De boom en de mensen

Midden in een picknickplaats, daar stond hij.
Een dikke boom met veel schrijfruimte.
Mensen gebruikten hem als notitieblok en deelden allerlei boodschappen met hem.  Ze sneden hartjes met initialen in zijn bast en een datum met namen, kusjes in rijen, sommetjes en natuurlijk bekende slogans. ‘Tinus was here’ waarop prompt iemand antwoordde: ‘ik ook’ en ‘me too’ hetgeen later werd weggekrast.
De boom vond het gekerf wel lief, hij groeide telkens wat dikker en bood steeds nieuwe ruimte.

Later kwamen er mensen met andere ideeën. Ze hingen briefjes aan zijn takken met wensen en berichten, aan de natuur, aan god en aan niemand. Daarna schoenen. Een nudist hing er zijn kleren op, anderen wierpen hun badpak in de bladeren en vergaten het, hetzelfde gebeurde met versleten speelgoed. Iedereen aapte iedereen na tot de boom eruit zag als een monstrueus kunstobject.
Hij zuchtte onder de zwaarte en toen een toerist begon met slotjes kreunde de boom – ik ben geen brug, dit is niet leuk meer -.boomtree-2127699__340

Hij overleed zachtjes, opgelucht, zijn sterven verborgen onder de rotzooi.
In de herfst merkte men het pas,  de boom stond daar als een naakte aangeklede aap.
Een gemeenteraadslid wilde hem tot beschermd monument benoemen maar net op tijd ontdekte men in een holte de verdonkeremaande lijkjes van een paar huisdieren.
De boom was verworden was tot een maxi vuilnisvat.
Hij werd vervangen door een patatkraam.
==

Versje op leeftijd

Ik zie het niet meer zitten
en staan valt ook niet mee
het liefste blijf ik hangen
alleen voor de teevee
daarbij een vers kroketje
verspoeld in thee of port
dat houdt mijn brein genadig
versuft en ingekort.

Mijn man is weggelopen
hij vond me ‘niets meer an’
begreep niet dat de leeftijd
je parten spelen kan
‘en ik dan’ zei hij ijdel
‘ik ben nog fier van lijf
ik zeur niet over jaren
ik ben nog in bedrijf’

oudemanage-1015484__340
Toen zag ik hem vertrekken
zijn koffer lichtgewicht
de schoenen ruim bemeten
voor voet en teen met jicht
hij zwaaide met zijn stokkie
gelukkig wist hij niet
dat ik in stilte lachte om
zijn mannelijk failliet.

Toch vind ik het best jammer
want weet je wat het is
na zoveel samenjaren
voelt het als gemis
’t is hard om nog te scheiden
ik vrees dat het niet went
en maak me zorgen over
mijn tachtigjaren-vent.
==
© Bertie B.

Tuin

Wat er ook gebeurt in voor- en achtertuintje, kattenkruid en ooievaarsbek groeien altijd en overal en steken op de meest onverwachts plekken hun nek uit. Droogte, wateroverlast, niet één slechtweersoort houdt ze tegen.
De mollige bollen die papavers gaan worden zijn weliswaar indrukwekkend maar in standplaats heel wat bescheidener, ze staan hier al jaren. Hoogstens verspreiden zich een paar nietszeggenden stekken  maar die halen het niet bij de stammoeder.
Over de schoenen kan ik kort zijn:
die groeien niet.
Mijn voeten ook niet.
==

De appel valt…

Champignons, ze zagen er zo mooi uit dat ik een doosje meenam en smakelijk opat.
Al etende dacht ik onwillekeurig: goed dat Moe het niet ziet.
Zij was matig in gebruik van voedsel. Van kleding, drinken, van alles eigenlijk. Ook toen het niet meer nodig was, het zal de gewoonte zijn geweest.
Ik had daar een hekel aan, noemde het bekrompen, zo arm waren we toch niet meer?
Ze verdedigde zich met verstandige woorden. Zuinig, gezond en meer van dat.
Dat raak je nooit kwijt, het zit me ingebakken bij veel aankopen: goed dat Moe het niet ziet.

