Rust roest

Een skelet zat voorovergebogen op het grasveld.

Wat moet dat hier? klonk een boze stem. Wat doet U in mijn tuin?
 – O, sorry, ik ben zo moe. Ik rust even uit.
Moe? Waarvan? U ligt toch meestentijds op het kerkhof?

Het skelet zuchtte.  -Weet U, je wilt er wel eens uit.
De stem werd milder. Dat snap ik, amper beweging…
Even later. Weet U dat U een verkeerde kleur hebt? Geraamtes  horen immers bleek te zijn?
 – Zeker, ben ik toch?
U lijkt me wat roestig, dat is funest voor bewegende onderdelen.
 – Echt waar? Wat erg, op mijn leeftijd…
Wacht, ik zal U helpen met antispul, werkt úúren. Het skelet wachtte met spanning en ja, daar verscheen de stem, al sproeiend over alle botten tot het skelet lenig opsprong. Hij liep met druppelende maar verende tred.
  -Super, bedankt hé.
Graag gedaan.
  Beiden zwaaiden.
skeleton-1940283__340
Skelet kroop zijn eigen graf weer in.
Soepel gleed hij onder het deksel en rekte zich uit. En nog eens, oefende zijn knieën. Strekte de vingerbotjes.
 -Lig es stil,  mopperden een paar medebewoners,  – je houdt ons wakker met je gebonk.
Nou zeg, dacht hij, ben ik gezond bezig, heb je dat weer.
Hij kreeg een idee.
 – Morgen ga ik een een vat antiroest halen en sproei het over alle graven.
Wie weet kunnen we een gymclub vormen, lopen we een wereldrecord, verslaan we Usain Bolt, en…zzzz…zzz…
Zo sukkelde hij in slaap.
Zijn tenen krulden bij de mooie dromen.
Zachtjes bonkend.
===

Skelet maakt een wandelingetje

Skelet werd stijf van het liggen.
Hij besloot tot een loopje en wachtte tot laat in de avond. Dan bleef iedereen thuis, niemand zou vragen waarom hij geen mondkapje had.
Moeizaam kroop hij uit het graf en schudde zijn botten wat losser. En ging.
Hij liep langs de winkels, passeerde op afstand de uitgaanscentra, bedacht op stiekeme boemelaars.
En jawel, daar kwam hem een groepje tegemoet.
Ze keken op, schrokken, verstijfd bleven ze staan en staarden.
‘Hallo’, zei Skelet vriendelijk, ‘ik kan nergens een mondkapje kopen maar ben niet besmettelijk hoor.’ Houterig hief hij zijn handen op in onschuld.
De uitgaanders zakten een voor een in elkaar, flauw van schrik en stiekeme whiskey.
Skelet keek naar het stelletje dat daar lag.
Ik kan maar beter naar huis gaan, dacht hij, straks verdenken ze me nog van moord.
Dat deed hij.
‘Bij de laatste onderzoeken is gebleken dat het virus kan leiden tot naargeestige hallucinaties.  Jonge mannen die….’
==