembad en speeltuin waren me liever maar die hebben de kinderen van nu ook.
En andersom, wij zouden vroeger waarschijnlijk maar wat graag binnen zijn gebleven als we de mogelijkheid hadden te gamen of filmpjes bekijken.
Een sterk (wat is dat trouwens?) karakter en gezonde mentaliteit krijgt een kind net zo goed thuis, bij familie, op school, eventueel op clubs en sport.
–