Beetje regen

Zo verleidelijk, de regen
het was werkelijk een zegen
alle bloemen en het groen
in de berm en het plantsoen
kwamen aarzelend weer recht
–zou het waar zijn, is het echt? —

Toch niet een der allerdunsten
toonde ik mijn huppelkunsten
door te swingen
en te springen
met wat hipjes en een hop
van de een naar d’andere drop.
bloemdroogflower-314658__340
Maar de boom, het gras en blom
bogen terug van recht naar krom.
===

Het regende maar door.

Zoveel, de hele dag door.
We zijn blij dat het water op is.
Zo lastig om telkens te moeten zwemmen. Naar de schuur,  de waslijn, kliko, vuilnisbak, schoenen die staan te luchten, over de plassen heen stappen.
Ik geef het je te doen.
Het is wel gezond hoor, al die beweging maar je wordt er niet blij van. Regenjas en -hoed, paraplu, laarzen aan en hup, daar ga je weer. Bij terugkomst alles wijduit over stoelleuningen hangen en dweilen neerleggen voor de drup.
Ik weet wel dat ik niet moet miepen maar dat doet het chagrijnige weer.
Gelukkig zit er een groot voordeel aan het gedoe, je slaapt er geweldig op.
Dadelijk in het wachtende bed, draaiend en wiebelend  voor de juiste houding, nog even andersom en dan wegzinken.
Verrukkelijk.
—-
Tot morgen.
hondanimal-1842195__340
==

Regen, en regen, en…

Zomer 2008  2018  2019  2021  enzovoorts.
Dit zijn nog maar een paar van de fotootjes, terugkijkend zou je denken dat het nooit anders deed dan regenen.
Waarom de camera juist dan gebruiken?
Het is het beeld dat je ziet door ramen waarover water sliert, dat beelden vervormt. Ook de lelijke tegels horen erbij, de schutting, en soms je spiegelbeeld. Een platgeslagen bloemetje.
Bij aanhoudende regen blijf ik kijken naar het platdak, het neervallen en opspatten gaat maar door, soms veranderend in snelheid en geluid, dan wacht ik tot het water opwaait in harde wind en weer terugvalt in een rustiger ritme.
Fotograferen is niet mijn fort, ik zei het al eerder maar dat maakt niets uit, de foto’s  spreken me voldoende aan.
Het is niet anders: ik ben een regenramenfreak.
==

Regen? Daar word je hard van.

regen blan kaug18 2 - kopie
Het regende vanmorgen.  Heel hard, wat heet, het stroomde de wolken uit.
De potplanten die ik ingegraven had waren duidelijk ongewend na hun binnenverblijf. De een keek me aan met een smartelijke blik: wat doe je me aan, de ander was toch al zo goed als dood.
Ik knikte naar ze, ze moeten er aan wennen.
Tja, in vroeger jaren opgevoed, daar word je keihard van.
In het voortuintje zat de buurkat te rillen onder de spirea. Hij wees naar de te dunne takkenbos en van daar naar de druppels aan zijn oren.
Nou ja zeg, denkt hij dat ik een afdakje voor hem construeer?? Kom op, regen is goed voor de huid en anders ga je maar naar huis, aan de overkant.
In de serre zoemde een bij tot vervelens toe rondom mijn hoofd. Wat wil je nou, vroeg ik. Weet ik niet, zei hij, ik ben alles kwijt met die nattigheid. De weg, de waarheid…
Pfff, de klager, hij leefde nog. Ik stuurde hem de regen in.
Watje.

Het werd etenstijd en er was niets in huis. Ik moest boodschappen doen.
Terwijl het bleef regenen, hard, harder, iets zachter dan weer als een waterval.  Wat nu. Honger dreef me naar de supermarkt.
Stappend door de wolkbreuken herinnerde ik me de keiharde boodschap:
regen is gezond, daar krijg je krullen van.
En trok de gevoerde regenjas strak om me heen, het warme kapje over de oren.
krulspeldencurlers-1299103__340
==

Tegenvallertje

Vanmorgen naar de prikzuster. Het regende maar ik bleef redelijk droog.
Daarna naar de supermarkt. Het regende maar alweer niet hard.
Onderweg naar huis regende het nog steeds maar de temperatuur was zo zacht dat ik het niet erg vond, zoiets als een langzaam afkoelend bad. Ik prees me gelukkig; zuidelijke druppels in december zijn net zo goed als sneeuw.
Fijn is dat, dacht ik opgewekt, tijdig opstaan, ochtendwandeling, windstil, hier en daar een vroege kauw om je heen. Voelt goed.
En dat in deze tijd.
Lekker toch.
Je snapt dat ik het prima vond.
Thuisgekomen ruimde ik de boodschappen op, een gedeelte was bestemd voor de diepvries in de schuur en daar, van keuken naar schuurdeur, daalde plotseling een hoosbui op me neer alsof er een achterstand van jaren werd ingehaald.
In die paar meter werd ik alsnog kleddernat en koud.
Verdorie.
Het is duidelijk: een mens kan niet alles hebben.
==

Het hoosde en ik moest weg.

