Er was eens een rotje in’t oosten
dat zou zo graag knallen, niet proosten
maar ach, wat verdriet
men wilde hem niet
en vond hem de nietsnuttelooste.
–
Huilend vertrok hij naar’t westen
ook daar zat hij snel in de nesten
men vond hem te vurig
en vormde balsturig
een lading aan massaprotesten.
–
Hij keek naar de groepen neuroten
zijn hart was al potdicht gesloten
hij zamelde restvuur
ontstak in een driftkuur
en heeft zich ter helle geschoten.
=
Limerick in drievoud
24