Voor
wie bang is in vliegtuigen
geen vertrouwen heeft in de piloot
niet graag onder de mensen komt
het milieu wil sparen
en het klimaat
niet veel geld wil/kan uitgeven
of nog andere redenen heeft,
is dit een spannend alternatief.
===
.
Voor
wie bang is in vliegtuigen
geen vertrouwen heeft in de piloot
niet graag onder de mensen komt
het milieu wil sparen
en het klimaat
niet veel geld wil/kan uitgeven
of nog andere redenen heeft,
is dit een spannend alternatief.
===
.
De rotzak, nu moest ik natuurlijk extra bang worden. Alsof ik dat niet doorhad. Hah! De borrel deed me goed, ik snapte hem helemaal.
Nu nam ik een kloek besluit. (zo mooi nietwaar: een kloek besluit, een van de betere termen).
De doos weer dichtmakend –met vaste hand!- overdacht ik een ferm antwoord, zocht een pen.
Es even denken. Eh..
En dan weer inpakken.
Hoe zat het ook alweer? O ja, plakband. Of touw?
Het lukte me de boel stevig dicht te maken.
Nu nog opsturen.
Met een kauwgumpie tegen de kegel fietste ik lijnrecht naar het postkantoor, en verzond de doos retour afzender. De vent achter de balie keek me raar aan toen ik het pakket neerkwakte, poeh, morgen zou er iemand nog veel raarder kijken.
Opgelucht reed ik terug, ziezo, daar was ik van af.
Had ik toch maar netjes opgelost.
Terug in de keuken zette ik me met een big smile weer aan de keukentafel, een goede afloop vierde je met een forse bel. (Wat is onze taal toch goed gevuld, nu dit weer: een forse bel, schitterend toch?)
Ik schonk mezelf in, grinnikend.
Spelend met een stukje papier dat — eh, papier? wat?
O my god, het antwoord, glad vergeten. Nu zou hij niet snappen wat ik bedoelde, wat bedoelde ik ook alweer, kurristus, wat moet ik nou.
Jankend nam ik een slok, spijtig al wist ik niet precies waarom.
Godverdesnotter.
Tranen stroomden het glas in, ook dat nog.
Ik ging naar bed, nam een nieuwe fles mee.
–
Hier was niets meer aan te doen.
==
©
Brt Bertjens.
Knippend aan de druiven viel er iets op mijn haar.
In paniek gooide ik de snoeischaar neer en veegde over mijn hoofd. Wat het ook was, het viel in mijn nek.
Nog meer paniek, rennen naar binnen, bloes uit, wapperen en trok hem weer aan.
Ziezo.
Maar het was niet goed.
Hoe kan dat nou? Ik keek over mijn schouder en krabde aan mijn rug, er zat nog steeds wat, ik voelde iets trekken.
Opnieuw naar de spiegel, bloes uit en
..zag dat ik hem achterstevoren had aangetrokken. Knopen op de rug, krap in de mouwen.
=
Waarom die overdreven paniek?
Elke zomer zitten er oorwurmen in de druiven, daar ben ik vreselijk bang van. Absurd bang.
Dus je begrijpt…
==
Dit zijn een paar van de stokreuzen, ik kon de camera niet laten liggen.
In de ochtendzon tegen achten, als het nog fris en fleurig is, is het een vriendelijke aanblik.
Ze worden elk jaar ’n beetje groter, alleen de kleuren filteren zich uit. Rood en donkerrood zijn verdwenen, behalve 1 witte is de rest allemaal roze. Is dat bij rozen ook niet zo? Ik las zoiets, ergens.
Verder geen nieuws behalve dat de barometer terugloopt, het nadert VERANDERLIJK. Nu hoop ik dat we niet in onweer terechtkomen, als ik érgens bang voor ben…
Bang voor de koepel, de schutting, het platdak en dan die bliksem en het geratel.
Schietgebedjes helpen nooit, voor een ongelovige komt de jezusmariajozefhelp niet in het geweer.
Ik zal zien of het KNMI iets kan doen om eventueel onheil af te wenden maar ik zie het pessimistisch in.
Trouwens, bloemen houden er ook niet van.
