Over geloven. Ik vraag me wel eens af..

..hoe zou de bewoonde wereld eruitzien zonder religies?
Anders gezegd: hoe zou het gedrag zijn van de mensen, wereldwijd?
Ik vermoed dat het nooit zover zou zijn gekomen.
religiesymbols-835892__340 – Er zijn altijd mensen die zich willen profileren en een geloof in het een of ander is een handig instrument.
– En mensen die de natuur als leidraad zien,  geschikt om er een godheid in te plaatsen.
– Verstandige mensen, die inzien dat we regels nodig hebben, vertaald in wetten, voor een veilige samenleving. Voor we elkaar opvreten.
– Enzovoorts. Ieder kan waarschijnlijk meer punten opnoemen.

Het zou wel saai worden.
We danken veel feestelijkheden aan het geloof, van kerstmis tot de eerste zonsopgang, van kermis tot dodendansen, waarvan er veel dezelfde oorsprong hebben.
Genoegdoening of troost zouden we moeten zoeken in andere dingen, geen god die vergeeft of luistert.
Een reden minder voor uitingen van pracht en praal, kerken bijvoorbeeld.
Het gevaar van koningen die het zouden overnemen, keizers, presidenten.
Ook hiervoor geldt:  enzovoorts.
Je raakt er niet over uitgedacht.

Ik heb er niets aan maar toch komt het wel eens bij me op.
===

Kritiek leveren..

..een heikel punt.  Soms ook problematisch.  Je zegt het te hard. Of te scherp. Het wordt een twistgesprek.  ‘Je snapt het niet.’  ‘Bemoei je met je kippen’.
Je durft het daarom niet altijd, ík durf het niet altijd. Liever stel ik lafjes dat ieder zijn eigen opvattingen heeft. Ook discussieer ik niet graag omdat je het -naar mijn ervaring- zelden eens wordt  maar intussen wel opgefokt raakt bij het elkaar tegenspreken.

Onlangs begon iemand over, je raadt het, corona. Het vaccin was nep evenals de griepspuit, enzovoorts.
Aanvankelijk haalde ik mijn schouders op, plaatste na een paar opmerkingen toch een tegenzetje, de ander begreep het véél beter, maar na een paar minuten zweeg ik.  ‘Sorry, ik laat het hierbij.’
We lachten maar wat.
Enige maanden geleden werden ergens het geloof en de bijbel besproken.
Daar hoorde ik teveel wat me tegenstond en vroeg om uitleg.
De antwoorden kwamen snel, over en weer werden we al drukker, niet kwaad, wel verhit. Tot we stopten. Net op tijd maar hij vond het leuk, een echt debat noemde hij het.
Ik vond er niets aan,  herinnerde me waarom moeder mijn vader dringend waarschuwde met verjaardagen:  straks NIET over het geloof en politiek beginnen. Ze wist van wanten met man,  broers en zwagers. Vrouwen hielden zich toen nog gedeisd.
kritiekwoman-3271589__340
Dus ben ik een lauwe. Uiterlijk althans, inwendig maak ik me soms razend. 
Gelukkig, denk ik dan, dat ik langzamerhand heb geleerd om niets te zeggen.
Dat proces duurde wel lang, moet ik toegeven.
===

Science Fiction

In de SF lees je bijzondere hersenspinsels.
Bijvoorbeeld over het gegeven dat ons leven er anders had uitgezien wanneer er afwijkende besluiten waren genomen, of wanneer iemand zelfs maar een ander gebaar had gemaakt. Ergens. Ooit.
Hierover las ik interessante boeken en de meest maffe verzinsels, daar geniet ik van.
Nadeel is dat je de onderwerpen onwillekeurig vergelijkt met je eigen leven wat niet altijd  een pretje is. Denken in de trant van ‘wie weet als.. ‘  leidt  tot  wat als hij niet dit had gezegd, dat ik niet dat had gedaan..
Daarmee haal je je zinloos gepieker op de hals.
droomwereldfairy-tale-1077863__340
Over parallelle werelden daarentegen, eveneens een veel voorkomend SF-onderwerp, kun je je ook voorstellingen maken. Ik bedoel niet nieuwe planeten maar leven in andere dimensies, voor ons onzichtbaar.
Het idee dat er gelijktijdige werelden bestaan, misschien vlakbij ons, vind ik een prachtig verzinsel dat me zeer aanspreekt.
Je zou het als een droomwereld kunnen zien of de angst voor een kwaadaardig stelsel en zelfs als een symbool voor het geloof in een hiernamaals.
Alles is mogelijk in SF.
Echt mijn genre.
==

Over godsdienst

In een oud (katholiek) kerkboek las ik een vermaning van Paulus:
U bent nu bekeerd,  laat U zich niet meer leiden door de stomme afgoden, met een uitleg over het verschil tussen deze en de ware god.  Inwendig lachte ik erom, het leek op neringnijd en misschien was het dat ook.
Voorheen hadden we het vaker over deze en andere geloofszaken, al of niet serieus.
Over waarden en invloeden van religie. De grens die haast niet te trekken viel tussen kerkfatsoen en gewoon burgermansnetheid.
Opgegroeid zijnde tussen diverse kerken zagen we overeenkomsten en verschillen. En de dominante aanwezigheid van het geloof op onze eigen katholieke school.
Maar wat we ook opnoemden, we ontkwamen niet aan herinneringen, om de voorgeschreven handelingen kun je nog met ironie spreken maar bijbelse opvattingen raak je niet kwijt.  Geboden bijvoorbeeld. De symboliek van het vasten, in meerdere kringen gebruikelijk.  En meer.
Over atheïsme en agnosticisme spraken we natuurlijk en de redenen hiervoor, maar ook het aanhangen van die gedachten kon niet uitwissen: we waren katholiek. Of gereformeerd. Of wat dan ook.
Je raakt het geloof gewoon niet kwijt.
Soms vrees ik daarvoor.
Dat ik in een vlaag van verstandsverbijstering een heilig leven wil leiden in een klooster. Zo’n strenge orde waarbij je niet mag praten achter een voordeur met tralies.
Grote lappen wasgoed uitwringen. En ik daar maar heilig wezen op mijn oude dag.
God bewaar me!
=

Anoniem?

