Verandering dat wilde ik
maar had geen duidelijk doel
ik dacht en dacht en
wisselde
uiteindelijk van stoel.
–==
Verandering dat wilde ik
maar had geen duidelijk doel
ik dacht en dacht en
wisselde
uiteindelijk van stoel.
–==
‘Wat ben je mooi
en mysterieus
met je blonde haren
en druppeltjesneus
je ogen zo glanzend
je mond op een kier
toe, zeg wat…’
‘…de verkoudheid
die zit me tot hier!’
==
‘Wat ben je mooi
en mysterieus
met je rode haren
en nattige neus
je oren bewegend
je krullige kop
toe, zeg wat…’
‘…rrrrrrrrrrrrrrrrr
rrrrot alsjeblieft op.’
-==
Een laat journaal
biedt weinig nieuws
de knop gaat om
het boek is bijna uit.
Een laatste glas
bij ’t cryptogram
“een hete ex = oude vlam?”
ik rek me uit
en doof het licht
bestijg de trap
naar’t wachtend bed.
Tevreden ga ik slapen
ik heb de dag gedicht.
Er was eens een kip zonder kop
paniekerig dikte haar krop
ze draaide in’t rond
totdat ze’m weer vond.
Een koploze kip is een flop.
Wat was ik blind
een kuikentje.
Het is cliché
maar waar, zo waar,
ik wist niet dat
een boekenwens
veranderen kon en
klip en klaar
ontaarden zou
in droge stof en zeurderig doceren.
Mijn hang naar kennis werd
geen weten
noch ging ik
begrijpen —
Dertien jaar
was ik
en enthousiast
en willig om te leren.
—
© Bertjens
ps
Mogelijk stond dit eerder in een vorige weblog. Ik kan het niet meer terugvinden.
Dit jaar stop ik met bloggen,
een pijnlijk besluit
tja,
ik wil er ook wel eens uit
en ga dagelijks wat joggen
goed voor buik, rug en kuit
tot het jaar voorbij is
en ik de lezers zo zeer mis
dat ik weer begin.
en me bezin
op nieuwe avonturen
en oude creaturen
en meer…
en meer…
(de rijm is even op)
Tot volgend jaar.
‘k Heb nu al spijt
mijn ogen tranen
‘k hoop dat het slijt.
==
ps
Ter ere van de blogstop heb ik er een spiksplinternieuwe selfie tegenaan gegooid.
Nu is er een herfstachtig weertje
Ik speur naar een ijs-elijk sfeertje
inwendig reeds kouwelijk
bedenk ik, aanschouwelijk,
een wollige sneeuwstorm, ik zweer’t’je.
–
We krijgen misschien ook een winter
natuurlijk zie ik dan een flinter
van bloemen en kalfjes
en zonnige zalfjes
en zie de gezichten getinter.
–
Daarna komt de lente, ‘kvoel hitte
smeer bruinsel tegen het witte,
wacht lijdzaam op juli
drink cool en eet culi-
-gezond en blijf luiig lang zitte.
–
Zomer. Ik denk aan de stormwind
aan blad dat als goud door de straat sprint
mijn hoofd staat naar misten
en bessen aan risten
niets dat me aan de augustusmaand bindt.
==
Er was eens een misselijk mens
ze voelde haar maag zeer intens
eenieder liep wijd om haar heen
ze zag niets, ze wilde alleen
de maag leeg, haar enige wens.
–
Ze nam een hap zout om te braken
en spande alvast hare kaken
teneinde te spuien het maal
in één grote vuilvette straal
van voedsel in diverse smaken.
–
Ze schoonde haar mond met een spuugslab
en veegde hem af aan haar nekkwab
‘Niks waard, dat gekots
tis tegen mijn trots.’
Toen nam zij als troost ene speklap.
=
Het was een natte dag vandaag
met een herfstig windidee
ik kookte aardappels, een laag,
dan melk, en vette boter voor ons twee.
De zon die vroeg me voor een reis
‘zeg, ga je mee? ’t Is altijd prijs.’
Natuurlijk deed ik dat terstond
wie wil dat niet, de wereld rond
van oost naar west
en op het lest
de suidersee
om in te sakken.
Pas toen ik thuiskwam
dacht ik aan
de aardappelpuree.
Die stond ze bruin te bakken.
© Bertie