Vroeg kerstverhaaltje. Herzien

Er was eens een muizinnetje.
Een knap ding maar ontzettend vraatzuchtig, alsof ze doorlopend honger had.
In het nest begon het al: niet bespeurde ze haar moeders melk of ze stompte alle broers en zussen hardpotig aan de kant..
En zo bleef het, met pap, snoepjes, kaas, chips, het was buitengewoon lastig voor de rest van het gezin dat zus alles voor de neuzen wegsnaaide.
De moeder waarschuwde haar, ‘Je eet je nog dood!’  Onheilspellend.
‘Nou en?’ zei haar vader, ‘dat is dan haar eigen schuld. Hoeven wij niet meer als een gek op ons kaasje te letten.’
Dat was wel hard maar van de andere kant, muizen werden nu eenmaal niet oud en als dochter verkoos zich naar het graf te eten, tja, misschien was dat te verkiezen boven kat of klem.
Ze haalde haar schouders op en at lustig door.
Toen, op een nacht, met het hele gezin op foeragetocht in de voorraadkamer, troffen ze de helft van een enorme kerststol en het bijzondere was dat hij daar zomaar op de plank stond,  ONAFGEDEKT!
‘Oooooohhh,’ riepen allen.
Eerbiedig kringden ze rond het grote mensenbrood. De geur van het baksel, vruchten en spijs bedwelmde hen bijna.
Zo niet het muizinnetje. Ze dook zonder aanloop middenin de spijs en at, nee, ze vrat en vrat, met vreselijke wellust dook ze kopje onder in het brood.
De anderen sprongen haar meteen na voor ze alles op had.
Helaas duurde het eetfestijn niet lang.
Er klonk gestommel, de deur vloog open en een mens zei: ik weet zeker dat ik muizen hoor. Poes, doe je plicht.
Natuurlijk wachtten ze de kat niet af en schoten als gekken naar hun muizenhuizen.
Behalve de vreetster,  klem als ze zat in het spijskanaal.
Bibberend wachtte ze op haar lot.
En ja, een kattengrauw weerklonk, een laatste piep, een vals gespin en een zacht sleepgeluid.
Ze had zich naar de dood gevreten.

Achter hun voordeur bogen muizenmoeder en -vader hun hoofd, ze baden voor muizinnetjes zieleheil en hoopten dat er nog wat over was van de kerststol.
=
© Bertjens.

Kat uit, muis in

Kat is nu al anderhalve week weg. Niemand weet waar hij zit.
Misschien op een warme plek bij iemands kachel, daar duimen we voor.
Hij kan ook platgereden zijn en aan de kant gelegd.
Gedood zijn door een vogel- of natuurliefhebber. In het bos in een strik vastzitten, opgehangen en godweetwat, kattenhaters kunnen wreder zijn dan de kat zelf.
We hopen er het beste van.
De eigenaren hebben een reservekat, die houden ze nu binnen. Begrijpelijk maar voor mij begrotelijk. Ik zit met een muis.
Na de begrafenis van de vorige hoor ik opnieuw geritsel, net als een van de buren die eveneens katloos is. Met wat pech wordt het een compleet ritseldorp en wonen we binnenkort in Wijk Muizenberg.
Ik wil ze kwijt.
Eerder had ik bij de Boerenbond naar een diervriendlijke antimuismiddel  gevraagd en men raadde snelwerkend vergif aan.‘Meteen dood mevrouw, ze voelen er niets van.’

Pfff, het lijkje dat in de kamer lag had op diverse plekken gebloed en lag er droevig bij. Ik vond het er weinig vriendelijk uitzien.
Op google raadde men een paar kruidensoorten aan die ze op de vlucht zouden jagen.
Ik had kruidnagels in voorraad, die heb ik langs de plint gestrooid. Tegelijk met een handvol zwarte peperkorrels en hier en daar een doorgesneden knofteen. Dit moet het gespuis op afstand houden.
Bij nader inzien haalde ik de knoflook weer weg, nu ruikt het heerlijk.
Alsof er een stoofpot staat te pruttelen.
Jammie…
Maar wat, zei ik pruttelen? Dat moet weer geritsel zijn. Of verbeeld ik het me?
Verdorie, avond weer verpest.
Ik vloek, denk na.
Zet dan resoluut mijn oren uit.
===

Druk

Vanmorgen was het te vroeg.
Daarna was ik niet thuis.
Later had ik huis-werk.
Toen was het etenstijd.
Aansluitend volgde het uitbuiken en middagdutje.
Flink wat tuinwerk.
Telefoongesprek.
Na afloop van dit alles struikelde ik over een dooie muis. Binnen, midden n de huiskamer, gadverdamme. Twee dagen is Kat niet geweest en meteen ligt er een lijk aan mijn voeten.

Het kostte me minstens een uur voor ik over de schrik heen was en een ordentelijke begrafenis kon organiseren maar het is gelukt, het beestje ligt tussen de buxusplanten en rust zacht.
U begrijpt dat er treurtijd nodig was.
Die is nu om, een glas wijn helpt.
Morgen hoop ik in staat te zijn tot een beter logje, de wijn is niet koppig.
==

Muis, gisteravond

Roetss en hij was voorbij maar ik had het gezien, een ding dat te groot was voor een spin en te klein voor inbreker.
Onder de radiator door naar de tv-kast en daar bleef hij/zij/LGBT.
Ik vloog op, zette de buitendeuren open en haalde de bezem, stampte ermee op de grond, bonkte tegen kast. Het hielp niet. Hij liet zich niet verjagen, bovendien werd het koud.
Wat nu. Doorgaan met lezen?
Tja, je zit niet rustig wanneer je huis wordt ingenomen.Wat heet, je complete privacy is naar de maan. Echt waar, ik voelde me gegeneerd toen ik mijn vest uittrok.
Toen ging ik maar naar bed.
Lekker liggen deed ik niet, bangelijke gedachten teisterden me. Het dekbed bewoog, het waren mijn eigen tenen. Knagende dromen stoorden mijn slaap. Uiteindelijk bleef ik rechtop in bed zitten tot ik vanzelf omviel.

Vanmorgen gegoogled: hoe raak je een muis kwijt?
Ik had niet de juiste spullen in huis om de muis (of meerderen, wie weet?) weg te krijgen; gif wil ik niet, een kleefplankje en klem ook niet, de buurkat is op vakantie. Bleef over een middeltje met eucalyptus, iets als Dampo of Vicks. Daar schijnen muizen misselijk van te worden.
In alle hoeken staan nu schaaltjes met dampo, het huis geurt alsof het verkouden is.
Het wachten is op een muis die naar de wc rent.
Dan spoel ik hem door.