Voordeurdeler

voordeurkat220230119_125458         voordeurkat120230119_125456
Daar zit je dan.
In deemoed te wachten tot ze de deur voor me opent.
Weliswaar is het zonnig maar een brokje was me liever. Of een stuk worst, kaas desnoods als het maar wat lekkers is, daar ben je immers huisdier voor. Nut is niet het belangrijkst, alleen verwennerij telt dan zijn we vanzelf lief voor iedereen en uiteindelijk is dat nuttiger dan nut.
De schaduwen komen al op, straks zit ik hier te bevriezen en… ho, wacht even, ik hoor iets, wááát? ze laat me zitten, grrr, alsof er iets belangrijker is dan ik, ik ben gezien in de buurt, bij iedereen welkom op een paar vogeltjesmensen na.
Die weten niet beter dus vergeef ik ze.
Ik doe nog één dutje, daarna kan ze verrekken.
Wat denkt ze wel.
==

De dingetjes die je meemaakt als je nooit meer wat meemaakt.

Een van de glazen viel uit mijn leesbril.
De mevrouw naast me had plakband en een schaar, zo kreeg ik weer beter zicht. Handig op een tekenclub.

boekenbooks-5937823__340De cv monteur die ik bestelde heeft weinig tijd. Na drie telefoontjes belde hij terug en beloofde te bellen als hij tijd had.

Na ettelijke klachten over een krant krijg ik binnenkort uitsluitsel. Hoop ik

Laptop ging wat stroef.
Geen nood, ik nam de tablet. Die ging ook stroef.
Telefoon dan maar?
Die was solidair met de anderen.

Gelukkig lagen er een paar nieuwe boeken.
==

Laptop bleef er nuchter onder.

morsenred-wine-505296__340
Nou had ik het voor elkaar.
Altijd, echt ALTIJD zeg ik: aan de laptop niet eten en uitkijken met wijn, bier of iets sterkers want daar wordt je nonchalant van.
En nu deed ik het zelf.
Dacht ik onderhand oud en wijs genoeg te zijn, schonk ik een glas rood in en zette het achteloos naast de laptop op een wiebelig stapeltje boeken. Niet dat ik dronken was, ik moest nog beginnen, kennelijk werkte de alcohol al van te voren, wonderlijk.
Ik schrok me wezenloos maar zag dat de schade beperkt bleef, het toetsenbord staat op een schuin aflopende verhoging en de wijn was naast de boeken geplensd. Alleen de muis had natte voeten, de grote plas lag op het bureaublad.
Enkel een paar handdoeken zijn nat, ze liggen in een emmer water dronken te wezen, af en toe hoor ik ze lallen.
Voor mezelf heb ik een nieuw glas ingeschonken, het staat op de tafel naast me, voor alle zekerheid anderhalve meter van me af.
Nu maar hopen dat ik zelf niet omval.
==

Een ster gaat heen

Na vier maanden zag hij me niet meer staan. Eigenlijk na drie-en-driekwart maand al niet meer maar ik probeerde de tijd te rekken.
Had ik niet hoeven doen, ik kon hem niet gelukkig maken. Niet met een extra lekkere hap.
Drinken uit het mooiste glas, het kon hem niet bekoren, hij zag het aan en zweeg.
Nu rust hij in zwarte grond, hopelijk krijgt hij spijt en komt later weer opdagen.
Ik verwacht het niet maar toch, misschien wat wispelturigheid in zijn aard, spijt en schuldgevoel.
Dan zal ik hem met alle egards ontvangen en weer in de mooiste hoek zetten.
Hij was zo knap…
=

Na de Sint

Het zijn dagen van vrolijkheid al vieren we het Sinterklaasfeest niet. Een grote chocoladeletter – of twee – en daarmee is het bekeken.
Intussen bedenk ik wat te doen met de kerst.
Natuurlijk wordt er een dag  samen gegeten en met een glas – of twee –  de avond doorgebracht, dat staat vast.
Daarmee begint het gepieker, een aangenaam gepieker moet ik zeggen.
Wat en welk en hoeveel van alles en dessert of ijs? en welke wijn of bier en horen chips bij kerstmis? maar kaas gaat er altijd in en andere hapjes ook en mag hun hond ook een kerstbrokje of beter van niet …
Fijn om voor te bereiden en vurrukkulluk alles op te eten.
Maar ook ben ik blij dat we dit maar één dag doen, ik moet er niet aan denken zoiets voor twee of meer dagen te verzinnen  terwijl de tweede dag  broodnodig is om uit te buiken.
De rest van de maand ben ik weer baas in eigen huis.
Nu eerst een besluit zien te nemen over boom en versiering.
Ja-nee-waarom niet of wel wanneer en in welke hoek en waar waren die reservesnoeren ook alweer…
==

