Tijd en klusjes.

vervenautumn-2842338__340Terwijl er diep wordt nagedacht door Moos en de overigen houd ik me bezig met andere dingen.
Er ligt een cryptogram, half ingevuld.
Een paar geleende boeken, ongelezen.
Oude boeken, nog steeds niet klaar met uitzoeken.
Spullen op de vliering, die me herhaaldelijk in handen lopen, dan weer  worden teruggezet.
Beetje verstelwerk en naaidoos, ze staan al een week te wachten.
Verfblik en kwasten liggen klaar op de tuintafel en kijken me na als ik in hun buurt kom.
Onbegrijpelijk, zoveel tijd te hebben.
En klusjes laten liggen.
==

Niet te vroeg juichen, hoewel…

zandloperhourglass-3257907__340

… er een paar hoopvolle berichten binnenrollen.
Ik denk dat ik het lek boven heb, hoera hoera en meer van dat.
Nog even geduld.
Niet dat de wereld op me zit te wachten maar ik wel op WP.  Daarom heb ik hem/het/haar  vermanend toegesproken en ernstig aangekeken.
Met wat geluk komt het vandaag nog goed, het ligt er aan of niemand me ophoudt.
Nu maar hopen dat ik het niet weer verknoei.
==

Over buren.

Iemand had het over een buurvrouw. Daar ging ik niet op in, buren zijn een heikel onderwerp waarover te makkelijk ruzie kan otstaan. De goede niet te na gesproken want die zijn er ook.
We leerden van mijn moeder ons niets van  kwade buren aan te trekken zolang we niets verkeerds deden.
Daar dacht ik het mijne van.
Dat leek me geen punt voor haar. Vrijstaand huisje, ruimte genoeg, grote gezinnen waardoor de huisvrouwen weinig tijd hadden elkaar te begluren.
Ze lachte me bijna uit. Ik hoorde dat ook vroeger mensen ALTIJD tijd hadden om hun buren te beloeren, te bekritiseren en te bekletsen.  Ja maar, waarover dan?
De was, vertelde zij, was een grote informatiebron. Die hing voor iedereen te kijk.
De hoeveelheid maandverbanden (denk aan uitwasbare badstoffen lapjes), luiers, ondergoed en beddengoed vertelde veel over iemands huisvrouwelijke kwaliteiten en zwangerschappen, al of niet van dochters.  Meestal gefluisterd.
De mannen waren ook niet mals.
Op fabrieken, in de bouw, op het land, er werd wat afgekletst. Met elkaar en over elkaar, moeder had dan ook een eigen gezegde over roddelen: vrouwen hebben de naam, mannen hebben het gedaan.
Dat herinner ik me nog. Pa kwam vaak met nieuwtjes thuis, ook de smeuïge. Wanneer wij op bed lagen maar het toch hoorden.
‘Weet je dat die-en-die gaat verhuizen? Ze kunnen niet aarden in de buurt.
Hoorde je dat van W, doodziek, waardeloze vrouw.  P. vertelde het.
Moe wilde het nieuws wel horen maar toch ergerde ze zich ’n beetje. ‘Hebben jullie geen andere onderwerpen?
Nieuwtjes over buren zijn dus niets nieuws.
Ik ben blij met de mijne en waardeer ze!
Aan die dingen dacht ik, ik heb tijd genoeg.
===

Stappen

Stappen tellen deed ik als kind overal en als volwassene alleen op de trap, nog steeds.
In dit huis was dan ook het eerste wat me opviel dat er 15 treden waren. In alle andere woningen waren dat er veertien. Ik heb het over rijtjeshuizen, in ons oude Zaanse pandje zullen het er minder zijn geweest. Een lachertje voor echtgenoot. ‘Gaan we op bezoek om het huis te bekijken, ziet zij alleen die ene traptrede.
Maar goed.
Tegenwoordig telt men met een apparaatje, dat is betrouwbaarder.
Zelf heb ik dat niet. Uitentreuren telde ik met eigen brein het aantal passen van de achterpoort naar winkels of naar een bezoekadres.
Uiteindelijk kwam er een redelijk gemiddelde uit,  2800 v.v. naar markt annex bezoek, supermarkten en bank, iets minder naar bibliotheek, iets meer naar andere speciaalzaken en nog meer naar de tandarts.
Tel daarbij de stappen die je zet bij thuiskomst, boodschappen opbergen e.d. en je komt op een respectabel aantal maar nooit aan de gehoopte tienduizend
Daar ga ik ook niet voor, liever bekijk ik de tijd die ik besteed aan bewegen maar wie zal weten wat het beste is.
Hier een uur, daar een middagje, huishouden-wassen-koken, tuin bijhouden, burenbezoek, alles bij elkaar een aardige hoeveelheid.
En daar doe ik het mee.
==

