Er was een Gezond Leven Event, van Hart in Actie.
Een beurs in een groot fitnesscentrum waarin ontelbare kraampjes waren opgezet, korte demonstraties werden gegeven van karate en taekwondo, gezonde sporten voor senioren en wat ik vergeten ben.
Veel geslenter, babbeltjes, luisteren.
Oefenpop van EHBO, ademhalingstechnieken, massagebedden en – stoelen al of niet op stroom, en meer, er waren mensen die het uitprobeerden en stiekem lekker uitrustten. Gezonde hoofdkussens van € 99, daar mochten we nièt op liggen.
Het was zo gezond allemaal dat ik verwachtte mijn kwaaltjes daar kwijt te raken, ik keek al rond naar een kraam met wedergeboortes van oude vrouwen met elastieken benen. Helaas.
Uiteraard waren er ook gezonde voedingtentjes maar de reclamekraam met aardbeien en perziken (Janlinders) was pas echt vurrukkulluk.
Het allerbeste was de Nieuw-Zeelandse rabarber. (plaatje is vaag maar als je goed kijkt zie je de opvallend grote groente).
Mijn eerste gedachte was dat je daarvan met één steel een rabarbertaart kon maken. Jamjam.
Het vooruitzicht alleen al maakte het geslenter goed.
En dat we bij de uitgang een appel mochten pakken.
Het lukte nog net, bekaf als we waren.
==
gezondheid
Trimmend naar de eeuwigheid
Een man zat op de sportschool. Hij trimfietste.
In een kalm en regelmatig tempo want hij was een kalm en regelmatig man.
Dat hij op de trimfiets zat was het gevolg van een dreigende enquête in het periodiek van zijn ziekenfonds: Eet U vet? Rookt U? Drìnkt U ook nog? En hoeveel dan wel? Bent U kortademig? En nog meer suggestieve vragen die onontkoombaar uitkwamen bij een conclusie vol narigheid; hij zou gaan lijden aan hartkwalen, longaandoeningen, vaatvernauwingen, vreselijkheden waaraan hij allemaal tegelijk zou sneuvelen, scheen het, tenzij hij er onmiddellijk iets aan zou doen.
Dit inzicht verstoorde danig zijn beeld van een kalme en regelmatige toekomstritmiek en er sloeg hem een ongewende schrik om het hart.
Hij stopte met roken. Hij at gezond voedsel. Hij kocht een trimfiets en hij leefde gezond, kalm en regelmatig verder. Zelfs het uitspattende borreltje werd gedronken met een rustig lippengesmak en op vaste tijden.
Niettemin trad met de jaren lijfsverval op, hij merkte dat het sporten hem gaandeweg moeilijker viel. Het verwerken van gezond voedsel bekwam hem minder. Zijn tanden protesteerden tegen de steenharde ontbijtbrokken en de taaiheid van rauwe groenten.
Trimmen maakten het er niet beter op, verbolgen knersten de knieën bij elke slag.
Wederom dacht hij na en kwam tot een revolutionair besluit: hij ging het er van nemen.
Zijn zorgvuldig gespaarde kapitaaltje was goed voor een uiterst geavanceerde trimligfiets, boordevol elektronica zoals zelfdraaiende pedalen en een zadel dat zich automatisch in de lengte en breedte aanpaste aan de berijder; bij de extra’s hoorden kussenzachte kniewarmers, een gerieflijk verend rugleuninkje en een comfortabele nek- en hoofdrol. Hij hing een iPod om zijn hals met –uiteraard- kalme muziek..
Het was werkelijk een pracht om te zien. Hij liet hem in de erker van de voorkamer plaatsen, met driezijdig uitzicht op de rest van de wereld.
En zo zat hij het er van te nemen, zijn blik naar buiten gericht, zijn handen losjes aan het stuur, de voeten in vilten pantoffels kalmpjes met de trappers meedraaiend, genietend van hazenslaapjes op het gerieflijke zadel.
Hij werd gelukzalig oud.
Zo oud, dat hij langzamerhand vergat waar hij was. Zelfs wíe hij was.
Op de duur stapte hij niet meer van de fiets af want hij wist toch niet waarom.
Hij herinnerde zich zijn bed niet, zijn keuken, zijn toilet, hij hoefde al die dingen niet meer.
Zijn hand rustte op de startknop. Zo wiegde hij zich zoetjes van de wereld op het elektronische bouwsel, almaar door en door tot hij voorgoed insliep.
En de fiets, die fietste door.
–
Ben er weer

Laatste griep-loodjes
Ik drijf het bed uit en plons op de mat.
Moeizaam klim ik op het droge. Haal een handdoek, samen kruipen we opnieuw in bed.
Nu koelt het af, te vlug, de pyjama bevriest, een yeti beklimt het dekbed, net op tijd breekt de zon door met een begeleidende regenbui.
Ik drijf het bed uit..
–
Na dit avontuur werd ik onverwachts helder wakker.
Wat wil je.
Uitgerust, gezwommen en doorgewinterd in nog geen half uur, daar fris je van op.
Laat nu de Pasen maar komen.
Beterschap gloort
Niet àlles doet meer pijn en de hoestbuien zijn te tellen per uur. Over koorts weet ik niets, ik zwaai nooit met een thermometer. Gedoe. Het zal wel goed zijn.
Je niet lekker voelen is vervelend, dat is bekend.
Maar denkend aan vroeger prijs ik me gelukkig een goede ligbank te hebben, wasmachine en droger, zonnig achtertuintje en als extra een paar mensen die voor je naar de winkel gaan als het nodig is.
Dat maakt het zeer draaglijk. En natuurlijk die koelkast vol tonic en citroenen.
Luitjes, ik heet mezelf zonnig welkom en tot blogs.