
Uiteindelijk is die heel wat belangrijker dan de ruimte, het zal de sterren worst wezen hoe Rug in elkaar zit.
Voor mezelf ligt dat anders.
Wanneer ik rechtop sta is bukken lastig.
Lukt het eindelijk, dan moet ik weer recht zien te komen.
=
Iets vers’ of nieuws, daar heb ik zin in.
Vers ei? Voedsel? Echtgenoot? Gedicht?
Nee…
Wat dan wel?
Een andere wereld, zou dat kunnen?
Hm, volgens mij niet. Nieuwe aarde dan?
Het valt te proberen.
Gooi alles en iedereen eraf en wacht tot er iets ontstaat.
Waarschijnlijk hetzelfde als wat we nu hebben, maar we kunnen van te voren toch dingen inzaaien?
Op alle denkbare plekken strooien we zaden van eetbare plantensoorten. Van graan tot kokosnoten en alles daartussenin.
Daarna duiken we de ruimte in, in hyperslaap met de wekker op tien eeuwen en dan een ritje terug, kijken hoe het uitgepakt heeft.
Gunstig? Dat gaan we niet verstoren en blijven weg.
Hetzelfde als heden? Dan gaan we ook weg.
Goed plan maar –
wat heb je er dan aan?
Ehm….
wie weet verdrijft het de verveling, misschien?
===
Is het zoeken naar leven in de ruimte wel wenselijk?
Stel dat er een planeet gevonden wordt (bijna ondenkbaar maar je weet het nooit) dan heb ik op voorhand medelijden met de nieuwelingen.
Zolang de mensen zelf nog van alles moeten uitvechten zullen ze alleen maar narigheden brengen.
–
Ze beginnen met een gemengde delegatie, kleurrijk, van alle gezindten, gewoonten enzovoorts, prediken eenheid terwijl de leden stuk voor stuk een dubbele agenda hebben. Naar aardse gewoonte.
Die groep gaat op expeditie in het nieuwe land om te kijken welk gedeelte het meest winstgevend is. Alle leden dragen vooral de eigen bedoelingen uit, te weten die van hun president.
Grootheidswaan en wantrouwen reizen mee evenals hebzucht en jaloers racisme en dan de relifreaks nog.
Er ontstaat bedekte onenigheid, daarna bekvechten ze openlijk en tenslotte stationeren diverse aardse landen een defensie-eenheid op de nieuwe planeet en noemen het consulaten, dat maken ze de nieuwelingen wijs.
Het kan niet uitblijven: de ontvangers raken besmet met de menselijk geest en weigeren handel te drijven met de overheersers, ze belazeren elkaar over en weer.
Zo slepen de verhoudingen zich voort.
Met wat goede wil moorden ze elkaar uit en ontploft de planeet.
–
Gezien deze mogelijkheid is het te hopen dat het, bij eventuele ontdekking, een planeet betreft met een hoog virusgehalte of andere kwaadaardige eigenschappen. Die waarschuwingssatellieten uitstuurt met teksten als: ‘blijf weg als je leven je lief is’ ‘opzouten’ ‘wij eten mensen’ ‘we hebben geen IC’s’.
==
Vraag: hoe zou een optimist dit zien?
==
Trump oppert de presidentsverkiezingen uit te stellen.
Ik wacht op zijn voorstel ze over te slaan en automatisch het volgende termijn president te blijven.
–
China, VAE, VS sturen raket. Supertrio naar Mars.
Het is te hopen dat er geen voorrangskruisingen zijn in de ruimte.
–
Geestelijke gezondheid in gevaar door constante corona-angst.
Ook dat nog.
Was ik al bang voor griep, loslopende wielrenners, muizen, inbrekers, vampiers…
–
Drukke plekken in Amsterdam en Rotterdam wacht een mondkapjesplicht.
Demonstranten slijpen reeds de messen.
–
Ik mis de boeren op het nieuws.
Op reces?
–
Verder niets als narigheid.
Dat is geen nieuws.
===
Begin jaren 1960 hoorden we de eerste geruchten over verdwaalde mensen in ruimteschepen. Men scheen signalen te hebben opgevangen van vage en wanhopige stemmen, al of niet met veel ruis maar duidelijk verstaanbaar, in de trant van ‘…help me alstublieft help ik ga dood…’ of ‘…haal me terug..’, de een nog ellendiger dan de andere.
Ze spraken Engels maar dat zei natuurlijk niets.
Men ging uit van landen die het niet zo nauw namen met de moraal, die doodleuk mensen de lucht inschoten zonder voldoende kennis van zaken, het zouden trainingen zijn, uitprobeersels, een soort raketje-spelen. Dat mensen stierven deed er niet toe.
We hoorden dat met name een paar oosters landen waaronder China hier debet aan waren.
–
Het werd geloofd door een paar mensen die ik kende. Niet zo gek als je weet dat ruimtevaart volop in de belangstelling stond en er sprake was van de eerste maanvlucht.
Zelf wist ik niet wat ervan te denken.
De sf-romans en verhalen die ik over dit onderwerp verslond waren veel spannender dan de geruchten.
Iemand zei eens: Maak je geen illusies, in het geniep gebeuren zulke dingen overal, in het westen net zo goed.
