Als familie…

ufoscience-fiction-1924249__340
Een ufo doorkruist het luchtruim, langs de ene wereld na de andere.
De bemanningsleden zijn diep onder de indruk van de onmetelijkheid, en de ontelbare sterren, aan en uit.
Rondom de aarde blijven ze hangen, de kleurigheid boeit evenals de merkwaardige vormen van continenten.
Ze vragen bij hun Ruimtechef de coördinaten op en toestemming om te landen.
Het antwoord laat op zich wachten.
Dan ‘De Interruimtelijk Adviesraad verzoekt U dringend deze planeet NIET te betreden. Verlaat deze sector.’
Verbaasd reageren ze: ‘Verklaring graag’.
Opnieuw overleg aan de andere kant.
Na enige tijd volgt het antwoord,  deze keer in minder formele stijl
‘Het is nu nog rustig in het heelal, laten we dat zo houden.’
==

De aart(d)spessimist

Is het zoeken naar leven in de ruimte wel wenselijk?
Stel dat er een planeet gevonden wordt (bijna ondenkbaar maar je weet het nooit)  dan heb ik op voorhand medelijden met de nieuwelingen.
Zolang de mensen zelf nog van alles moeten uitvechten zullen ze alleen maar narigheden brengen.

Ze beginnen met een gemengde delegatie, kleurrijk, van alle gezindten, gewoonten enzovoorts, prediken eenheid terwijl de leden stuk voor stuk een dubbele agenda hebben. Naar aardse gewoonte.
Die groep gaat op expeditie in het nieuwe land om te kijken welk gedeelte het meest winstgevend is. Alle leden dragen vooral de eigen bedoelingen uit,  te weten die van hun president.
Grootheidswaan en wantrouwen reizen mee evenals hebzucht en jaloers racisme en dan de relifreaks nog.
Er ontstaat bedekte onenigheid, daarna bekvechten ze openlijk en tenslotte stationeren diverse aardse landen een defensie-eenheid op de nieuwe planeet en noemen het consulaten, dat maken ze de nieuwelingen wijs.
Het kan niet uitblijven: de ontvangers raken besmet met de menselijk geest en weigeren handel te drijven met de overheersers, ze belazeren elkaar over en weer.
Zo slepen de verhoudingen zich voort.
Met wat goede wil moorden ze elkaar uit en ontploft de planeet.

Gezien deze mogelijkheid is het te hopen dat het, bij eventuele ontdekking, een planeet betreft met een hoog virusgehalte of andere kwaadaardige eigenschappen.  Die waarschuwingssatellieten uitstuurt met teksten als: ‘blijf weg als je leven je lief is’  ‘opzouten’  ‘wij eten mensen’  ‘we hebben geen IC’s’.
==
Vraag: hoe zou een optimist dit zien?
==

Gezwam in de ruimte?

Begin  jaren 1960 hoorden we de eerste geruchten over verdwaalde mensen in ruimteschepen. Men scheen signalen te hebben opgevangen van vage en wanhopige stemmen, al of niet met veel ruis maar duidelijk verstaanbaar, in de trant van ‘…help me alstublieft help ik ga dood…’   of  ‘…haal me terug..’, de een nog ellendiger dan de andere.
Ze spraken Engels maar dat zei natuurlijk niets.
Men ging uit van landen die het niet zo nauw namen met de moraal, die doodleuk mensen de lucht inschoten zonder voldoende kennis van zaken, het zouden trainingen zijn, uitprobeersels, een soort raketje-spelen. Dat mensen stierven deed er niet toe.
We hoorden dat met name een paar oosters landen waaronder China hier debet aan waren.