Uitgelezen

Natuurlijk bedoel ik dit letterlijk.
Na het zoveelste boek heb ik er genoeg van, in ieder geval de eerste tijd. Hoelang die tijd gaat duren weet ik nog niet, misschien een dag, wie weet een jaar.
In de boekenkast zocht ik naar vervanging, hoe dom kun je wezen. Daar vond ik een toneelstuk waarin ik soms blader maar nooit langer dan anderhalve seconde omdat het over de tweede wereldoorlog gaat en ik daar al teveel van las, bovendien is het van Sartre. Aan hem heb ik geen goede herinnering. Toen ik op school eens vroeg wat hij schreef werd er gezegd: dat is te moeilijk voor jullie. Nou ja zeg, een MULO was niet bijzonder maar zo’n antwoord begreep ik nog wel als beledigend.
Hoe breng ik dan nu de tijd door? Dat moet ik nog bedenken. De weekendpuzzels oplossen is een goed begin.
Stoep vegen en wieden, harken, stofzuigen deed ik al, overig tuinwerk wacht op zon.
Ramen lappen is niet nodig, er komt genoeg licht binnen. Winkelen is ook geen optie met al die lekkere dingen, ze liggen er zo opzichtig bij dat je er niet omheen kunt..
Mogelijk komen er nuttige handwerken voorbij, alleen: wat zal ik maken? Mijn geduld reikt zelden verder dan één babysokje of een halve pannenlap.
Lastig hoor.
Er liggen een paar kranten, misschien is koppensnellen een idee. Dat heeft immers niets met lezen te maken.
=

Leren schrijven

pausknol.
mand-  schr
Op een vodderig papiertje in een amper leesbaar handschrift met halfgesloten letters. Zoek het maar uit.
Ik moest even denken.
De mand hielp me op weg. Hij staat in de schuur en daar zet ik meestal lentebolletjes in.
Paasknollen dus, ik had het nota bene zelf geschreven.
De krabbels beginnen een probleem te worden.
Al vaker sta ik in winkels te raadselen: wat bedoel ik nou?
En neem me voor beter te leren schrijven. Het helpt maar een paar dagen want daar moet je geduld voor hebben. Dat heb ik niet.
Raar natuurlijk, ik heb tijd in overvloed.
Tja, tijd en geduld zijn niet hetzelfde.
Soms ga ik er voor zitten. Een langere boodchappenlijst voor de supermarkt, aansluitend voor andere winkels. Dat wordt een nette lijst, in ieder geval leesbaar.
De tussendoor-invallen maken het lastig. Pen en papier liggen altijd op tafel, waarom dan het haastige gekras?
Logisch, omdat ik een strijkbout in handen heb, een boek, telefoon, ik moet weg, er zit iemand aan de koffie, de bel gaat, ik lig in bed,  aardappelen koken over, enzovoorts.
En juist dan herinner ik me een boodschap die ik METEEN moet opschrijven anders vergeet ik hem. Daarom.
Ik kan het ook in de GSM schrijven. Dat duurt nog langer.

Uiteindelijk kan ik het gekrabbel netzogoed laten, als ik niet weet wat er staat is het effect hetzelfde als de boodschap vergeten.
Dat vergeet ik dan weer, neem een pen en…

lentezomerherfstwinterlentezomer……

Je verheugen op begroeide bomen, merels, licht (dat vooral), voorjaarsbloemen en plotseling is het voorbij. Alles is groen, de merel is bijna voorzien, tulpen haast uitgebloeid.
Was dit het nou? denk ik paniekerig, wat zonde van die mooie uren. Ik heb de helft gemist. Dat is natuurlijk niet zo, ik had ze bewuster moeten doorbrengen maar dan geniet je niet spontaan.
Het is de voortsnellende tijd.
Voor je je in badpak gehesen hebt is er weer een week voorbij, tel daarbij het klaarzetten van tuinstoelen, vullen van de koelkast met fris en bier, zomerschoenen opvissen, kroppen sla inslaan, en al die zomerdingen en het is plotseling september. Zomaar, terwijl je er geen erg in had.

Nu staan we in de startblokken voor warme maanden.
Het lijkt me wel wat om het bed buiten te zetten en zodoende bewust te genieten van de zonsop- en -ondergang bijvoorbeeld, zodat ik niet onverhoeds overvallen wordt door de herfst.
Mocht ik alsnog de helft missen dan weet ik: niets houdt de tijd tegen.
En laat ik me verrassen door de volgende zomer.