Eenzaam stond het huis achteraan in de straat. Onbewoond.
Hoewel er meerdere woningen waren voelde het huis zich verloren en in de steek gelaten.
Het verlangde terug naar het geklip-klap van blote kindervoeten en gedreun van speakers. De klagerige stem van de oma en het brommen van opa.
Gegiechel, vermanende woorden, het wilde de gelukkige tijden her-beleven, en nog eens, en eeuwig.
Het was niet mogelijk, dat wist het huis, maar het hield zichzelf in stand voor nieuwe bewoners die, hoopte hij, leken op de vorige en die dáárvoor.
Het huis had sterke voorkeuren.
Een echtpaar, ouders van de moeder, een zoon, een dochter en als extra een kleine jongen. Deze samenstelling en niet anders. Zo was het zo, moest het.
Geen dieren, niet het kleinste beestje, hoe nietig ook. Ze raakten niet gewend, voelden instinctief dat het huis gedachten had en werden ziek.
–
Ongeduldig keek het huis uit naar de makelaar en gegadigden, bij elke bezichtiging hield het de adem in. Zozeer dat potentiele kopers een onaangename spanning bemerkten waardoor zij van de koop afzagen.
Het wachten duurde lang en af en toe verzonk het huis in nostalgisch gemijmer.
Dan dacht het weemoedig aan de oma van vier gezinnen geleden, de meest klagerige vrouw van allen die ooit als klagerige oma hier gewoond hadden.
En aan de allereerste bewoners, van wie de zoon een dwarse knul was die verdween op rooftocht.
De dochters die gegarandeerd voor problemen zorgden. De kleine nakomer, ondeugend en onweerstaanbaar.
De dieren die hij weg wist te werken.
De weemoed.
===
© BertjensB.
dieren
Ik ben het een beetje zat, dat we slecht zouden zijn.
De mens?
Vernietiger van de natuur.
Het slechtste wezen op aarde.

Laten we even nadenken.
Worden tot wat en hoe we nu zijn, dat deden we toch nooit met een vooropgezet plan?
Hadden we in holen en bomen moeten blijven? Natuurlijk fruit plukkend? Moes van wild gras kokend?
Jagers onmiddellijk straffend? Dieren alleen etend na een natuurlijke (giftige) dood?
Zouden onze hersenen zich dan ontwikkeld hebben op dezelfde manier als nu?
Nogmaals in het kort:
zouden we dan nog bestaan?
==
Geen seks met mannen die vlees eten.
Volgens een professor
‘….mannen eten meer vlees dan vrouwen, ook zijn mannen gemiddeld groter en zwaarder dan vrouwen en hebben ze meer spiermassa. Tot slot gebruiken ze meer benzine. Dus ze rijden meer auto.’
Kijk es an, vreselijk zaken, dat zullen we ze laten voelen.
En hoe gaan die vrouwen dat doen, met een kuisheidsgordeltje, apart slapen, Gatver, je ruikt naar gehaktballen, bijvoorbeeld?
Het belangrijkste:
Gaat het helpen voor de dieren al is het zijdelings?
Klimaat?
En hoe dan wel?
==
De boeren – de vrouwen.
Vaak kijk ik naar ze. Omdat ze gewone mensen zijn.
Soms vraag ik me af hoe die vrouwen denken, waarom ze reageren. Daten is doodgewoon maar dit is een openbare vertoning met reële gevoelens, lijkt me moeilijk voor spontaan gedrag.
Is het spannend? Vinden ze een buitenman aantrekkelijker dan een gemiddelde partner? Voor de gein? Willen ze gezien worden? Houden ze van dieren of groenten?
Onder de pannen zijn met een gegoede boer? Een klein bedrijfje of simpele keuterij kwam ik nog niet tegen.
De kandidaten doen veelal enorm hun best.
Het gehengel is nogal genant en neemt soms zielige vormen aan, temeer daar het gedrag van een paar boeren het spel er niet makkelijker op maakt. Ik zie ze zelden geïnteresseerd zijn naar de achtergrond van de hijgsters en herken alleen hun wachten op het-grote-moment.
Hebben deze vrouwen een masochistische inslag?
Ik zou best psycholoog willen zijn om dat allemaal te onderzoeken.
–
Ziedaar, voldoende ingrediënten voor een roman of film.
Beter dan de gelikte figuranten in de zoveelste talkshow.
==
Weerbarstig
Nu is het pas ècht lekker warm buiten, nu de wind afneemt.
Vanmorgen toch nog een uurtje de thermostaat op 20 graden gezet, voor de vorst.
Zie het verschil.
Foto links ongeveer 6.45 u, rechts 15.39 u (in volle zon maar ook elders was het warm genoeg voor een zomerjack.)
Voor die koude ochtenden ligt nog steeds een bontbadjas naast mijn bed om niet te bevriezen bij het opstaan. Synthetisch, dat zeg ik er alvast bij, ik ben diervriendelijk. Althans, wat badjassen betreft.
En dan te bedenken dat zelfs de polen er de brui aan geven en zich naar warmte opwerken. Hopelijk leren de ijsberen en andere pooldieren zich tijdig aaan te passen.
