Hoe korter de dag hoe minder ik lach
hoe meer ik gaap
en slaap
suffend aan’t lopen de ogen half open
en soms bijna dicht
waardeloos zicht
zo kom ik de donkerte door
leef he-le-maal nergens voor.
Nu lengen de dagen
niets meer te klagen
de wereld is weer te verdragen.
===
Het donker is me een gruwel.
Ik wen er nooit aan.
–
ogen
Prikogen

Bertie.
Van rug naar ogen
Alle piezelepijntjes opnoemen neemt teveel jaren in beslag maar dat internetten met stekende ogen té lastig is wil ik wel doorgeven.
Je begrijpt….
==
Nachtleven. Versie 1
‘Bijna tien uur, zullen we?’
Ze knikt. ‘Bijna, de koffie nog.’ Ze heeft het nodig, koffie sterkt en houdt wakker.
Hij legt de spullen klaar. Infraroodkijker en heupfles met rum.
Na de laatste slok kleden ze zich om, elkaar helpend met laarzen en dichte jassen, wollen mutsen over de oren. Ze pakken elkaars hand.
In gelijke pas stappen ze. ‘Zo fijn dat we dit nog kunnen, fluistert hij.
Ze antwoordt met een kneepje.
Op een goede plek laten ze zich zakken.
Ze kijken het duister in, hopen op gevaarlijk wild.
En ja.
‘Zie je dat? Best een groot beest,’ huivert ze.
‘Nou! Mooi ook. En daar, kijk daar eens, is dat een …. jeeee… het is een panter. Die ogen… ‘
‘Ssssst…’
Ze kijken, vergeten de infrarood, talen niet naar de rum.
Na verloop van tijd rekt hij zich uit, hij kraakt een beetje.’We moeten gaan. ‘Je rug?’ ‘Ja…’
Ze gaapt. ‘We zullen weer lekker slapen’.
Voorzichtig staan ze, leggen kijker en rum weg voor morgen.
Reiken naar de knop.
Het scherm gaat op zwart.
=
Doe het zelf
Tot nog toe zijn mijn haren kort genoeg.
Ik hoef alleen de pony bij te punten.
Hoelang ze het volhouden weet ik niet, dat hangt van hun stemming af.
Af en toe hangen ze tobberig langs de oren, niets van wat ik ze aanbied helpt in dat geval.
Strikje? Nee… Speldje? Bah… Nieuw kleurtje? Getsie..
Ik ben volkomen afhankelijk van hun humeur en dat valt of staat met het weer. Regen, mist, beetje luchtvochtigheid is voldoende en ze krullen op van plezier.
De eigenzinnigen.
–
Met de voeten is het anders gesteld.
Gedwee laten ze zich in een badje zetten, bruisen, schuren, nagels bijwerken en tenslotte crempies aansmeren. Dan vinden ze allemaal best, ik merk hun opgewektheid bij het lopen. Het veert.
De lieverds.
–
Alleen de ogen, die wachten op nieuwe lenzen waaraan ik ze niet kan helpen.
Natuurlijk zijn een paar glaasjes vlug uit de verrekijker gehaald maar daar heb ik niets aan, ik kan mezelf niet opereren. Botte messen, te lage tafel, geen verdovend middel…
De zielepoten.
Eind mei wil de arts er aan beginnen, ik help het hem hopen.
==
Hallo, de ogen doen het weer
Schermkijken is weer draaglijk dankzij een paar liter druppels.
Mooi, dacht ik, puzzels printen, bloggen, googlen, legpuzzeltje maken, het internetleven heeft weer zin.
Blij stortte ik me vanavond vroeg op de laptop. Als eerste de sudoku printen. Goed begin: papier liep vast.
Handleiding gezocht, instructiefilmpje bekeken. Had ik niets aan, het papier liet zich niet pakken. Dus probeerde ik het broodmes, daarna de kaasschaaf, taartmes, pincet, bedoeld om het papier aan te duwen dan wel los te trekken maar niets hielp.
Mijn ogen traanden opnieuw, nu van drift. Als ik niet zo, eh, verstandig was had ik de printer uiteindelijk geslacht en voor de wolven gegooid.
Morgen zal ik hem uit elkaar halen, of het helpt weet ik niet.
Bloggen is leuker.
Veel te lezen, mooie dingen. Best veel, het thuiszitten haalt de schrijf- en fotolust boven.
De berichtenlijst is erg lang, te lang om overal te reageren/beantwoorden, ik hoop op begrip.
Morgen ga ik weer serieus meedoen, nu is het tijd voor een glas wijn en het verzetten van de klok.
Tot dan.
=
Druif en ik
Mooi druifje hè.
Zijn ogen stonden wat vreemd en het gezicht was ook niet alles maar och, dat jeukt een druif niet, meende ik.
Daar vergiste ik me in. Bij het afspoelen kwam hij telkens bovenop te liggen en keek rond.
Zelfs in de vergiet wist hij zich omhoog te werken.
Hij keek me aan.
Ik smolt.
Hij niet.
Toen zag ik dat hij iets miste en ik gaf hem een bekkie.
Hij fleurde er helemaal van op.
Ik ook, ik at hem niet op en bewaar hem tot zijn dood.
=
Blauwtje
Haar blik ontroerde hem.
Sprekend van sympathie, misschien ook gevoel?
Haar neusje en mond vochtig-roze en kusklaar.
Die ogen, peilloos in hun donkerte waar een glans doorschemerde van, ja, van wat? Wederzijds gevoel?
Hij hoopte het.
Overmand door liefde stak hij zijn armen uit.
Maar ze wou niet.
Hoofd. Een soort ballade
Plots was daar die onderkin
ik leek een kroppige duivin
allez, riep ik, het mes erin
–
mijn neus stak af bij’t resultaat
dus kocht ik me een duplicaat
een gok met wippend’ luchtinlaat
–
toen misstonden nog de wangen
ja, ook zij werden vervangen
en met zacht satijn behangen.
–
jamaar, zeiden dan de ogen
krijgen wij nu hemelbogen?
ik bood ze een verziend vermogen
–
voor de rest had ik geen geld
de bank had me reeds rood vermeld
lijf vervloekte me, ontsteld.
…
Wat denkt het wel? ik ben onteerd
geknakt en diepgevoeld bezeerd
en heb me rap gedistantieerd.
= = =
Als Hoofd blijf ik in leven
hier sta ik, hoogverheven.
Het lijf is doodgebleven
=====
© Bertie
–
De bel ging

Hij blies naar haar; geschrokken gaf ze hem een een brokje. Ze kon hem maar beter tevreden houden en zette er een schaaltje melk bij.
Hij greep en at. Zette de melk aan zijn mond.
Voorzichtig probeerde ze een aaitje over zijn rug waarbij ze tersluiks in zijn nek keek, misschien was hij wel van zuiver ras.
‘Nee mens, ik ben geen kat,’ hij schudde zich los.
‘O, neem me niet kwalijk, ik dacht even….Uw ogen, en U blaast …’
‘Ja en krabben kan ik ook.’
Hij rekte zich uit.
‘Bedankt en ik ga weer. Vrouwen roepen me.’
Haastig deed ze de voordeur open. Hij rende de nacht in.
Ongelovig bleef ze nog even staan, hoorde ze nou echt een krolse poes janken?
–
Leg ik uit in volgend logje.
–