Het was vroeg en tamelijk dringend.
Ik zocht en vond ze terug, het regenpak met capuchon en luchtgaatjes, de laarsjes en plastic handschoenen. Alles kraakte maar er zat nog model in.
Ik checkte tijd, afspraak, regen en nog een keer. Toen moest ik gaan, ik kon niet anders.  Naar buiten waar de lucht donker was van nog meer regenwolken.
Soppend liep ik daar.  Twee huizen in eigen straat, bocht naar links, nog drie huizen en toen was ik er.
Waar het droog was.
=

Regendag

Toen de regen niet ophield en de dakdekker weigerde het gat te repareren omdat het te nat was zodat ik gek werd van het gedrup in een emmer gaf ik mijn ongeduld op.
Wachten kan ook op een betere manier.
Met wattendotten in de oren en een plens jenever in de thee zette ik me op de bank. Prettige stilte hing om me heen, het vage geluid van water klonk als in de verte.
Verzaligd leunde ik achteruit en nam nog een slok. Bladerde wat in de krant , las hier en daar een woord.
Vulde het glas bij.
Hoe zou het zijn een leven als dit te leiden?
Zou het een mens gelukkig maken?
Opgewarmd door de thenever filosofeerde ik een eind weg toen er opeens een figuur voor het raam verscheen. Hij wees naar de deur.
Ik schrok me lam,  haalde de watten uit mijn oren en opende de voordeur.
Daar stond een man in een rubber bootje met peddels en zwemspeelgoed. Koffer op de bodem.
Hij klapte het deksel open en begon.
‘Meneer, ik zie dat U aan waterssport doet. Kijk eens wat een prachtig spul ik voor U heb’. Hij haalde een snorkel te voorschijn, zwempakken, reddingsgordels, badmutsen, harpoengeweren, zwemvliezen, waterdichte brooddozen, een vlot en zelfs een badeend. Die kwaakte chagrijnig.
‘Maar hoe komt U erbij dat ik zwemmen wil?’
‘U drijft toch? Dus ik dacht…’
Dreef ik? Ik keek naar beneden en verdomd, water stroomde over de vloer via de stoep naar buiten. Rondkijkend zag ik de emmer overlopen.
‘Neem de boot, dan krijgt U alle extra’s gratis. En van de eend wil ik ook af, het kreng lacht nooit.’ Het beest keek nog steeds chagrijnig maar ja, ik kon hem altijd nog voor een Pekingschotel gebruiken. Ik accepteerde. De man wenste me veel plezier en dreef verder.
De boot sleepte ik naar het lek, leegde de emmer er in en plonsde de eend erbij.
Kwaad loenste hij naar me op. Ik schonk hem de rest van de thee. Hij proefde en schudde met een vies gezicht zijn kop.
Dan maar een scheut jenever erbij; dat hielp, na één slok kwaakte hij het hoogste lied, zwoel draaide hij zich op zijn rug en stak de poten omhoog. Eenden hebben niet veel alcohol nodig.
Zelf kroop ik opnieuw op de bank; zonder thee en oorwatten maar het gaf niet, de jenever hielp me de regen te negeren.
De rest van de dag is rustig verlopen, veronderstel ik.
We werden pas laat wakker en toen was het droog.
De dakdekker stond voor het raam en wees naar de voordeur.
==

Regen

Rond vijf uur vanmiddag stopte de wind.
Het golfplaten afdak tikte.
De stoeptegels spikkelden.
Het regende.
Ik zat er voor de helft in en liet me de druppels aanleunen. Lekker, na de stoffige warmte.
De tuin had het nodig maar het duurde even voor de zanderige bovenlaag het water doorliet. In stroompjes kronkelde het tussen de planten en pollen, hooisliertjes meenemend maar allengs werd de bodem zoals hij moest zijn. Voedzaam en nat.
De bloemen richtten zich op, ik zou zweren dat ze kleurden, knaller rood en dieper roze.
Als het groen zou zingen had het me niet verbaasd.
Het is dan ook een ideale regen. Gestaag, rustig. Geen keiharde plenzen.
Nu, ongeveer negen uur, gaat het nog steeds door.
Ik hoop dat de barometer zich inhoudt en het vannacht blijft regenen.
==