Het werd geloofd door een paar mensen die ik kende. Niet zo gek als je weet dat ruimtevaart volop in de belangstelling stond en er sprake was van de eerste maanvlucht.
Zelf wist ik niet wat ervan te denken.
De sf-romans en verhalen die ik over dit onderwerp verslond waren veel spannender dan de geruchten.
Iemand zei eens: Maak je geen illusies, in het geniep gebeuren zulke dingen overal, in het westen net zo goed.
Tja, ik las natuurlijk ook boeken over geheime diensten en zo, dus het zou wel eens waar kunnen zijn.
Later hoorde je er nooit meer wat van, wie weet is dit  een echte  ?
==

Materxx. Deel 2

Update
Dit verhaal ligt voorlopig stil.
Er zijn nog een paar afleveringen maar ik kan geen bevredigende opening vinden naar een definitief vervolg.
Later, misschien.
Bertie.


Vermoeid was ze door haar bezorgdheid, niet alleen over het aankomend plaatsgebrek, vooral ook over de tijdinvulling van haar ochters
Het waren mooie tweelingen met intelligente gezichten, ze had redelijk hoge verwachtingen van Iksa (xxa) en Iksbee (xxb) – zoals ze voorlopig genoemd werden-  waarbij ze niet dacht aan hun interpretatie van wetenschappelijk ruimteonderzoek.
Met niet aflatend enthousiasme zochten ze naar vreemde bouwsels en opvallende natuurwonderen die ze mee naar huis konden nemen, ze beschouwden het als hebbedingen. En nu was de verzamelruimte vol.
Materxx had gehoopt dat de kinderen haar waarschuwing over ruimteroof ter harte zouden nemen, in plaats daarvan stuurden ze een breinsein met het verzoek om extra plek, ze kwamen met nieuwe vondsten. Alweer.

Naast het plannen van een dringend gesprek moest ze nu uitkijken naar meer grond. Weer een asteroïde aanhaken? Nog maar een maantje erbij? Konden ze niet beter wat oud spul weggooien?
Ze zuchtte, bedenkend dat ze al een groot cluster van ruimtegronden bezaten, hun woonplek was een almaar uitdijend lichaam. Ze moesten op de velden letten, men kon niet ongestraft met ruimtewetten sjoemelen.
Dit was niet haar enige zorg.
Het idee dat ze oude en andere planeten uitholden maakte haar onrustig.
En de geruchten die de ronde deden.

© Bertie

Materxx . Deel 1

Bezorgd en ook wat vermoeid schudde Materxx het hoofd toen ze haar ogen over de opeengepakte voorwerpen liet glijden.
Ze kregen plaatsgebrek, hun tuin was zo goed als vol.
Links achteraan stond de Eiffeltoren, iets verderop Westminster Abbey, delen van de Golden Gate Bridge lagen ertussen, overhuifd door de Hangende Tuinen van Babylon waarin stukjes van gesprekken te beluisteren waren. Onverstaanbaar door de oudtaligheid, niettemin aangenaam  voor de oren daar het gemurmel zich zijdezacht liet ophemelen langs de beroemde Toren die als speels extraatje in een der Tuinen was geplaatst.
Aan de andere kant lag de Grand Canyon, flink afgeknot door gebrek aan ruimte -ze glimlachte bij de woordspeling- en terzijde ervan, doorlopend tot de rechterhoek, bevonden zich achtereenvolgens het Kremlin, Vaticaan, Louvre geschakeld met Versailles, in een kleine nis een aandoenlijk Paleisje Soestdijk-in-verval en tenslotte een machtig en indrukwekkend Antarctica waar de pinguïns zich Napoleontisch gedroegen door hun keizerlijkheid: zij hielden een linker-  dan wel rechtervleugeltje  voor hun borst. Ze leken zeer Aards.
Het wandelpad langs deze collectie bood niet alleen een aantrekkelijk uitzicht over artefacten van de Oude Wereld, ook van diverse andere planeten uit het Zonnestelsel.
Artefact, een typisch aards woord, lastig te vertalen en dat daarom ingekapseld raakte in het ruimtelijk jargon.
Men nam aan  dat de meeste Ruimtelijken  zoniet regelrecht dan toch van oorsprong van Aardlingen afstamden.

© Bertie