Oei, al half tien.
Vlug de krant dicht en als een haas naar boven, douchen en….
…waarom eigenlijk? bedacht ik me, als zo vaak.
Nog steeds overkomt me dit.
Terwijl ik alle tijd van de wereld heb, geen baan, geen gezin, ik zou de hele dag in duster kunnen lanterfanten zonder iemand tekort te doen.
Het zit erin en raak je niet kwijt, hoor ik.Maar dat is niet het enige.
Ik wil niet de hele dag lanterfanten, ik houd bewust regelmaat aan en volgens mij doen de meeste gepensioneerden dat. Het voelt beter, minder verloren, als je een soort plichtjes hebt al zijn ze minimaal. Ongeveer vaste uren voor maaltijden en opstaan en winkelen. Een club en een bezoekadres.
Daartussendoor kun je nog heel veel de vrije vogel uithangen.
Dus.
Is half tien te laat en vlieg ik als een havik naar boven voor de douche en….
==
gezin
Vetplantgezin
Twee of drie jaar geleden gekregen als miniplantje en nu? Een heel gezin.
Hoe doet ze dat toch?
In de verste verten geen partner gezien en het jongt maar aan.
Daar moeten mens en dier heel wat meer moeite voor doen. Uiterlijk bijwerken, gedrag aanpassen om een aanstaande te lokken, eventueel verliefd worden.
Of, en dat lukte soms ook, jezelf blijven en hopen op een gelijkgestemde.
Van planten hoor je daar nooit iets over.
Mensenlessen gaan aan ze voorbij of ze trekken er zich niets van aan.
Ooit leerden we iets van biologie.
Toegegeven, van die lessen ben ik veel vergeten.
==
cynisme leedvermaak sarcasme ironie
Zoek de verschillen.
Ieder beleeft deze termen anders. Ze kunnen op veel manieren gebruikt worden, van grap tot uitgesproken hatelijkheid.
Politieke figuren zijn vaak het lijdend voorwerp, alle publieke personen en hun werkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan invloedrijke mensen in diverse bedrijfstakken, sport en theater.
In gezinnen en families gaan vaak onsterfelijke grappen of uitspraken rond die oorspronkelijk zijn gedaan door een van de leden. Deze zaken worden meestal vriendelijk-ironisch verhaald, afhankelijk van vertellers’ humeur.
Sarcasme en cynisme kunnen dodelijk zijn voor een slachtoffer, een lelijk en gemeen wapen in groepen, op scholen, klassen, fabrieken, waar dan ook. Niemand kan zich daartegen wapenen.
Als aanval op een matig functionerend bestuurder daarentegen is het een probaat middel.
Columnisten gebruiken het vaak evenals cabaretiers, cartoonisten. Zolang ze het doen met kennis van zaken is het -soms- humoristisch. Zo niet, wordt het al gauw een smakeloze roddelpartij.
Waarschijnlijk hebben de meeste lezers zelf ook staaltjes meegemaakt, mooie of minder mooie.
–
In feite hoort leedvermaak niet in dit rijtje, toch past het omdat het boosaardig bedoeld kan zijn. Thuis hielden we er wel van zolang het om iets onnozels ging, zoals de keer dat ik stiekem van de grote-mensen-wijn proefde maar niet besefte hoe praterig ik ervan werd.
–
Hoewel er veel meer valt te vertellen laat het ik het hierbij. Een sterke uitsmijter kan ik niet vinden of het zou moeten gaan over demissionaire regeringspartijen die ondanks dringende maningen krachtig bij de eigen standpunten blijven.
Op synoniemen.net staan voor alle woorden meerdere betekenissen,
een handige site.
==
Een net oudje