De envelop voor Goede Doelen lag op de mat. Je kunt geven wat je wilt en zelf bepalen aan wie, alles anoniem.
Prompt dacht ik terug aan een smakelijk -of onsmakelijk, oordeel zelf- voorval.

Ongeveer 35 jaar geleden kwam ik bij een  man die behoorlijk kwaad was. Hij wees naar de tafel waarop zijn  portemonnee lag, een hoopje kleingeld, lichtbruin papieren zakje en de telefoon.
‘Kijk, vrouwke B,’  begon hij, ‘die uitgekookte pastoor, om zogenaamde anonieme giften bedelen maar wel willen weten  hoeveel iedereen geeft.’ Hij hield het envelopje op en wees. Inderdaad stond er op de binnenflap, klein maar duidelijk leesbaar, een nummer. ‘Slimme pastoor,’ reageerde ik.
‘Hij heeft een lijst met nummers en namen, de smeerlap, ik vroeg het aan P. Die wist het al lang, onze pastoor is op de centen, zei hij.’
Verbolgen rommelde hij door het kleingeld. ‘Ik zal hem vatten, hij krijgt alleen centen en stuivers.’
Al met al was het niet veel meer dan een gulden aan kopergeld, ik legde er ook wat bij zodat er ongeveer fl 1.50 in het zakje terecht kwam. Het getal kraste hij door.
‘Dat zal hem tegenvallen’. Wraakzuchtig draaide hij er een dubbel strak plakbandje omheen.
Graag had ik de ontknoping meegemaakt. Het zat er niet in, de man overleed. Misschien gaf de pastoor hem  van die anderhalve gulden een extra gebed mee.
==
Al eerder ondervonden we dat de pastoor in een klein plaatsje de baas was maar in de jaren tachtig verwachtte je het niet meer.
Later hoorde ik vaker van genummerde ‘anonieme’ zakjes, het zal in meer armere  parochies en gemeentes zijn voorgekomen.
Maar ach, ik geloofde toch al niet meer.
=
Ter verduidelijking:
Het goede Doelenfonds is wèl anoniem.
=====

Ieders god

De kerkdeur staat open, er klinkt een orgel, voetstappen en gefluister.
Het wordt een dodendienst, de klokken luiden.
Een buurtgenoot ziet me, knikt en loopt haastig naar binnen, bekend met mijn scepsis.
Wat, vraag ik me af, moet de dode hier mee? Diens geest is toch al vervlogen.
En de achterblijvende?
Men zegt dat vertrouwde ceremonies troostend werken, een van de sterkste speerpunten van het geloof.
Ieder zijn meug, mij hielp het geen bal en een paar andere mensen die ik ken ook niet.
Ze werden hoogstens een paar uur afgeleid dan wel misleid.
We zijn dan ook niet gelovig.

Een nieuwe god bedenken, dat lijkt me wel wat. Een androgyn figuur, een blanco model dat tevens alle uiterlijkheden aanneemt die ieder afzonderlijk mens wil zien in een god.   Ik vind geen passend exemplaar.
Trouwens, welke religieuze diensten zou ik erbij moeten bedenken, alle gebaren bestaan al.
En dan nog, de een bidt met liefde voor een grootmoederlijke, de ander strekt zijn armen uit naar een sexy bloot beeld. Waarschijnlijk zou mijn buurjongetje god zien als zijn lievelingskonijn en aan wie zouden nonnen hun ziel verkopen?
Moeilijk uit te werken.
Hoogstens als virtuele religie.
Mijn verzin-zin ebt weg, dit is er immers al lang?
Vroeger noemde men het duivelswerk of gevaarlijke fantasieën, pornografie, afgoderij maar nieuw is het niet.


In de supermarkt bepaal ik me tot de boodschappenlijst.
Ik loop langs de bakkersafdeling.
En zie..
… oh  mijn god, die mokkaschnitt..
==

2018 is het jaar van de hond

Het volgende zou van toepassing zijn, aldus wikipedia

In de Chinese astrologie worden de volgende karaktereigenschappen toegekend aan mensen die in het jaar van de hond geboren zijn: trouw, loyaal, open, eerlijk, ijverig, direct, opmerkzaam, zorgzaam, verdraagzaam en de kampioen van het goede doel, maar ook cynisch en pessimistisch. Meer een soort heilige.

Mijn geboortedag viel in een hondjaar, het kan ook een honds jaar geweest zijn.
Toen ik nog klein was schreef ik mezelf de meeste van genoemde eigenschappen toe, helaas viel ik herhaaldelijk door de mand.
Ik verraadde een buurmeisje, verloochende een vriendinnetje, was achterbaks tegen klasgenootjes, was lui op school en verwaarloosde kat, hond, kippen en de geit.
Biechten hielp niet meer waarna ik van mijn geloof viel.
Dat luchtte op.
Maar die vele deugden heb ik nog steeds niet.
Het moet een Jaar van de Rothond zijn geweest.