Beetje lachwekkend.

Gemiddeld weer in Nederland   in december.
Het weer in Nederland in december is kan erg koud zijn met temperaturen tussen de 4°C en 7°C graden. We raden het aan om warm te kleden. In de winter is er kans op oosten wind die de gevoelstemperatuur naar beneden brengt.


Nou ja zeg, zoiets zou een bemoeizuchtige tante niet eens durven zeggen.
Is dit een waarschuwing voor Saharabewoners die naar Nederland willen?
Is de schrijver/-ster zelf hitte gewend?
Wat doet hij/zij bij meer dan 5 graden vorst? Zich ingraven met een warme kruik?
Het doet me denken aan weerberichten die je hoorde bij hitte of superkou: gaat U morgen niet naar buiten zonder hoofdbedekking. Er was hier steevast iemand die ‘oud wijf’ riep naar de televisie maar dat kan ook aan de opvoeding liggen, te weinig warmte waarschijnlijk.

Natuurlijk is het koud in december in dit klimaat, alles wat boven de 7 graden komt is meegenomen en dan is het nog steeds koud genoeg voor een pet of trui.  En handschoenen.
Maandag wordt warmte verwacht, 10 graden lees ik hier en daar.
Zou het op aanvraag zijn van bovengenoemde berichtgever? Het scheelt tenslotte een hemd.
=

Afkoeling

Pas op voor aankomende week.
Vertropisched (vertropischt?) als we  imiddelszijn lopen we kans een flinke kou  te vatten bij temperaturen beneden 30°.
Paarse voeten, loopneus, kippenvel, rillingen, en natuurlijk heeft niemand meer een warme  kruik of wollen borstrok meer in huis.  Zorgelijk.
Gottegot, denk je dan, waar moet dat naar toe.
Lopen we slinks om corona heen, jaagt een te dun shirtje ons in de gordijnen.
De gedachte alleen al doet me naar een trui grijpen, thermometer en groc staan al klaar. Je kunt maar voorbereid zijn.
Alleen jammer dat ik geen verwarming meer heb. Iemand deed een bod op ketel en radiatoren en ik hapte meteen toe. Voor dat geld liet ik een paradijselijk zwembad aanleggen in de achtertuin.
Misschien kan ik er een schaatsbaan van maken.
Met ijselijke versieringen.
==

Cool? Nee, gewoon koud.

Goedenavond.
Hier schrijft een ijzig mens.
Verstijfde vingers gaan moeizaam over het toetsenbord.
Ik geef toe, het is eigen schuld.
Teleurgesteld door de hitte die nog steeds in huis hing en het magere regenbuitje stelde ik me verkoeling voor.
Ik dacht heel diep om een beeld op te roepen van een herfstochtend met vochtige mist, blote voeten in nat gras, en geloof het of niet: het hielp. Ik voelde dat koele gazon, zag die mist. Een weldaad.
Had ik het daar maar bij gelaten
Hebberig ging ik door en te ver, verzon sneeuw in Alaska, poolwind, doordringende vorst. IJsberen filterde ik eruit (ik ben niet gek), de sneeuw hield ik nog even vast.
Het werd te echt, te koud, te bibberig, ik wilde terug naar het natte gras.
En dat lukte niet meer.
Toen zat ik gevangen in mijn zelf opgeroepen bedenksels.
Vertwijfeling beving me.
Wanhopig fantaseerde ik de terugkeer van een warme zon. Helaas, mijn verbeelding was onderkoeld en werkte slechts langzaam. Nog steeds.
Ik zal het moeten uitzingen tot ik vanzelf weer op temperatuur kom.
Met stijve stappen loop ik heen en weer om hete koffie te zetten en soep op te warmen.
Het gaat vooruit, de laptop aanzetten is gelukt.
Voor vannacht staan een paar warmwaterkruiken klaar.
Morgen zal het leed geleden zijn.
Hoop ik.

Geen gezicht

Het was mooi weer.
De zon noodde tot wandelen in een luchtig jack en dat trok ik dan ook aan.
Na vijftig meter zeilden enkele wolken over, precies boven mijn hoofd. Ze bleven hangen voor de zon zodat ik het koud kreeg.
Bibberend liep ik de bibliotheek binnen, kwam mezelf tegen in de liftspiegel en schrok.
Éven dacht ik dat er iemand achter me stond, draaide me om maar nee.
Het was mijn eigen kouwelijke gezicht, lijkwit met roze oogleden. Haren piekten.
Mijn god, ga ik er op mijn oude dag uitzien als een ziek konijn?
Haastig deed ik de kraag omhoog, trok plukken haar naar voren. Ik bleef zichtbaar.
Dan maar met geheven hoofd.
In de boekenafdeling waren een paar mensen, ook aan de leestafel, bij de koffie en kranten, een paar bekenden zag ik.
Niemand merkte me op.
Ik begrijp het.
Ze zijn gewend aan zieke konijnen.

Hoed U voor bevriezing


‘Vandaag: zonnig, het wordt zeer koud met temperaturen  van rond het vriespunt tot 5° C’

‘Zeer koud’ nog wel. Sjonge.
Zullen we de ijsmutsen te voorschijn halen?  CV op 25 graden? IJsmeesters met prikstokken bestellen?
Wat is de mens toch soepel, nu al aangepast aan bijna-sub-tropen.
Nog eerder dan het klimaat zelf.

Aanvulling: hoedt U  of hoed U  is een lastige vraag, lees voor de juiste spelling
https://apps.nrc.nl/stijlboek/gebiedende-wijs-imperatief

Lees verder

Kouder

kauwenvolk

Hoed U voor het komende nieuwe jaar. Letterlijk want de temperatuur daalt.
Hoeveel precies weten we nog niet maar vast staat dat wij, gewend zijnde aan lang uitlopende zomers met winterrozen en kerstasperges, waarschijnlijk niet opgewassen zijn tegen kou.
Zelf heb ik voorzorgsmaatregelen genomen zoals het klaarzetten van een stoof en warmwaterkruiken; ook vond ik in een handwerkboek diverse patronen voor een flanellen pyjama en borstrokken. U begrijpt dat ik onmiddellijk aan het breien en naaien sloeg.
Samen met de hoed moet het voldoende wezen.
Kijk, de kauwen vluchten al.
Haast U, we kunnen niet veel meer hebben, voor U het weet heeft U wintertenen!