==
Een meisje loopt door het park, zich haastend, het begint al te schemeren. Bovendien hoort ze voetstappen achter zich.
Omkijken durft ze niet.
Ze versnelt. De voetstappen ook.
‘Ga weg,’ roept ze bang, ‘ik bel de politie.’
‘Doe niet zo raar,’ zeggen de voetstappen,’we houden ons aan anderhalve meter.’
Ze zwijgt, niet in het minst gerustgesteld, versnelt nogmaals tot ze rent en de uitgang bereikt. Opgelucht leunt ze in het licht tegen een lantaarnpaal.
Verschrikt veert ze weer op.
‘Zie je nou? Niks aan de hand.’
De voetstappen verdwijnen.
==
Update
Een ander slot, aangeleverd door Ans, ms, Suske, TaaltuinZuid
Hartelijk dank.
Net als ze weer op adem is en haar hartslag weer een normaal tempo heeft hoort ze gehijg achter zich. Ze geeft een gil…..dit is teveel…. dit kan ze niet aan….wat moet ze nou?
Ze valt op haar knieën en slaat haar handen voor haar ogen….ze wil het niet zien!
Dan voelt ze iets kouds in haar nek en gilt weer…….
….”Dino! Hierrrrrrrr” Dino? Huh? Ze kijkt op en ziet en man met een hond, de man kijkt haar aan: “Gaat het weer een beetje? Schrok je erg van Dino? Je was net al zo schrikkerig toen ik achter je liep. Dino doet niks hoor, ’t is een best beest!”
Van opluchting begon ze te huilen…… blij dat er echt niets aan de hand was!
Ans.
====
“Wat voer je in je schild?” vraagt hij “Laat me door” en hij belde de politie.
ms
====
Net als ze weer op adem is en haar hartslag weer een normaal tempo heeft hoort ze gehijg achter zich. Ze geeft een gil…..dit is teveel…. dit kan ze niet aan….wat moet ze nou?
Toch kijkt ze om, de voetstappen zijn ook gestopt. Een duistere figuur met cape staat daar zonder een woord t zeggen. Zijn gezicht wordt duidelijk zichtbaar. Het is een lijkwit hoofd met holle ogen. “Eindelijk kan ik je naar de hel sturen !” spreekt hij met onmenselijke stem terwijl hij een mes te voorschijn haalt. Ze gilt het uit en voor ze goed en wel beseft wat er gebeurd is ligt ze naast haar bed op de grond.
Suske
===
De voetstappen verdwijnen. Maar de aanwezigheid blijft. Ze durft niet om te kijken maar ze voelt dat er nog iemand is. Ze voelt het gewoon. …
TaaltuinZuid
===
Het is avond en stil.
Ik lees met halve aandacht.
Ik let op vreemde geluiden, zet de televisie zachter.
Sssssh. Wat was dat? Nog een keer, wegstervend, pfff, een film.
De volumeknop gaat dicht.
Verder lezen, waar was ik nou weer? Ik vind de pagina niet meteen, schrik op door voetstappen. Trillend sta ik recht, luister, hoor ze voorbij gaan.
Diep zuchtend drentel ik door de kamer, zie een spook in de spiegel en schrik. Lijkwit, de ogen groot van angst.
Beter om naar bed te gaan? In slaap vallen door vermoeide leesogen?
Het is pas elf uur, ben ik straks te vroeg wakker.
Hoor ik de buren? Ik hoop het, een veilig gevoel. Hoewel, die zijn toch op vakantie? Maar…
Wat is dat geruis dan? Ik kijk rond, herken opgelucht het suizen van leidingen. Ik merk dat ik beef van angstige spanning.
Gekras bij het raam doet me nogmaals verstijven. Voorzichtig kierend staar ik een kat in zijn ogen die luguber gloeien of is het de maan? Beweegt daar een gordijn?
Resoluut zet ik de tv uit en ga naar boven. Kijk onder bed, in kasten, achter gordijnen, durf dan pas naar de wc en wastafel.
Moe van de spanning slaap ik snel in.
–
Bang zijn is niet te harden.
==
Dat ben ik, van aard. Overgeërfd misschien.
Of waren een paar dingen toch van invloed? Ik weet het niet, in grote gezinnen had je altijd wel iemand die je aan het schrikken maakte.