Tja, ik las natuurlijk ook boeken over geheime diensten en zo, dus het zou wel eens waar kunnen zijn.
Later hoorde je er nooit meer wat van, wie weet is dit een echte ?
==
Het zijn harde tijden, appt een moeder naar haar vriendin. De kinderen zijn me lief maar ik ben ’n beetje moe.
Ik word zo stijf, jammert het meisje van de gesloten sportschool.
Mijn beste klaverjasmaatje is nu ook al dood, zucht opa, zijn verdriet spat van het scherm.
Veel mensen hebben het moeilijk, er zijn overleden familieleden, gemis van ouders en grootouders, baan- en inkomensverlies. Het ongemak van isolatie is groot.
En toch.
Na ongeveer een halfjaar wordt een kentering zichtbaar.
Er treedt gewenning op, langzaam, langzaam.
Kinderen lopen hand in hand, ouders erachteraan, samen, intiem, zonder de behoefte aan buren en groepjes.
Deze trend zet zich voort en breidt uit, meer en meer raakt men gesteld op persoonlijke ruimte, ja, zelfs jongeren krijgen het mee. Ook zij lijken de privacy te waarderen.
In ouderenkringen maakt men grappen en wordt de uitgestoken wandelstok als maat gebruikt: tot hier.
In de bus, winkels, kerken, op campings, in scholen, overal waar regels verzacht worden ziet men dit patroon in alle landen. Mensen leven op in een nieuw bewustzijn en aangepaste banen. Banken jammeren nutteloos.
Men herwaardeert de aarde.
–
De vreselijkste griep die geen kansen meer maakt, wijkt, verschuilt zich in duistere hoeken maar de angst is verdwenen. ‘We kunnen dit aan,’ verzekert men elkaar.
Natuurlijk, het is te verwachten dat er psychologisch geprutteld wordt: we zijn kuddedieren, gaan psychoses krijgen en wat al niet meer.
Mensen luisteren slechts zachtjes en gaan hun eigen gang. Zij en de overheden en zorgverleners en alles en iedereen, ze hebben gewonnen.
Eén vraag blijft:
waar zitten die presidenten toch, je weet wel, Poetje en Erdje.
En waarvoor slaat die oranje Amerikaan zich nou op zijn borst?
==
Ik ben zo moe
vol oeroud zweet
en niemand weet
van het taboe
dat me verbied
te stoppen met
dat schijnballet
zo hypocriet.
.
De ruimte is
een vat vol dwang
je leven lang
bemoeienis
je doet wat moet
en je begroet
de erfenis
van plichtsgevoel.
De ruimte is een dooie boel.
==
…lijkt in mensenogen geen bedacht concept.
Teveel strubbelingen. Altijd in de weer met problemen door het eigen lichaam, wispelturige klimaten, dodelijke planten, dieren die elkaar uitmoorden, dwarsliggende bewoners.
–
Het begin is al duister.
Er knalt een brok materie de ruimte in.
Na veel vijven en zessen weet het zich te vormen tot planeet Aarde en meet zich een mantel aan. Kwalitatief een uitverkoopje gezien de vulkanische gaten en schuivende voering hetgeen rare uitstulpsels oplevert. En veel kale plekken met heet zand als brandblaren.
Dan de rest.
Vaste grond splijt in losse stukken, hier en daar een dammetje ertussen dat later bezwijkt onder een overvloed van water.
Intussen weeft hij zich een huis van groen, bijzonder onnutig verdeeld waardoor de ontstane wezens zich rot sjouwen om niet ten onder te gaan en in arren moede nieuwe ledematen aanmaken.
Uiteindelijk verschijnen er mensen waarin op wonderbaarlijke wijze verstand begint te groeien, net voldoende om zich te weren tegen Aardes hinderlijke eigenschappen. En daar nog steeds mee bezig zijn.
Zo ontwikkelt zich onze planeet.
Ontwikkelt zich aldoor maar wie weet wordt het nog wat.
–
Het lijkt op een toevalstreffer in het heelal. Zomaar in een of andere baan terecht zijn gekomen, geclaimd door de zon en zijn volgelingen.
Graag zou ik willen weten of er een lijn in zit, een plan, en waarom we dat niet mogen weten. Of houdt dat juist in dat er GEEN plan is?
—
De vraag dringt zich op waar die kennis toe leidt; wat is de volgende stap, een nieuwe groep sterren ontdekken en benoemen? En daarna? De ontdekking van nog meer? Door- en doorgaan met zoeken in de hoop een buitenaardse ‘mens’ te vinden? Waar verbergen ze zich trouwens, de gluiperds; op 3rd rock from the sun? Welke zon? Het lijkt zoeken in het wilde weg en misschien is dat ook zo.
De ruimte is onmetelijk en onmeetbaar, we kunnen duizend eeuwen reizen en speuren met als resultaat het vinden van almaar nieuwe lichtpunten. Tot we ruimte☻ tekort komen om ze in kaart te brengen maar nog steeds geen teken van beweging waarnemen.
Want dat ergens in het heelal leven -of een equivalent ervan- bestaat, geloof ik wel; alleen gaat het zoeken ernaar op deze manier erg lang duren
Als leek denk je onwillekeurig aan boeken van iemand als de oude Asimov en andere knappe schrijvers.
Die wisten er tenminste nog een verhaal bij te fantaseren.