Het klimaat geeft niets om dieren.
==
Vergeven en vergeten
Dat werd wel gezegd na het uitpraten van ruzies.
Het leverde gemengde gevoelens op.
Naar wat ik zie is het: vergeven maar half en vergeten nooit.
Niet dat ik vaak ruzie had, heel weinig.
Maar ik hoorde natuurlijk wel de praat achteraf van anderen, op school, kantoor, in families en buurt. Ondanks goedmaking bemerkte je blijvende rancune waardoor je dacht, één verkeerd woord en de ruzie brandt opnieuw los. Denk aan Het Familiediner.
Ook bij goedwillende mensen die met de beste bedoelingen de onmin uitpraten zie je het.
Vergeven is mogelijk, het komt in veel gezinnen en andere groepen voor. Ook huisdieren vergeef je.
Vergeten daarentegen is een andere zaak. Bij de eerste de beste woordenwisseling laait het oud zeer weer op.
Wonderlijk, hoe wispelturig het geheugen ook is, dat oude zeer onthoudt men.
==
Ecce homo
De mens is een vreemd wezen;
hoe naakter men hem ziet, hoe meer hij in zijn hemd staat .Het komt goedkoop op me over, een variant op ‘wie lacht niet die de mens beziet.‘ (herkomst niet bekend).
Hoe dan ook. 7Je vraagt je af: wat zie je dan?
Vergeleken met de dieren lijkt de mens op een onbehaarde slingeraap en ja, dat moet een wonderlijk gezicht zijn, denk aan Tarzan en dat was nog een goedogende vent. Ik zie mijn opa al.
Maar dat wordt niet bedoeld, leerden we.
Wat dan wel, de houding, besluitvorming, intelligentie of gebrek daar aan, mentaliteit, emotioneel gedrag? In dat geval is er geen vergelijkingsmateriaal en wie bepaalt dan dat hij lachwekkend is? Dieren? Zij denken niet.
Een superpientere kan smalend doen over simpele zielen.
Een kerkelijke kan neerkijken op huichelaars.
Een braverik kan spugen op dronken carnavalvierders en een stille aanbidder minacht de keus van zijn geliefde.
Andersom echter kijken de laatsten neer op de bespottelijke arroganten.
Wie bepaalt dan het groteske van de mens?
Mensen die zich hoger achten?
Ergo.
Zij zijn de echte lachwekkenden.
==
Man spreekt

–
Een paar jaar geleden spraken we iemand die op deze manier zat te jeremiëren, ontevreden over zijn inwonende ouders, kinderen en kippen. Bloedserieus zei hij letterlijk:
‘Een gewoon mens zou het niet aankunnen, het is maar goed dat ik me kan aanpassen’.
Hij snapte niet waarom we lachten.
==
Geen aanleg voor boerin
Voortbordurend op het boerenevenement besef ik dat ik weinig wist van het dierenleven ondanks de aanwezigheid van kat, hond, kippen en konijnen in mijn jeugd.
Ook zag ik dagelijks koeien in de wei achter ons erf, schapen, paarden.
Hoe kwam ik dan zo dom?
Desinteresse, neem ik aan.
Koeien aten gras en veekoeken (die we zelf ook stiekem proefden).
Paarden en schapen aten gras.
Konijnen waren gek op, inderdaad, gras.
Kippen lustten alles wat moe uitstrooide, meestal etensresten vermengd met maïskorrels of iets dergelijks, daar bemoeide ik me niet mee sinds ik wurmen aan een snavel zag hangen.
—
Ik zou niets terecht brengen van een gezonde veestapel.
Dat bleek toen iemand ons een konijn cadeau deed. Ik wilde het beestje een speklap voeren maar echtgenoot greep in.
Niet dat het wat uitmaakte, het dier eindigde uiteindelijk bij iemand die van konijnen hield. In de pan.
Met hond en kat was het handiger, de supermarkten stonden bol van gericht voer, je zou er zelf trek in krijgen.
Cavia’s en hamsters werden door de kinderen bevoorraad wat ook maar beter was. De parkiet daarentegen ontsnapte, nooit meer teruggezien.
–
Voor boerin was ik duidelijk niet geschikt.
Voor mensen wel, ik maakte fijne patat en zalige appeltaarten en wat denk je van knapperige verse sugarsnaps. Bloemkool in tweekazige saus. Citroenrisotto. Verse tjap tjoy. Enzovoorts.
Maar daar hebben koeien en zo natuurlijk niets aan.
Ze zouden me uitlachen.
Weten zij veel.
==
Fantastische kerstbomen
Dit is er een met dubbele kruin.
Heel bijzonder, had ik nooit eerder gezien, alleen op mensenhoofden.
Die hebben dan een heel ander kapsel.
En bij dieren met een te dikke vacht.
Ik herinner me een cavia die verscholen leefde onder zijn haar, meer kruin dan vacht.
Enfin, de kerstboom lijdt er niet onder al houdt hij zich graag op de achtergrond, hij verschuilt zich liever achter een mistbankje maar dat heeft met zijn verlegenheid te maken.
We vinden het wel apart.
Alleen het kammen is ’n beetje lastig.
–