Er was eens een dame uit Zaanstad
die pochte dat ze ‘het’ gedaan had.
‘So what?’ vroeg haar zoon,
‘Da’s toch heel gewoon?
Waar kwam ik dan anders vandaan, schat?’
Categorie: limerick
En dan moet de nacht nog beginnen
Ik droomde da’k een goudvis was
zag alles in een superplas
toen plots een robot me verscheen
en lachte. Zo gemeen:
“het ligt slechts aan je viskomglas.”
—
Limerick in drievoud
Er was eens een rotje in’t oosten
dat zou zo graag knallen, niet proosten
maar ach, wat verdriet
men wilde hem niet
en vond hem de nietsnuttelooste.
–
Huilend vertrok hij naar’t westen
ook daar zat hij snel in de nesten
men vond hem te vurig
en vormde balsturig
een lading aan massaprotesten.
–
Hij keek naar de groepen neuroten
zijn hart was al potdicht gesloten
hij zamelde restvuur
ontstak in een driftkuur
en heeft zich ter helle geschoten.
=
Limerick
Een rups in het plaatsje Ameide
verstuikte zijn voet op de heide.
Geen nood, sprak het dier,
ik leef voor de sier
en lever U tijdig mijn zijde.
–
vervolg
Zijn nicht daarentegen was braver
zij voerde haar olifant klaver
ze kocht het -ze stal niet
en las ook de Margriet-
maar ’t beestje had liever papaver.
–
tussendoortje-limerick
–
Er was eens een man die graag bietste
hij steelde voornamelijk fietse
na jaren profijt
was zijn bedje gespreid
hij kon op zijn lauweren nietse.
–