
Toen nam ik een stoel en ging voor deze impressie zitten en keek, net zolang tot ik weg droomde en dacht het geruis te horen.
Het was levensecht, zelfs zag ik de golven woest worden en schuimkoppen opkomen, ze sloegen neer op het strand, meeuwen krijsten, het water spatte van het doek en ik schoof naar achter voor de vloed.
Het was levensecht, zelfs zag ik de golven woest worden en schuimkoppen opkomen, ze sloegen neer op het strand, meeuwen krijsten, het water spatte van het doek en ik schoof naar achter voor de vloed.
Het zweet brak me uit, het was niet de bedoeling dat ik zou verdrinken.
–
–

Ik zag de kerstplant, de enig overgebleven versiering.
Daar had ik geen verbeelding voor nodig, die leeft echt al hoorde ik hem niet groeien. Voor zolang het duurt, meestal hebben die dingen er gauw genoeg van maar nu liet hij zich nog bewonderen.
Zou een scheutje groeiwater helpen? Ik gaf het hem.
–
Een zee-beleving en plantenbezoek, een drukke middag.
==