Simpel

Na het leed van toen was er ook leedvermáák.
Dat is niet altijd sympathiek, maar onnozele dingen doen je onwillekeurig in de lach schieten.
lachsmiley-1876316__340
  – Van de man die, haastig een sigaret aanstekend, tegen een zwaaiende klapdeur
liep.
  – En van de vrouw die breed gebarend een verhaal vertelde maar vergat dat ze een vol glas in haar hand had.
  – Of van de meiden die gearmd fietsten tot hun sturen ineen haakten en ze niet omvielen, hun fietsen bleven gewoon stilstaan en iedereen grijnsde.
  – Van de vrouw-met-een-glaasje-op die met echtgenoot wilde dansen en na twee minuten zei: ga maar weer zitten, je kunt er geen klap van. Zijn verbouwereerde gezicht… (hij kon het juist erg goed).
Enzovoorts.

Dit soort dingetjes, kleinigheidjes.
==
 

We fietsten en raakten de weg kwijt

Wat me nog steeds verbaast is het feit dat we een paar keer verdwaalden in eigen omgeving, althans die van echtgenoot die claimde de halve provincie te kennen.
Eenmaal zelfs dichtbij eigen dorp, we schatten hoogstens 10-15 km verderop.

De keer dat we in dichte struiken en tussen donker geboomte terecht kwamen
En dat er hoogwater was en we tussen een paar maïsvelden fietsen die volledig blank stonden.
Dat we  in een gebiedje kwamen waar de koeien verbaasd opkeken: wat is dat?
De keer dat we een ven ontdekten dat blijkbaar nooit bezocht werd gezien de griezelige manshoge plantengroei eromheen.
En toen we tussen eindeloze akkers fietsten waarin een doolhof van paadjes lag.
Gelukkig hoorde je altijd ergens een autoweg zodat we op het geluid konden afgaan.
verdwalenpexels-photo-3692550
Wonderlijk is dat we een paar van deze plekken nooit meer terug vonden. Temeer daar het een klein gebied bestrijkt, de bossen rondom onze woonplaats beslaan hoogstens enkele kilometers.
Wel is het op verschillende plekken zeer dichtbegroeid, we zagen vee in miniweidjes tussen bomen en struiken en bijna verborgen akkers.
In de bekende Brabantse Staatsbossen e.d. staan informatie- en naambordjes bij de meeste kruisingen, daar verdwaal je niet.  Vlak bij huis in een paar bosjes lukte het ons wel.
Dan dacht ik wel eens aan de lange polderwegen in het platte Noord-Holland waar het ALTIJD hard waaide en we ALTIJD tegenwind hadden en dat ALTIJD vervloekten.
Maar we verdwaalden er nooit.
=

Fietsen is ook vakantie.

Van de week  sprak ik met iemand over vakantie, ze klaagde dat je nu nergens heen kon. Ik raadde fietsen en wandelen aan, ‘nee dat is niks hier.’
Ons dorp stelt inderdaad niet veel voor maar je kunt verderop gaan, er zijn bossen en heide. Brabant heeft genoeg.  Mooi Limburg dichtbij.

Toen man thuis kwam te zitten konden we eindelijk samen fietsen, de bossen in, langs de Maas die nooit verveelt. Tijd in overvleod.
Hij komt hier vandaan en wist de weg maar ook hij stond verbaasd over de vele mooie plekken, vaak vlakbij eigen dorp. Sloeg je aan de rand van het bos een zijweg in, stond je plotseling voor een weitje met twee dikke roodbonten, midden in het kreupelhout tussen bomen en struiken. Zon, blauwe lucht, je kunt het je voorstellen.
Of een spiegelend vennetje waaromheen kleurige bloemen en planten, vogels, ’s winters glad bevroren en des te lieflijker.
Windstille nevengeulen langs de Maas met eendennesten, onverwachte zitbanken langs het water. Boerentheehuizen waarvan de kleinste het fijnste waren.
De eerste maanden hadden we geen tijd om verderop te gaan, te druk met de eigen omgeving. Dat kwam later.
We fietsten tot in Zeeland,  Drenthe, België, Zuid-Limburg en Duitsland.

