Benen als takken en zo lang dat ik zelf amper bij de tenen kon
verstand had ik nauwelijks
altijd ‘goede’ groente op tafel, jèk
de kat keek me niet aan
en nog veel meer.
Alleen de hond treurde mee.
Ik vatte het plan op te gaan zwerven en als ze me niet uitlachten had ik het gedaan.
Ver, zo ver mogelijk.
Was geluk toen echt heel gewoon?
Ik kon het me niet voorstellen.
Dat het op de een of andere manier in orde kwam, verbaast me nog steeds,
ik geloofde echt dat ik alleen op de wereld was.
Hoe kwam ik daar toch bij?
Geen idee.
==
herinneringen
Eh, dat weet ik niet meer.

–
–
==
Weemoed bij fotoalbum
Achter de wolken schijnt de zon.
←–Achter beboste bergen ook. Je kunt niet goed zien waar de grens tussen berg en wolk ligt. Fascinerend.
Ook wisten we nog niet hoe het weer zou uitpakken, maar mooi was het.
Uit een vakantiealbum van 2011, ergens in Frankrijk.
–
In het jaar 2008, in hetzelfde gebied, was de aankondiging duidelijker:
er was onweer op komst. Ook dat was fascinerend en spannend bovendien, we verwachtten filmachtige toestanden (die helaas uitbleven, we dronken als troost nog maar een glas wijn).
We zagen het vanaf een terras met uitzicht op de Pyreneeën. –→
–
Een van de leukste bezigheden bij een naargeestig humeur, foto’s kijken.
Het kunnen allerlei onderwerpen zijn maar in vakantie’s maakte je vaak net iets mooiere dingen mee.
Er is weemoed, uiteraard.
Misschien ook een traan of meer.
Toch krijgt na enkele jaren een andere instelling de overhand.
Blijdschap om wat er was, vrolijkheid bij lachwekkende poses.
Een gevoel van acceptatie.
Herinneringen die niemand je kan afnemen, kostbaar eigendom.
Zo ervaar ik het
–
Nette mensen
Teruggrijpend op het vorige logje denk ik aan de strengheid van de jaren vijftig.
We waren een arbeidersgezin, niets deftigs aan.
Katholiek, met protestantse en christelijke buren en meer soorten kerkelijken.
Allemaal dezelfde mensen, een viswinkel, bloemist en postkantoor, bushalte. Gewoner kon niet.
Toch was er een zekere stand. Een triestig soort waar we nu de schouders over ophalen maar toen heette het: als het er maar netjes uitziet..
Achter veel voordeuren speelden zich onverkwikkelijke zaken af maar naar de buitenwereld wilde iedereen zich keurig voordoen.
We vloekten niet, scholden niet in het openbaar, voortuintje was altijd geharkt, we droegen handschoenen naar de kerk en meer van dat.
Wat fatsoen betreft waren het barre tijden, we verslikten ons er zowat in. Deze opvattingen bestaan nog steeds
Geen wonder dat als tegenspel de hippietijd omarmd werd.
Zonder dat we het over neukwater hadden.
.
–
Vermoeiende herinnering
Vergeten hoeken heb ik gesopt, garage en schuur moesten leeg om te schrobben.
De serre kreeg een sopbeurt.
En de vliering, die had al jaren geen dweil gezien.
Het kwam door de groene zeepwoede die me in de greep had.
Ik had een pot in huis gehaald om een paar vette dingen op te knappen.
Daardoor herinnerde ik me de verheerlijking van dat spul, vroeger.
Groene zeep, god wat stonk die troep, we waren blij dat moe het niet vaak gebruikte. Ik weet ook nog dat het goede diensten deed, complete woningen werden ermee gereinigd en blonken minstens twee dagen.
–
En toen kreeg ik de geest. Dat hoopte ik al al weet ik niet waarom.
Ik leegde en veegde, werkte als een bezetene.
Enorme stofwolken wierp ik op, de KNMI kwam op werkbezoek na telefoontjes van nerveuze buren die meenden een plaatselijke klimaatverandering te aanschouwen. Daarna belde de vuilnisophaaldienst wanneer ze de afvalhopen konden ophalen, ze belemmerden het uitzicht van het blok achter ons. Enfin, zeikerds heb je overal. Éven bedacht ik de hele straat te laten onderlopen maar dat idee liet ik varen.
Zo wraakzuchtig.
Na de commotie kon het echte werk beginnen met emmers heet water en vette klonten Driehoek (bestaat nog steeds).
Daar had niemand last van, dat schoot lekker op.
–
Mijn aanval is voorbij.
De pot is leeg.
Nu het verfwerk nog, oud tafeltje en kastje worden vernieuwd.
Ja, ik heb genoten van het mooie weer.☼
–
Terugblik
Foutgemikte kus op oor
hinken waar je hak verloor
vrijen tot de ochtendgloor
verkreukte smoel op het kantoor
en grinnik van collegakoor
–
nooit zou ik het nog eens doen
dat stunten met te hoge schoen
en dan die achterlijke zoen
maar toch, de tienertijd van toen –
een beauty van een visioen.
–
Gedachten
Dat kan van alle leeftijden en situaties zijn, soms goed, soms minder en ook wel eens ronduit slecht.
Het idee dat vroeger alles beter was verwerp ik maar er waren natuurlijk ook mooie momenten.
Er was een zus die piano speelde, een die gitaarles had en een die het op eigen houtje probeerde maar de zus die zong blijft het meest in de herinnering hangen. Haar stem had iets, iets sweets en was verstaanbaar tegelijk, zelfs oude zeurliedjes van eenzame cowboys en kampvuren verzachtte ze tot een sfeer waarbij het liedje er niet toe deed, alleen haar stem hoorden we.
Maakt niet uit, de herinnering is mooi genoeg om vrede te hebben met de minder mooi dingen.
–