Toch kon ze best uit de band springen door iets te doen wat niemand deed, althans, niet in de familie.
Een stukje echt bont kopen en op de kraag van haar mantelpak laten zetten.
Een veel te grote hoed dragen vóór het in de mode kwam.
Waardeloze maar sjieke schoenen dragen. In het huishouden….
Af en toe  -echt héééél af en toe vanwege de prijs-  op zaterdag biefstuk eten, ieder een lapje van ca 100 gram.
Een boek kopen. Van die dingen.
En toen hoorde ik haar zeggen:  als mijn vader dit eens wist.
==

 

Nou moe…

.. trekt het zicht wat bij  en was ik van plan vanmiddag weer te beginnen, struikelde ik vanmorgen over een ongelijkliggende tegel in de achtertuin.
Die tegel ligt al  los sinds mensenheugenis maar dat wisten de nieuwe schoenen nog niet. Te goedkoop waarschijnlijk.
Hoe dan ook, ik lag er. Tussen de dahliastekken. Juffertje in het groen alleen ’n beetje  groter.
Nu ben ik gezegend met het rode oog  èn een lastige schouder+arm+knie+een boel chagrijn.
Ik ben ontzettend zielig en heb veel meelij met me.
Tot zover.

Alle inkomende mail lezen lukt niet, beantwoorden nog minder.
We gaan gewoon verder met de lijst van vandaag, ik zie wel hoe ver ik kom voor de visite arriveert.
==

Morgen is het zomer

Zet een teil in tuin of op balkon, in een kring eromheen zittend passen alle voeten erin. Of neem een emmer per persoon.
Zelf houd ik het bij het vijvertje, precies groot genoeg voor mijn schoenen want ik ga natuurlijk niet zonder.  De laatste plantenresten zijn eruit gevist, toch kan er zich altijd een koppige sliert tussen je tenen nestelen.
Dat overkwam je ook in natuurwater reden waarom ik daar nooit meer in durfde. En je had  slijmerige vissen en kikkers, slikmosselen in vieslauwe modder. We zwommen in sloten en plassen, prutpoelen en kanalen, een enkeling dook zelfs de Zaan in (met al die fabrieken, tsss),  later zwom ik alleen nog in de Maas. Dat water stoomde tenminste, vleesetende planten en gevaarlijke snoeken kregen je niet te pakken.
God weet wat de opwarming brengt, koop alvast een beschermend pak, ik voorzie  krokodillen en piranha’s in scholen Rotterdam binnenzwemmen. Meervallen zijn al griezelig genoeg met die snorrebaarden en smaken doen ze niet en…

Sorry. Ik verloor me in watergruwelen.
Het zomerbadje dus.
Lekker met de tenen wiebelen, spatten, magnum in de ene hand, boek in de andere, zacht muziekje erbij of vogels die voor je zingen.
Ik zie het wel zitten.
=

Gestalkt

Gisteren en vandaag.
Door een duif.
Zodra ik me vertoonde hoorde ik dat typische zwiepgeluid waarmee die beesten fladderen.
Hij landde vlak bij me en stapte heen en weer, pikkend naar de grond.
Liep met me mee naar schuur, poort en garage. Waar ik ging zitten rondde   hij de stoel.
Eenmaal schrok ik me wild toen hij zich achter me op de stoelleuning zette en over mijn schouder keek. Was natuurlijk nieuwsgierig naar het leeswerk maar ik stuurde hem weg daar het een boek was over duivenslachterijen met bloederige afbeeldingen en een traumatische duif, huiverhuiver, een duivenasiel, nimby.
Vanmorgen was hij al vroeg aanwezig, hij bewaakte mijn schoenen.
Beetje in elkaar gezakt, futloos, langzaam waggelend. Net toen ik meelij kreeg rekte hij zich uit en was weer fit, het aanstellertje.
Hij at mijn broodkruimels en liep opgewekt achter me aan tot de buitendeur.
ik wist niet wat te doen. Aaien liet hij niet toe, adoptie trok me niet, zijn naam was me onbekend.
Omdat hij geringd was belde ik uiteindelijk iemand die duivenemelkers kende.
Alsof hij het gehoord had: hij vloog op en is weggebleven.
We zwaaiden hem vriendelijk uit, hij was tenslotte mijn persoonlijke stalker.

Maar serieus nu, wat bezielt zo’n beest? Zoekt hij een baasje? Is hij in de war?
Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt, dan ging het om een zieke.
Wie weet zulke dingen?
=

.

trillende dynamiek in tulpenrood

Er liggen wat oude kledingstukken die ik niet kwijt wil, die ga ik rood verven.
Op Internet zoek ik naar textielkleursel.
Er komt een advertentie voorbij met een wervende tekst:

Productbeschrijving textielverf
…het rood is de kleur van liefde, hartstocht en dynamisme. Het barst van energie en zet mensen aan tot actie. Deze glorierijke rode tint doet u denken aan de overweldigende, bloeiende tulpengebieden van Nederland. Heet Tulip Red welkom in uw huis of draag het voor een trillende blik die alle harten sneller zal doen kloppen.