Het was anders dan vliegen en buitenlanden maar het beviel ons net zo goed of beter.
==
 plaatje is van pixabay.
==

Nog even over lachen


Het is gezond, zegt men.
Je kunt je buikpijn lachen. Een kriek, een orgel, een bult, ziek, een ongeluk. krom, van alles.
Natuurlijk ook als een boer met kiespijn of zuur.
Hoe dan ook, het is te leren.
Er bestaan al jaren lachcursussen, dit is er één  van.
Of een aartszuurpruim er iets van opsteekt is de vraag, sommige mensen lachen nog niet als de televisie naar ze knipoogt.
Meestal lachen mensen graag, gezien het succes van cabaretiers en comedians en een paar columnisten.
Jonge mensen lachen om niets.  Ik herinner me de keer dat ik met een klasgenootje naar school fietste, gearmd, en we met de sturen ineen haakten. Stompzinnig hielden we elkaar in evenwicht en lachten ons slap. Toen stortten we neer.
Soms wekken politici je lachlust.
Dat kan gevaarlijk worden, voor je het weet heb je ruzie. Dan lach je niet meer en moet je je lach verdedigen waardoor je alleen nog grimlacht.
Het zijn voorbeelden die men zelf kan aanvullen.
Ik zou ze graag zien, lachlogjes zijn er nooit genoeg.
==

Tienertijd

Bij het bekijken van vroegere foto’s bekruipt me nog steeds een licht gevoel van spijt.
Om het onnozele, het niet beseffen dat je helemaal niet zo lelijk, raar, stom,  en achterlijk was. Je was  nodeloos ongelukkig, zo zonde van de tijd .
Ik was de tiener die zich overal voor schaamde.
Te dun, te lang, lelijk, niet vlot, blijven zitten in de brugklas, in Brabant aangekomen was ik meteen het langste kind van het dorp, wat heet, van de regio. Compenseren kon ik alleen met leren maar ik had een hekel aan school.
Echtgenoot herkende het.
Hij zat vol puistjes (zei hij) en voelde zich altijd de mindere van rijkere boerenzonen die  pronkten met betere fietsen. Hij compenseerde door het hardste te lopen met voetbaltrainingen en later topscorer te worden, al was het  van het vijfde of zesde elftal..
Als bezadigd echtpaar bekeken we de foto’s, bespraken die tijd van onzinnig verdriet.
En dan deed een verlaat complimentje goed, al was het duizendmaal gezegd.
‘Zie je nu wat een mooie jongen je was?’
‘Weet je wel hoe goed je er uitzag?’
Maar toch, het spijtgevoel raak ik niet kwijt, niet helemaal.
=

Schapen scheren…


…het is er de tijd voor.
Als kinderen keken we elk jaar.  Het was geen muzikaal evenement, het gebeurde gewoon bij een buurboer. Langs de straat was een weitje waarin de beesten ont-manteld werden.
Wat we er zo mooi aan vonden weet ik nog steeds niet, eigenlijk was het een beetje zielig maar, zei mijn vader, de scheerder stond bekend om zijn handigheid en de schapen waren blij van hun vacht af te zijn. Dat troostte.
Op de feestelijke scheersessis van nu gaat het ongeveer hetzelfde maar dan met muziek en publiek, braderietje en dergelijke.
Daar hielden we niet zo van.

Een jaar of 7 geleden fietsten echtgenoot en ik een stille route door het achterland tot we ineens een bekend geluid hoorden: gegier en gemekker, iemand was schapen aan het scheren.
Nieuwsgierig stapten we af, een praatje met een boer was altijd gezellig.
Daar kwamen we deze keer rap van terug, ziende hoe de man te keer ging met de stomme dieren. Lomp werden ze heen en weer gegooid, het scheerapparaat leek een wapen. Hij keek op, zei niets, gooide een nieuw slachtoffer onder zijn knie.
Nu zijn we wel wat gewend op het platteland, we waren echt geen kleinzerige en jammerende buitenstaanders. We weten dat schapen geen kleinemeisjespoppen zijn.
Maar dit.  De geschorenen waren stuk voor stuk flink bezeerd.
‘Alles bloedt,’ riep echtgenoot. Hij wist dat het er, buiten het zicht, niet altijd zo zachtjes aan toe ging maar ergerde zich evengoed. ‘Dit is niet nodig.’
De man ging stug door.
Wij zijn opgestapt.

