Kamp van Koningsbrugge

Weer met aandacht gekeken naar de serie Koningsbrugge en met verstand naar de evaluatiegesprekken: in twee tellen to the point.
Of ik het met de legermethodes eens ben doet er niet toe maar dit vond ik knap.
Zo snel de pijnpunten op te merken.
Ik denk hierdoor aan een hulpverleenster die ik van nabij kende. Ze had lijstjes met specifieke vragen  die betrekking hadden op  eigenschappen, psychische aandoeningen/ziekten.
Bijvoorbeeld: 7 van de tien vragen met ‘ja’ beantwoord? Dat wees op de ene ziekte.
Vijf maal ‘ja’  op een andere lijst deed denken aan iets anders. Enzovoorts. Daartoe had ze een heel spreekuur tot haar beschikking, schreef een rapport met bevindingen voor de psycholoog en verwees de patiënt.
De vragen begreep ik.
Maar ik dacht toen -en denk nog –  dat een ervaren psycholoog met een paar gerichte vragen eerder tot een juiste conclusie zou komen, even vlug als in de serie.
Afgezien daarvan weet ik natuurlijk niet in hoeverre de scènes in Koningsbrugge echt zijn of gespeeld.
Daarvoor zou je een deskundige moeten inhuren.
=

Psychologie van de kouwe grond

Het valt niet mee iemand te beoordelen. Eigenschappen en gedrag overlappen elkaar,  hangen met elkaar samen, dat is moeilijk, bijna niet te doen. Althans, niet voor een leek, psychologie is niet voor niets een universitaire studie al schijn je op HBO-niveau ook terecht te kunnen.
In het dagelijks leven is een dosis gezond verstand meestal voldoende en met wat empathie en  achtergrondkennis kom je een heel eind bij problemen.
Is er met iemand iets bijzonders aan de hand wordt het anders. Dan laten de  ‘kenners’ zich graag horen,  zij snappen alles van oorzaak en gevolg en leggen het graag uit.
Enkele voorbeelden: werkende moeders zijn zelf de oorzaak van scheefgroeiende kinderen. Of: kantoorpikkies zijn luie lapzwansen, anders hadden ze wel een vak geleerd.
Kenners zijn ook heel stellig in hun beweringen.‘Vertel mij wat,’ wordt er vaak achteraan gezegd.
Volgend voorbeeld is niet verzonnen. Een van hen zat bij ons aan de koffie.
We kletsten wat, over de zorgen van kennissen om hun zoon die de weg kwijt was, jointjes, bier, slechte pad. ‘Logisch,’  volgens de kenner, ‘de jongen is door en door verwend.’  Tja.
In hetzelfde gesprek kwam het kind van een ander ouderpaar ter sprake met vergelijkbaar gedrag.‘Logisch,’ aldus de betweter, ‘het kind  werd veel te kort gehouden, ze mocht niks.’
Dan sta je paf.
Niet eens doorhebben dat hij zichzelf tegensprak, niet kunnen uitleggen waarom beide oorzaken hetzelfde gedrag veroorzaakten, alleen maar die zelfverzekerde logica.
Het vragen om uitleg heb ik afgeleerd.
==

Een wonderlijk fenomeen

Een kennis kreeg een ziekte die niet vaak voorkwam. Noemde je de naam ervan, bleken er veel mensen mee rond te lopen.
‘O dat heeft mijn buurman ook.’  ‘Een meisje in de klas heeft er al jaren last van.’
Je koopt een nieuwe fiets in een bijzondere kleur, blij ga je ermee de weg op en plotseling kom je die kleur overal tegen.
De nieuwe baby krijgt een uitheemse naam.  Heel apart, kenden we nog niet. Anderen wel, wisten verschillende kinderen  op te noemen.
Je maakt het mee met allerlei onderwerpen, van een nieuw soort plant tot een afwijkend meubelstuk waarvan je denkt iets unieks te hebben.
(Een ander verhaal was een sullige vriend die opschepte met een knalgroen feestjasje en zich verkneuklelde  op jaloerse blikken.  Bleek het een rage te zijn, de helft van de feestelingen droeg er een.)
Vielen de dingen je niet eerder op, ben je zo met jezelf bezig dat je wereldvreemd wordt? Anderen herkenden dit ook en zijn toch niet allemaal gek? Verregaand egocentrisch?
Psychologisch zal het wel te verklaren zijn en het is geen wereldramp maar ik zou het jammer vinden als ik met een unieke geruite Ferrari de blitz wilde maken en eenzelfde tegenkwam.
=

Sokken


Door Mindf*ck kwam een herinnering boven over iets wat ik nog steeds niet begrijp.

Het was een onbenulligheidje. (sorry hoor, vroegere huisvrouwen hadden weinig interessante zaken te melden).

Het gaat over het ophangen van de was. Daar zaten heel veel sokken bij.
Ik hing ze per paar aan de waslijn, keurig bij elkaar passend.
Eenmaal greep ik in het wilde weg in de sokkenberg om ze NIET bij elkaar te laten passen, uit balorigheid, en wat denk je? Liepen ze gesorteerd in mijn handen. Echt waar
Opnieuw probeerde ik het, nu met de ogen dicht en weer gebeurde hetzelfde, sok na bijpassende sok. Nogmaals deed ik een poging en woelde alle natte sokken door elkaar. Je raadt het al.
Ik legde het voor aan een zus. ‘Lees liever een boek,’ zei ze.
Aan een broer. Hij tikte op zijn voorhoofd.
Mijn moeder. Ze geloofde me niet. Je was altijd al een fantast, zei ze..
En toch was het waar.
Waren we als huisvrouw zo geconditioneerd dat we bijna blind de juiste handelingen maakten? Dat besef maakte me treurig maar dat is een ander verhaal.
Het gaat me om het sokkenraadsel dat nooit is opgelost.
Ik dacht aan Victor Mid. Hij goochelt psychologisch of goochelt met psychologie, weet ik veel.
Als ik hem tref, ooit, ergens, zal ik hem het sokkenraadsel voorleggen.
Tenzij een van de lezers het antwoord weet.