Simon, blind date

Spannend was het.
Al vroeg ze zich af of het verstandig was, een wildvreemde man van wie ze zich geen voorstelling kon maken. R. kon wel zeggen dat hij uiterst betrouwbaar was maar over het uiterlijk hield ze zich op de vlakte. Ze had vooral benadrukt dat ze hem een lieve vriendin gunde.
Ze nam aan dat R wel wist dat ze niet met een broodmagere ribbenkast of een ouwe speknek moest aankomen maar nu, nu ze wachtte en de tijd haar opvrat werd ze zenuwachtig.
Simon was geen slechte naam maar wat als hij scheel omhoog keek? Een bochel had? Extreme stinkvoeten?
Hoe haar houding te bepalen?
Ze zuchtte. Het duurde te lang, zou ze niet beter naar huis gaan? Besluiteloos keek ze rond. Een etalage vertoonde halloweenpakken, de een nog akeliger dan de ander, met puisten en bloed.
Had ze daar maar eerder aan gedacht, een grap was misschien aardig geweest.
Voetstappen naderden, achter haar stopten ze.
Ze draaide zich om en schrok bij het zien van een afstotelijke man.
‘Ga weg, ik wacht op iemand.’ Ze rilde, lelijker masker had ze niet eerder gezien.
Ze staarde naar de vreemde combinatie van gewone kleding bij een zwerenkop met spookogen.
Het wezen keek haar aan. ‘Dat weet ik. Ik ben Simon. Kom, we gaan thuis een glas drinken.’
Kon ze dat wel doen? Iemand die met een griezelmasker naar een afspraak ging, was dat niet raar? Maar R kende hem en zij was vertrouwd.
Onwilig liet ze zich bij de hand nemen.
Hij bracht haar naar zijn woning, noodde haar aan tafel en schonk wijn in.
‘Santé.’
Ze proostten.
‘Wil je je masker niet afdoen? Of is het schmink?’
Hij lachte. Zijn mond trok scheef. ‘Dat kan ik niet doen.’
‘Waarom niet? Dit is geen halloweenparty.’
Hij zweeg.
Ze dronk haar glas leeg en stond op.’Hiervoor ben ik niet in de stemming. Welk adres is dit?’ Ze toetste een taxicentrale in.
Hij gaf het haar en zweeg opnieuw.
Iets in zijn oogopslag raakte haar. ‘Bel me voor een nieuwe date. Oké?’
Hij knikte.
De taxi was er. In een impuls liep ze om de tafel en zoende hem op zijn haar.
‘Dag Simon, tot ziens.’
Even leek het of hij haar tegenhield, ze wachtte, zijn hand viel neer.

‘Hallo R, met mij. Als je nog eens wat weet met die Simon. Ik heb het een kwartier met hem uitgehouden. Hij had een afschuwelijk halloweengezicht en weigerde het weg te wassen, ik….’
‘Ach, ik hoopte toch zo dat je begrip zou hebben.’
‘Waarom? Zijn gezicht willen zien, dat is toch normaal? Is hij zo lelijk?’
‘Hij…’
‘Nou, wat is er dan?’
‘Hij was niet geschminkt.’

Stille wateren – diepe gronden?

Die ken ik weinig. De meeste stillen zijn verlegen, in eigen gedachten verzonken of juist gedachten-loos.
Een van de stillen die ik kende werd door zijn vriendin als Zeer Interessant aangemerkt: hij zegt niet veel maar dènken dat hij kan!   Aan zijn stiekeme vingers te voelen, voornamelijk aan onze heupen en achtersten, dat vertelden we haar niet.
Een andere stille wist nooit waar we het over hadden; ze lachte bij iedere vraag. Ze deed dat zo vriendelijk dat ze sympathiek was.
Dan had je nog het lege hoofd. Niemand wist wat er in hem omging, alleen dat hij telkens als eerste zijn glas leeg had. Dat spoorde met zijn hoofd.
Eén keer zag ik een stil meisje, zo ongeïnteresseerd dat ze slechts blanco voor zich uit staarde, met moeite een enkele zielloze glimlach wist op te brengen.  In de spiegelende ramen herkende ik mezelf.
Ik schaamde me heel erg maar vond  een excuus: het was de puberteit.
Achteraf.