Vanaf die tijd juich ik het feestelijke scheren toe.
In het openbaar is tenminste toezicht, alle kijkers leven met de schapen mee.

Vakantiefoto’s die het bewaren waard zijn

Een van de zaligste vakanties, ongeveer 7 jaar geleden. Aan de kust. Strand vlakbij en duinen, het geluid van de zee in je oren.
Wandelingen naar het Zwin. Breskens en Middelburg bezoeken. Rammekensroute fietsen. Vlissingse kade.
Hoogtepunten waren luie stoel, emmer en warme sokken.

(Foto is onscherp, nog gemaakt met ouderwetse camera)

 

Weerpraatje

Er waren tijden dat we, voor zover dit mogelijk was, de boel de boel lieten of een snipperdag opnamen om naar buiten te gaan op mooie dagen.
Strand, zwembad, slootkant, teil, terras, whatever want het was:
mooi weer, daar gaan we van profiteren
eindelijk droog
de eerste zomerdag
een zalige zon
morgen regent het
enzovoorts.
Er kwamen wel zomers voor met langdurige droogtes en zon maar ze waren niet standaard.
Nu begint het daar op te lijken.
Elk voorjaar biedt nu meerdere  zomerse dagen, je ziet vaker palmboompjes in tuinen, warme jassen hangen antiek te worden en wanneer kochten we nog winterlaarsjes?
Nu is het:  koel vandaag dus
met de kinderen op pad
garage/kelder/vliering opruimen
fietsen

een dagje genieten
morgen is het weer warm enzovoorts.
Het is mogelijk dat ik me dit verbeeld, beïnvloed door de klimaatnieuwtjes. Ik denk het niet.
Misschien kan Trump het uitleggen.☻

Amfibie

Een ritje met de busboot    (filmpje of bus maakt veel lawaai),  dat staat al enige  jaren op mijn lijstje maar het kwam er nooit van.
Het lijkt me fantastisch, dat moment van ‘daar gaan we’.

Hoe voelt dat nou, zomaar het water in rijden?
Eng, zegt de een. Weet niet, zeggen de meeste anderen. Het spreekt niet iedereen aan, zo weinig als je er over hoort praten.
Terwijl het mij juist zo mooi lijkt.
Als ze nu ook nog opvouwvleugels inbouwen had je een vakantie voor elk wat wils: busritje, boottochtje, vliegreisje ineen. Zelfs uitklapbare pedalen sluit ik niet uit, zoiets als een bierfiets. Maar dat zijn natuurlijk zinloze spinsels, niemand gaat voor zijn plezier fietsen in een bus en waar zou je de bel moeten plaatsen?
Intussen zijn in een paar plaatsen dergelijke vaarbussen, Rotterdam, Amsterdam en Wamel en misschien in meer gemeentes.
Misschien, ooit, komt er ook een in ons dorp, de visvijver is groot genoeg en de karpers duiken wel naar de diepte.

Twijfel

Het was lekker in de zon.
Daarom stond ze in dubio: buiten koffie drinken? Of toch maar binnen?
Hij zag haar aarzeling, ‘doe het niet,  raadde  hij, ‘ga liever mee, een stukje fietsen’.
Goed.
Voor de kledingkast twijfelde ze: shirt of een bloesje?
‘Niet doen’, hij weer, ‘trek een trui aan’.
Oké.
In de gang talmde ze bij de kapstok: spijkerjack of dunne fleece?
‘Je kan beter je gevoerde anorak aandoen’.
Denk je?
Ze keek naar de schoenenplank:  slippers of sandalen?
‘Neem je laarzen, schat…’
Zucht.
‘Luister’, zei ze, ‘het is warm en ..’   ‘Jawel, maar het kan ook omslaan…’
Ze zei niets en trok een la open.
‘Wat zoek je?’  vroeg hij
Keurend keek ze naar zijn mond.
Hechtpleisters? Of duckttape?