Dat was mijn vulpen

Die was verplicht op de middelbare school dus ook in de brugklas.
Ik kreeg er een voor mijn verjaardag.
Een donkergroene Parker met een pennetje van echt goud en een potje inkt.  Mateloos trots natuurlijk, nog geen twaalf en al een eigen gouden pen. Sjonge.

Dit was niet de enige school waar een vulpen verplicht was.Het moest heten dat een leerling beter schreef met pen en inkt, leesbaarder neem ik aan. Misschien was dat ook zo.
Zelf had ik het idee dat het ’n beetje bravoure was van hogere scholen: hier geen geknoei met goedkope vlekkerige balpennen, maar dat kan ik me verbeeld hebben.
Ik deed het niet best daar.
Heel veel schreef ik met mijn gouden pen.
Verzon ‘leuke’ tekstjes in de agenda, schreef luchthartig de teksten over van popzangers, het was grote mode die in een schrift te zetten met plaatjes uit de Muziek_Expres
Versierde alle hoofdletters met fraaie krullen, ook die van het strafwerk, ik was echt in mijn sas met de pen en vergat de opdrachten uit te werken behalve die van algebra en ’n beetje van meetkunde omdat het mooie vakken waren.
Dus bleef ik zitten en ging verder op de MULO.
Daar  raakte ik de pen kwijt.
De inkt was toch al verdroogd.
=

Zomaar een schoolpraatje.

Hoe makkelijker een kind leert, hoe hoger het vervolgonderwijs moet zijn, dat zit er bij veel ouders ingebakken. Alsof het allemaal op rolletjes verloopt, het leren, aanpassen, pakketten kiezen, interesse, studiezin.
Ik had geen baan in die richting maar in eigen kleine kringetje probeerde ik wel eens duidelijk te maken dat doorleren niet altijd vanzelfsprekend moet zijn, dat je een kind beter eens met andere ogen zou bekijken.
Waar liggen de interesses, is het niet te gemakzuchtig, kan het het verlies van eventuele vriend-(-innen) opbrengen die naar een makkelijker school gaan en baantjes(zakgeld!) hebben? Wil het kind eigenlijk wel naar een VWO? Heeft het een doel?
Ik had een handig voorbeeld bij de hand: mezelf.
Heel aardige rapporten dus hup! naar de brugklas, aansluitend HBS (HAVO)  of VWO.
De afknapper was behoorlijk: ik bleef zitten  met een ongunstig advies.  Reden? Te weinig studiezin,  verwaarlozing van huiswerk,  ik miste de drive. Desinteresse telde zwaar.
Dat onthield ik,  zonder ondersteunende eigenschappen heb je niets aan goede rapporten.
Ook in eigen gezin en bij de families zagen we het, andere schoolkeuze was misschien beter geweest.
Een goede leerling op een té makkelijke school is zonde maar opklimmen kan meestal alsnog.
Teruggaan wordt als een afgang gezien, doodjammer.
Hoe het mij verging? Ik stroomde 2e klas MULO in en slaagde, kreeg een gratis typecursus en vond een leuk kantoorbaantje, nog zonder Internet, dat zat er aan te komen.  Dat werk, daar hield ik van. En nog meer toen ik een betere baan vond, met iets meer zeggenschap.
Moe bleef het jammer vinden maar ik had het getroffen!
Daar ging het toch om, om míjn leven?
==

 

Foto’s uitzoeken…

…en rubriceren.
Al vaak  voorgenomen, nu zou het er serieus van komen. Deze keer echt.
Ik zette de eerste doos op tafel, met een vast voornemen: ik laat me NIET afleiden door elke herinnering.
Bovenop lag een map, ‘schoolreisje MULO ’63’.
U begrijpt. De doos werd niet geopend, morgen misschien.
Ik houd me bij één foto, natuurlijk de beste voor zover je dat kan zeggen van oud papier.
Het was in Noordwijk met uitstapjes rondom en natuurlijk ook naar Scheveningen.
We vonden het prachtig en gniffelden in de grote slaapzaal om een klagerige onderwijzeres (slecht bed),  luisterden naar een leraar die per se leerzame tochten wilde maken, naar een andere die begreep dat we liever wandelden door avondlijk Noordwijk met eettentjes en  brozems.  Overdag naar zee.
En zo deden we het.
Eerst naar het strand waar het koud was, zie de foto.
De dag erop was het zonnig.
We lagen er en rookten Stuyvesantjes, bespraken de rabarberrode benen van bleke mannen en bekeken zogenaamd achteloos een vrijend stelletje.  We waren wereldse meiden.
We waren dorpse meskes, dat zagen we pas met oudere ogen.
De tijd vervloog.
Alles is anders, alleen mijn lengte heb ik nog.
==

Doodloof

Dat ben ik.
Of het origineel Zaans is weet ik niet. Mijn vader kwam uit de omgeving van De Rijp en bracht andere woorden mee, zodoende weet ik het verschil niet altijd.  Wanneer zijn familie op bezoek kwam luisterde ik met extra aandacht. Ze spraken anders, soms leek het op Purmerends, dan weer ’n beetje op West-Fries. Er was nog familie uit Amsterdam, Overijssel, spannend.
– In de brugklas hoorde je ook verschillen. Ondanks de verplicht ‘nette’ uitspraak herkende je de kinderen uit ’t Kalf, Purmerend en meer van die kant en hoewel ik bleef zitten had ik toch maar mooi een boel talen geleerd.

