Peinzen over de doden

We lieten de gedachten gaan over gestorven familieleden. Best veel.
Jammer is dat het, behalve de ouders en alle anderen, ook de broer en zus zijn met wie ik het beste kon praten.
Snelle denkers als ze waren begrepen ze veel, zo niet alles wat je wilde zeggen en bedoelde. Ze konden je zinnen afmaken als je de draad kwijt was. Woorden vinden die je zelf niet wist of vergeten was en je kon nog met ze lachen ook.
crazyempathy-4292845__340Mocht er een hiernamaals bestaan waarin ze voorkomen hebben ze waarschijnlijk met alle zielen of geesten contact en ze platgeluld (excusez le mot) want praten konden ze ook, mijn vader werd er weleens kreessie van (zijn woord) en mijn moeder doodmoe, dan zei  ze: ‘nou weten we het wel’ en begon over iets anders.
In dat genoemde hiernamaals zitten ze er dus nog steeds mee, komen ze weer zoon en dochter tegen om  kreessie te worden en doodmoe. Het is te te hopen dat ze het niet meer voelen.
Beter is hier niet aan te geloven want  dan zou je ècht crazy worden en alsnog vermoeid raken.
Snap je?
==

Had ik me daar een mooi onderwerp in het hoofd, raak ik het kwijt. Ergens , ik weet niet waar.
Het komt, denk ik,  door de vele ideeën die je tegelijk wilt onthouden en waarvan er altijd een of meer verdwijnen.

Het kabinet was er een van en Rutte en de versoepelingen en ministerdingen.
De knappe koppen van Twee voor Twaalf.
Een artikel uit Historiek.
Het laatste deel van Red Light.
De selfie die ik wil maken waar ik niks aan heb omdat niemand hem mag zien.
Boek ‘Alles wat er was’ van Hanna Bervoets, mooi maar gruwelijk of andersom.
De rest ben ik kwijt, was natuurlijk teveel, we hebben niet allemaal Einsteinbreinen.
Misschien vind ik later wat terug.
Dat zien we morgen dan wel weer.
==

Duistergedachte

Het regende vandaag, nogal veel.
Dat is niet erg, het wordt vanzelf weer droog.
Het waaide hard, lopend langs een groot gebouw kon ik me maar net staande houden.
Is ook niet erg, mocht ik opvliegen zou ik vanzelf weer landen.
Wie weet komt er sneeuw en ijzel en strenge vorst.
Zelfs dat is niet erg, de lucht schoont er van op en je kunt er uren naar kijken.

Maar die gadverdammese donkerte, het gemier bij slecht licht soms om drie uur al, de grauwigheid die je te vroeg de gordijnen doet sluiten, die je bij het wakker worden aangrijnst en pas om negen uur begint weg te trekken, die er wéken over doet voor je een paar minuten verlichting ziet, die nergens voor deugt en zich door honderd kaarsen niet laat verjagen,  die niets te maken heeft met gezellige schemering, die…..
Die haat ik.
==

Geweten

Een lastig ding.

In de kindertijd liet het zich al horen, onmerkbaar voor anderen, voelbaar voor mezelf.
De kat wegduwen van je legpuzzel, huilend broertje knijpen, kwaad worden op je moeder.
Minizondetjes die voelden als verraad.  Ik had niet zo kattig moeten zijn, Moortje was alleen maar lief, broertje was alleen maar een jochie dat niet beter wist, moe vroeg alleen maar om een boodschap, aldus het geweten.
Dan dook ik nog verder in een schriftje of boek om mijn schuld te vergeten.
Meestal lukte het, zo niet dan spaarde ik mijn fouten op tot de biecht. Dat was een katholiek bedenksel waar we veel baat bij hadden zolang we klein waren.
Niet lang.
Eenmaal boven de tien jaar begon de twijfel. Pastoor had je dan wel spijt afgedwongen  maar wisten kat, broertje en moeder dat ook? Vast niet en om dat vervelende geweten te sussen gedroeg ik me overdreven lief. Gelukkig hield ik dat nooit lang vol, een dag op zijn hoogst want niemand herkende me daarin.
Later ging het om andere dingen. Ze losten zich allemaal op maar schuldgevoel bleef me manen.
Hoe anderen het hadden weet ik niet, het kindergedrag zal waarschijnlijk herkenbaar zijn.
Zelf leerde ik pas te relativeren bij het volwassen worden al twijfel ik aan de afronding van dat proces.
Ik vind het geweten nog steeds een lastig ding.