





Elk jaar verbaast het me, de kracht van die teer uitziende bloemblaadjes, ze lijken niet stuk te krijgen.
==
Ik durf het haast niet te zeggen: ik heb het koud.
Koud?
Ja, echt.
De zomer is voorbij maar zit nog in mijn hoofd, ’s morgens trek ik automatisch een hempie aan en dunne broek en merk buiten pas dat het september is.
Het is tijd mijn hoofd aan te passen.
Het wil niet.
De herfst heeft zijn voordelen maar ik ben nog niet zo ver.
Ondanks dode bladeren en losse takken in de tuin, leeggevreten druiventrossen, uitgebloeide bloemen, regenbuien.
Hopelijk went het.
Morgen, misschien.
Of overmorgen.
==
Niets te melden dus niets te plaatsen? Een klein beetje toch.
Herfstige nachtvorst die doet denken aan het begin van een winter. Misschien. Hopelijk. Tocht der Tochten en zo. Zalig onder een warm dekbed.
Mist die de mooiste plaatjes oplevert.
Herfstzon. Zacht weer. Tuintje opknappen. Koffie die je nog nèt buiten kunt drinken.
Stuk voor stuk dingen die niets voorstellen op wereldniveau maar op het mijne veelzeggend zijn: ze stemmen me tevreden.
De uitslag in de VS houd ik hier zorgvuldig buiten.
===
Dit jaar geen plaatjes van paddenstoelen, laat staan van kabouters.
Mist met hier en daar een koeienlijf of schaapskop? Nee….
Romantisch dwarrelende blaadjes zijn ver te zoeken.
Geen mooi bospad in de achtertuin. In de voortuin ook niet.
Alleen de druivenbladeren doen mee.
Mag ook wel, ze hebben dusdanig slecht geleverd dat er wat tegenover moet staan.
Herfstbladeren dus.
Als dank mogen ze bovenaan staan.
==
Het was zonnig
Lekker om buiten rond te lopen, bij de buurvrouw te kijken naar haar vijgenboom (barstensvol),
vijvertje te inspecteren, oud hout te verwijderen.
Het ziet er allemaal nog groen en fris uit, nauwelijks verkleurd blad.
Niet koud, je kreeg het gevoel van een Indian Summer.
Als je dan toch thuis blijft, is dit het mooiste.
==
==
Jaarlijks terugkerende vraag: zijn het nu paddekoeken of pannestoelen?
Als je ze op een bord legt zou niemand het verschil zien. Met stroop erover ook niet proeven.
En dit krijg je eveneens elk jaar.
Merels die elk richeltje en kiertje leegpikken. Langs elke muur en balk, tussen de tegels, ze rommelen maar an.
Het is een komisch gezicht ze als een bezetene aan het werk te zien, je denkt dat ze een wintervoorraad moeten aanleggen.
Wat zoeken ze daar toch? Onkruid, zaadjes, wormpjes en plantenworteltje staan ook in de vrije grond, veel makkelijker zou je zeggen.
Gelukkig lusten ze deze sedum niet.
Een vetplantje dat langzaam groeit
maar het op een oud muurtje goed doet.
Als hebberige merels hier zouden aankomen zette ik de bloem in een kooitje.
Mogen ze er naar kijken.
==
Echt herfst.
Ondanks wind en regen is het mooi buiten.
Toen ik uitgekeken was op de natte straat en drijvend achtertuintje ging ik boven verder met genieten.
Recht vooruit staan nog zomerachtige bloemen op 3 meter hoogte.
Dan naar links waar het garagedak een onverwachts spannende aanblik bood door een schip.
Wie had dat nu gedacht. Een schip, hier, in de Peel.
Best mooi, het haalde de suffe troosteloosheid ’n beetje weg
Ik heb het uitgebreid bekeken maar werd niets wijzer over herkomst en bestemming. Ook probeerde ik vlaggentekens en lichtseinen.
Geen antwoord. Waarschijnlijk had ik de verkeerde tekst, ik ken die codes niet.
Voor alle zekerheid heb ik er een bewijsfoto van gemaakt.
Want echt, sommige mensen geloven nooit wat.
==
Nee, geen matras van afgevallen bladeren, het is de beginnende kou die ik bedoel. Zodra de zomer ten einde loopt zie ik dit als een voordeel.
Hoe het anderen vergaat weet ik niet maar ik kruip er dagelijks met meer plezier in. Het duurde vrij lang voor ik na de de dood van echtgenoot de draai kon vinden maar het kwam goed.
–
Hoe lager de temperatuur hoe liever ik het heb.
Vannacht ongeveer 5°C, binnenkort vorst aan de grond, misschien al ergens geweest.
Des te beter.
Tot nog toe onder een laken en een dunne deken, straks het dekbed om me er helemaal in te rollen. Bijna een gymnastische onderneming maar dan lig ik zalig.
Het doet me denken aan de tijd dat ik tussen twee grote zussen mocht slapen en, nieuwsgierig luisterend naar verboden verhalen, langzamerhand warmer werd tot ik in slaap viel.
(Dit kwam niet vaak voor, alleen als er logees waren. Zussen vonden het trouwens niet prettig dat ik grote oren had maar dat terzijde-).
De herinnering is al voldoende om het bed extra te waarderen.
Tussen 11 en 12 maak ik me op voor de slaapsessie. Strakgetrokken onderlaken, rekken en gapen, gsm en tablet nakijken, nog één maxigaap en dan de laatste stap.
Naast me ligt leeswerk, huistelefoon, tablet, schrijfspullen. Waarvan ik zelden gebruik maak, mijn ogen vallen te snel dicht. De tv en radio doen het niet, ik kijk en luister toch nooit.
Er stopt een auto in de straat, verderop slaat een portier dicht.
Een buur laat de hond uit.
Iemand praat nog wat, vager en vager.
Ik soes weg.
En ben van de wereld.
-=
PS vergat nog de blik onder het bed😈.
..
Waarschijnlijk groeien er in elke tuin nog bloemen.
Hier ook, het houdt de boel fleurig.
Maar die ene oost indische kers baart me zorgen.
Hij houdt zich verscholen. Dat is niet goed, niet des bloems.
Ik probeer hem te lokken met mooie praatjes.
Hij weigert.
Net een koppige mens. Of een bange?
Straks gaat hij dood zonder te hebben geleefd.
—