Het waren woorden die we associeerden met stijf en truttig, braaf. Fantasieloos en niks durvend. Een soort engel.
Hoewel ze zelf juist een vlotte vrouw was had ze liever volgzame dochters maar ja, vroeger waren ouders altijd bang voor onverhoedse zwangerschappen.
Dat begreep ik later.
In de spiegel zie ik een gewoon gemiddeld vrouwmens.
==
Een bucketlist?
Alsjeblieft zeg, die houd ik er niet op na.
Vroeger niet, nog steeds niet en het zal tot mijn laatste snik niet veranderen.
De oorspronkelijke betekenis (Wikipedia) luidt anders dan die de mensen er nu aan geven.
Een bucketlist of loodjeslijst is een lijst met dingen die iemand nog gedaan wil hebben voordat hij sterft. Het woord komt misschien van kick the bucket, wat overeenkomt met de pijp uitgaan of het loodje leggen. Terminaal zieke mensen stellen soms nog een bucketlist op.
Van die laatsten kan ik me voorstellen dat er nog iets gedaan moet worden, rechtgezet of uitgesproken.
In de gezinsjaren had ik lijstjes, elke morgen zat er een in mijn hoofd, noodgedwongen.
Je zou maar vergeten de baby te voeden, peuter in bad te doen, poepluiers te spoelen, schoentjes te poetsen. echtgenoot wakker te maken (vroeger moest zo iemand ook verzorgd worden), boodschappen te doen, was op te hangen, buurvrouw te feliciteren, aardappelen te schillen, te koken, keukenvloer te dweilen, hond uit te laten, band van autoped te plakken, over de kat te struikelen voor je hem opzij had geschopt, en ik was nog niet eens terminaal.
Logisch toch dat ik nooit, absoluut nooit meer lijstjes maak.
===
.
Dat was broer.
Dat heb je wel eens, een familielid met wie je zelden omgaat.
Geen ruzie. Trof je elkaar dan was het leuk en daarmee was de kous af.
Uit elkaar gegroeid, wetend dat hij op de achtergrond aanwezig is.
Het was voldoende.
Soms dacht je: straks W even bellen of mailen. Vanavond, morgenmiddag, zondag heb ik meer tijd, en dan vergat je het weer.
Zo ging het met een broer.
En opeens is hij dood. Zomaar weg.
Een paar nichtjes kwamen het gisteravond vertellen, zij hoorden het ook via-via.
We wisten het niet. Dat hij zieker was dan iedereen dacht.
Vanmiddag waren we bij de uitvaart.
Het was druk, allemaal mensen die lovende dingen zeiden.
Ondanks de schrik deed het goed dit te horen.
Want je staat er bij stil.
–
Er is wéér een familielid minder.
Gelukkig zijn er nog een stuk of wat over, je wilt wel eens kletsen over het gezin van toen.
En nu ook over de gestorven broer.
==
Hersenen en zwezerik

Ze haalde herinneringen op. ‘Hij heeft er tot zijn dood van gesmuld en vond het jammer dat de rest van het gezin de keuken uitliep als hij ze weekte en bakte, zelfs de uien konden het niet goedmaken. En het stonk ook nog.‘
Bijna, zwezerik , de gedachte aan een kind op je bord vind ik nog akeliger. Pervers eigenlijk al weet ik dat het onzin is. Sterker, het werd beschouwd als een luxe lekkernij.
–
Voordat iemand zich aan het eten van deze vleessoorten waagt is het lezen van dit stukje over hersenen van Johannes van Dam misschien interessant. Het is het weten waard.
Voor beginnelingen: in het oude kookboek staat een eenvoudig recept.

–
Hemelse hemel?
In de hemel komt alles goed, werd ons verteld. Daarmee hield (en houdt) men gelovigen zoet en vooral volgzaam. Niets nieuws, deze chantage wordt in veel religies gebruikt.
Het heeft niet geholpen.
Van de katholieken is dat begrijpelijk, we leerden al jong alle zonden te biechten om met een schone ziel opnieuw te beginnen dus gingen we onbezorgd door met het snoepen uit de koektrommel. Stiekem uiteraard, wereldse straf woog zwaarder.
Nog afgezien daarvan leek die hemel me, kind zijnde, weinig attractief.
Wie wil er nou de godganselijke dag naar hemelse muziek luisteren terwijl er in snackbars volop bebopalula was te horen? Almaar bidden en god vereren? De wekelijkse hoogmisgezangen waren al beroerd genoeg.
Maar het ergste vond ik het idee dat we allemaal één grote gelukkige familie zouden zijn, als een liefdevol gezin, volgens de oude pastoor.
Met mijn ruziebroertje? Ik kon hem (toen) niet luchten.
Een paar buurkinderen die altijd knokten? No way!
Een hatelijke onderwijzeres, dat vreselijk mens? De gedachte deed me rillen.
Die jonge weduwe? Hoe zouden zij en haar man elkaar willen terugzien, vast niet als broer en zus.
Het idee stond me tegen temeer omdat je een geest was, lekker eten was er dus niet bij. Ja, een kind denkt logisch. Of simpel. Of juist pragmatisch.
Later las ik over het Walhalla, De Eeuwige Jachtvelden, het Elysium en meer hiernamaalsen.
Je kreeg ze nooit voor niets. De goden stelden eisen en weet je wat? Het waren gewoon de eisen die in een samenleving nodig zijn om de boel redelijk draaiende te houden.
Geven en nemen.
Zonder overspannen geloofswetten maar toen ik dat besefte was ik al lang kind af.
—