Misschien.
Die rare ritsdroom van gisteravond lijkt me duidelijk: te warm, alles uit om af te koelen. Dan droom je als gevolg van de omstandigheden net als van kou wanneer een voet bloot ligt.
Zoals je weet lopen gebeurtenissen, tijden en mensen in je dromen door elkaar, momenten uit verhalen/films/boeken spelen mee en alle vergeten onderwerpen piepen er doorheen.
Wat anderen misschien ook herkennen is dat bepaalde onderwerpen terugkeren. Soms in periodes, dan weer blijven ze weg. Daarin zie ik mijn geheugen, herinneringen, al of niet verdraaid, verwrongen zelfs. Je denkt te begrijpen dat het een verwerkingsproces is.
Maar af en toe kun je er geen touw aan vast knopen.
– Wanneer ik over mijn geboortehuis van vroeger droom is het altijd, en echt àltijd, een naargeestig gedoe waaruit ik onveranderlijk aangeslagen wakker wordt. Ook over de andere plaats waar we later woonden hangt een nare sfeer.
Waarom? Ik weet het niet. Ik had geen ongelukkige jeugd of school, was niet slechter af dan andere kinderen, hield van mijn ouders, kortom, er waren geen vreselijkheden. Waarom dan? Het enige wat ik kan bedenken dat ik als jongste zus niet alles weet van de jaren vóór mijn bestaan, maar hoe ken je er dan van dromen?
Het is een reden om niet meer te geloven in het idee dat dromen je verlossen van nare herinneringen.
Een zus raadde me aan het suikergehalte te meten, een te lage spiegel kan vervelende bijwerkingen hebben in gedrag dus ook in dromen. Klopte, maar de dromen gingen door. Zielenknijper of neuroloog vond ze ook een optie.
Ik niet, ik zing de dromen wel uit maar ik blijf het onbegrijpelijk vinden.
==
Tag: sfeer
Wakker worden
Vanmorgen was het een vreemd ontwaken.
Waar ik wakker van werd wist ik niet.
Iets beheimds leek het, althans, ik zag en hoorde niets bijzonders.
De sfeer van het vroege halflicht dat grijzig door de gordijnen schemerde? Nee…
Ik stond op, keek om me heen en naar buiten. In de andere slaapkamers en ging naar beneden. Niets was er waar ik de vinger op kon leggen.
De luxaflex ging open, nog viel me niets op dat anders dan anders was.
Liep naar de achterkant en daar zag ik waar het begon.
Daar, in de achtertuin stonden de struiken en bomen stil,
een enkel blaadje wapperde sloom.
Toen wist ik het.
De wind was gaan liggen.
=
Utopia
Te vlug zappend kwam ik op Utopia. Nog vlugger ging ik er voorbij.
Een paar keer heb ik moeite gedaan de serie te volgen, zowel Utopia 1 als Utopia 2.
Dat hield ik niet lang vol.
Wat het is weet ik niet maar ik vond het programma zo deprimerend dat ik er zelf naargeestig van werd.
Ik heb niets tegen het format.
Is het de armoedige uitstraling? Ben ik te verwend met beroepsacteurs?
De sfeer van grauwheid? Of verbeeld ik me dat en keek ik op het verkeerde ogenblik? Van Big Brother herinner ik me dit niet maar die kwamen in een kant-en-klaar huis.
Met wat voor ogen moet je dit bekijken?
Niet met het idee van een echte utopie of komt dat nog? Het staat wel heel ver af van een idealistisch beeld.
Of ben ik simpelweg te oud om dit te kunnen waarderen?
–
Familieoord
—
Het is zo mooi, ons familieoord.
Pa en moe wonen er, schoonmoeder.
Alle broers en zussen van beider families, met wederhelften en kinderen. Ze zijn hier thuis; genieten van de zachtaardige sfeer die in de lucht hangt, van de bomen en bloemen, van de warme zonnestralen en de geur van hoog gras die zelfs in de winter blijft hangen.
We zingen de top twintig; bijen zoemen mee en met gemoedelijke wespen drinken we gezamenlijk uit glazen zoete wijn en eten vegetarische reebouten.
Een man passeert; hij bekijkt onze familiewoonst met duidelijk verlangen. We wenken hem.
Hij komt , kijkt en vertrekt.
Hij gelooft niet in dromen.
–
Gedachten
Dat kan van alle leeftijden en situaties zijn, soms goed, soms minder en ook wel eens ronduit slecht.
Het idee dat vroeger alles beter was verwerp ik maar er waren natuurlijk ook mooie momenten.
Er was een zus die piano speelde, een die gitaarles had en een die het op eigen houtje probeerde maar de zus die zong blijft het meest in de herinnering hangen. Haar stem had iets, iets sweets en was verstaanbaar tegelijk, zelfs oude zeurliedjes van eenzame cowboys en kampvuren verzachtte ze tot een sfeer waarbij het liedje er niet toe deed, alleen haar stem hoorden we.
Maakt niet uit, de herinnering is mooi genoeg om vrede te hebben met de minder mooi dingen.
–
Visvijver ‘De Bus’
Dit is een klein gedeelte van het viswater waar we het ‘gesprek’ voerden met een vogel-in-herfst
Deze foto is van ongeveer 18.15 uur gisteravond, je kunt je misschien voorstellen hoe mooi het hier is op een herfstige namiddag.
Die sfeer…
Geen mens te zien, geen wind, strijklicht. Beetje spooky zelfs.
Dan val je vanzelf stil.
De Verschrikkelijkweinige Sneeuw-man
De sneeuw deed er uren over om slechts een doorschijnend laagje aan te brengen.
Mensen wreven zich in de handen, door de ramen turend, wachtend op een wintersfeer. Sneeuwballengevecht bij maanlicht, ahhh…
Tegen schemertijd echter was de laag nog steeds te min; men berustte en sloot de luiken. Er waren tenslotte ook schaatswedstrijden op de televisie.
Buiten, waar het zo stil was dat de vlokken hoorbaar neerzoefden, verscheen een gedaante. Van straat tot straat liep hij, via het centrum naar alle richtingen en terug maar vond niemand om de weg te vragen. Hij zag er eigenaardig uit in zijn dikke bontjas, het gezicht diep verdoken in de capuchon.
Hij haalde een telefoon tevoorschijn, belde en gromde:
–
En zo gebeurde het dat de mensen opschrikten van rare geluiden, de straat op stoven en een gedaante zagen touwklimmen naar een sneeuwkist met de aanduiding Himalaya-Express.
Ademloos keken ze toe en zwaaiden met zakdoeken. ‘Sfeervol, dat toestel,’ zei iemand.
Allemaal knikten ze.
–