Ik sta paf. Liefde, hartstocht, energie, dat heb ik sinds mijn achttiende niet meer meegemaakt. Dynamische hartstocht, dat was het wel zo’n beetje.
Uiteraard bestel ik dit onmiddellijk, zoiets lieflijks laat ik me niet ontgaan.
Stel je voor dat alle harten trillend kloppen bij de aanblik van mijn tulprode truitje. De laatste keer dat ik iemands kloppend hart zag trillen was de negentigjarige vriend van man’s neef die in het bejaardenhuis woont en ik droeg niet eens een truitje. Het zal de doorkijkbloes van neef  zijn geweest die hem om zeep hielp.
Daar moet ik straks dus mee oppassen, actieve dynamiek wil wel eens teveel zijn voor negentigers.
Maar goed, tulipred dus. Als het mooi wordt verf ik er meteen een paar schoenen bij en mijn haar. Een energieke study in red.
Ik ben benieuwd.
Ik kan niet wachten met verven.
Ik tril van ongeduld.

Zen en de kunst van sukkeligheid

Maakte ik vanmiddag mee.
De nieuwe schoenen zijn nog niet ingelopen. Enkele tenen,  eigenlijk alles, voelden bekneld na een winkelronde. De bibliotheek bood uitkomst.
Aan de koffietafel gezeten was het een verademing ze uit te doen, dat zag toch niemand.
Ik las een stripboek en nog een tot mijn voeten waren bekomen.
Tastend vond ik de schoenen terug en trok ze aan en wat denk je? Niks zere tenen en van alles, het leed was geleden. Opgelucht liep ik op wolken naar fiets en huis. Volmaakt tevreden. Goeie dag geweest.
Vanavond zocht ik m’n sloffen en..
…zag dat ik de schoenen verkeerd om aanhad.

Thuiswinkelen?

Winkelreclame weer ik van de mail, nieuwsbrieven zijn niet welkom.

Ook niet met snailmail; elk wervend tijdschrift voorzie ik van de woorden ‘RETOUR AFZENDER’ en stop het terug in de brievenbus.
Soms sluipt er een blad tussendoor zoals afgelopen week. Een modeblad lag op de oudpapierstapel, natuurlijk nam ik het mee naar de luie stoel om het uitgebreid te bekijken.
Er stond veel in.
Sjonge, dacht ik na wat geblader, die trui en dat stel laarsje zouden precies bij elkaar passen en als ik deze broek erbij neem en het afmaak met dat ene lingerie-setje heb ik iets leuks voor een redelijke prijs.  Eerst verder zoeken.
Het schoenenaanbod was niets bijzonders maar ik ben er gek op (niet zo erg als Imelda). Geïnteresseerd  bekeek ik ze, twijfelend en watertandend tegelijk.  Rekenend,  eerst laarsjes kopen en nog schoenen erbij… hoewel, een reservepaar is nooit weg. Toch maar doen? Waarom eigenlijk niet, zoveel  koop ik niet voor mezelf.  Dus, Bertus?
Koffiepauze om denktijd te nemen.

Inwendig steigerde ik.  Dit is nu precies waarop postorderreclame inspeelt,  te langdurig verleidelijke voorbeelden bekijken en overstag gaan. Dan begrijp je weer waardoor veel mensen zoveel overbodige spullen hebben. Het deed me denken aan de dikke catalogus van Wehkamp, hoe verlekkerd men daarmee op de bank kroop alsof het een goed boek was. Zo werd het door velen beschouwd en letterlijk was het dat ook.

Ik bestelde niets en gooide het blad weer weg.
Noem het Hollandse benauwdheid, Brabantse zeikerigheid of hoe dan ook, ik kon het niet opbrengen iets te kopen wat ik niet nodig had. De broek en trui hoefde ik evenmin, van lingerie heb ik een kast vol. Het voegde niets toe aan sfeer, blijdschap  of geluk.
Het heeft niets met armoe te maken, ook niet met gierigheid, allerminst met potten.
Maar alles met nuchterheid. Ik zou geen andere reden weten.