In Brabant was het eender, ik kwam terecht op een streek-mulo met meisje uit Cuijk en het superplatsprekende achterland, maar ook uit Mook, Middelaar, beide Limburgse plaatsen. Daar we aan de Maas en vlakbij toeristisch Mook en Groesbeek woonden leerden we automatisch (veel) Duits, Nijmeegs, schippers- en andere talen.

En weet je wat? Naast het mulo-diploma had ik er niets aan.
In niet één baantje kon ik geuren met mijn talenkennis. Ook de kinderen kon ik niet helpen bij hun huiswerk, ze hadden niets aan plat-Hollands, -Brabant, -Limburgs, grensDuits of fabeltjesFrans.
Het verdroot me zeer.
Nog steeds maar kepper mee lere leve.
=

Zwart gat in beeld gebracht door telescopennetwerk


Heel  bijzonder
Opwindend ook.
Deze foto-uitleg is nog  te begrijpen, in feite weet ik nog steeds niet wat een zwart gat precies is. Of waar het toe dient, er van uitgaande dat alles in de natuur een functie heeft. Wat zijn de gevolgen voor de rest van het heelal? Worden ooit alle sterren opgeslokt? Gaat dat hel of hemel worden?
Uiteraard lees je over zwaartekracht en het opslokken van licht en van implosie, maar ik kan me er niets bij voorstellen.
Ook niet bij het lezen van sf’s waarin iemand erin gezogen wordt, eruit weet te komen en weer op aarde terugkeert waar blijkt dat er vele jaren voorbij zijn terwijl het slachtoffer zelf niet verouderde.
Dat ik praktisch ongeschoold ben helpt ook niet mee. Natuurkunde op de MULO hield maar een ietsje meer in dan spoelen maken, bunsenbranders en de Maagdenburger Halve Bollen.
Vraag ik het aan een slimmerik, dan komt die met de geijkte termen en kan ik net zo goed dit dit lezen.
Misschien wordt het me ooit duidelijk.
==

Klassiek eendje

Van klassieke muziek weet ik niets dan het kleine beetje dat we in de brugklas leerden.
Soorten instrumenten, indeling van een symfonie- en philharmonisch orkest, dat de Beatles tot de klassieken gerekend werden, over de doofheid van L.van Beethoven, basale feiten die we moesten onthouden.
Ook luisterden we naar Peter en de Wolf (Prokofjev),  de Urendans (Ponchielli), de Moldau (Smetana)  en nog  wat van de bekendste lichte stukken.
Fijne lessen, een mooi beginnetje. Ik hield er een voorkeur voor lichte en jazzy muziek aan over.
Op de MULO leerden we een schema om zelf popmuziek te schrijven. Daar kwamen wijsjes uit die zoveel leken op die van de toptien dat het een lachertje werd, hetgeen de leraar ons wilde laten zien. Ook dit vond ik interessant.
Aan de zwaardere (lees: moeiljker) muziek ben ik nooit toegekomen.
Ik heb er zo weinig kennis van dat ik stomverbaasd was  dit piano-eendje   tegen te komen.
Wie verwacht nu een soort moe-daar-ligt-een-kip-in’t-water van een grote componist?
De kenners waarschijnlijk wel, misschien fronsen ze nu bij zoveel onkunde maar voor mij was het nieuw.
Ik zou me haast schamen maar zover ga ik niet. ☻

Wat had je eigenlijk willen worden?


Goeie vraag maar een antwoord?
De ideeën waren, zoals van veel jonge mensen, niet altijd duidelijk. Hoogstens hadden we vage plannen, een vastomlijnd doel is maar enkelen gegeven.
Daar doorleren na de MULO geen optie was, wachtte ik af tot na het eindexamen, dan zag ik wel verder.
Wie weet kwam er een mooie baan voorbij.
Of een interessante advertentie voor het een of ander, geen idee voor wat.
Een prins.
Iets in de zorg leek me wel wat, met een gerichte vervolgstudie.
Actrice was een eerdere keuze, helaas speelde verlegenheid me parten.
Intussen schreef ik, verhaaltjes, versjes, zwijmelgedichten over Elvis, verscheurde ze en stopte daarmee. Beeldene ‘kunstwerken’ gingen de kachel in.
Zo ging dat.

Wat ik werkelijk wilde worden wist ik pas na het grootbrengen van ons gezin.
Beetje laat en wat ik voor ogen had? Dat houd ik voor mezelf.