Er was een zus die graag enge dingen deed als plotseling voor en donker raam staan. Ik was haar meest gewilde slachtoffer.
Grote zesdeklassers met griezelpraatjes over rare mannen in de bosjes, gluipers die in het donker rondslopen.
Natuurlijk hadden we ook een lollige oom die ons de stuipen op het lijf joeg met aanschouwelijke beelden van de bullebak en tientonen, wonend in ons modderslootje.
Dan had je nog iemand die grappig dacht te zijn.
Wachtend op de trein stond hij op het randje van het perron en zei dan: je zou toch met je hoofd op de rails vallen.
Of op de pont deed alsof hij het IJ in zou rijden.
Echt overal deed hij zoiets, de lammeling.
Hij zal zelf wel bang zijn geweest.
–
Moe verbood bangmakerij ten strengste maar ja, achter haar rug gingen de dingen hun eigen gang.
Nu zit ik er mee opgescheept.
In elke hoek zie ik een griezel van draculaformaat en schrik me dood van mijn spiegelbeeld. Schuifelend verplaats ik me door de straten, vraag me af wat er in deze laptop huist en wie zegt dat de buurkat niet een verkapt monster is?
Nou? Nou??
==
Er hing een geur sigaren en cognac. Het overviel me bij het lezen over een bruiloft.
Nou weet ik wel dat mijn verbeelding gauw op hol slaat maar dit ging me te ver, ik lag in bed!
Anderzijds vind ik het juist lekker om me in te leven. Zoals er gezwijmeld wordt bij plaatjes van poesjes, hondjes en ander dierlijk liefs zit ik ademloos boven vertellingen met beeldende taal. Ik ben geen filmfan maar stel me voor dat kijkers hetzelfde ervaren.
Soms charme, soms keiharde rotzooi. Ziekte, ellende en dood horen daar ook bij.
Met die laatste onderwerpen is het oppassen, is de sfeer tè indringend dan voel ik me niet lekker en roep mezelf tot de orde: stel je niet aan.
Je kunt nu eenmaal niet alle narigheden uitbannen, ook niet in films en romans. Zelfs veel kinderen lezen en zien liever zieligheden, enge dingen en opwinding.
Met elkaar in tegenspraak is het wel: ontspanning dient levensecht te zijn, op zich al een contrast voor velen.
Maar ja, een ‘gewoon’ leventje is niet veel aan, dat hebben we thuis meestal ook.
==
In de roman die ik las kwam een kat voor die een hekel had aan iemand, zo vurig dat hij de man krabde als hij de kans kreeg. Of een kat dat echt zou doen is een vraag.
Mij deed het onmiddellijk denken aan R, een vroegere vriendin.
Elke hond die we hadden (nou ja, in totaal maar 3) was bang voor of kwaad op haar.
Zodra ze de achterdeur opendeed reageerde de eerste (fox) door op te vliegen en in de verste hoek zitten terwijl een fox niet bang is aangelegd.
Bij de volgende (basset) werd het grommen en tanden laten zien, zo ver mogelijk van haar af.
De laatste (spaniel) zat haar -ook al op een afstandje- in de gaten te houden, bij bewegingen gaf hij een inwendige grom.
Later, toen we geen dieren meer hadden, kwam er een vinnig dwergpoedeltje op visite, tegelijk met R. Je raadt het al, het beest ging tekeer als een razende en we moesten hem buiten zetten waar hij zich schor kefte.
Ze probeerde wel eens een aaitje maar ze lieten het niet toe, hapten zelfs naar haar hand.
We vroegen of ze dat elders ook tegenkwam, die hekel van dieren. Ze wist het zelf niet.
Aan de katten merkten we niets, die smeerden hem sowieso al als het te druk werd.
–
We hebben nooit geweten wat zij in zich had waarmee ze de honden zo op stang joeg.
Ze gedroeg zich heel gewoon, we konden het goed met elkaar vinden.
Misschien dat haar harde stem, samen met haar drukke manieren iets opwekten? Voelden ze haar onverschilligheid als een afwijzing? Het is raden.
Zou het dan toch waar zijn dat dieren een karaktertrek onderkennen? Maar welke dan?
=