Je leerde het als meisje al jong.
Onverwachtse regenbui in de zomer, in een dun witte bloesje dat, nat en huidkleurig met een zweem van de beha, vastplakte als in tegenwind. Tegemoetkomende automobilisten die hun duim opstaken, toeterden en een enkele die uit het zijraampje hing om te fluiten en raar te doen met zijn tong.
Bozig negeerde je het, waar bemoeiden ze zich mee.
–
Het was toen dat ik besloot altijd zedige shirts en bloesjes aan te trekken op de fiets.
Nu weet ik niet of deze houding seksistisch is of iets wat je verwachten kunt.
Ik beschouw het maar als een blijvende aantrekkingskracht voor mannen, iets dat voorkomt in alle landen.
En wie weet vinden andere meisjes en vrouwen het juist leuk, een spel om de kijkers uit te lachen.
Momenteel ligt mijn fietsprobleem heel anders: hoe zorg ik niet te vallen. Al zullen ook daarvoor mannen bereid zijn je te helpen, hoop ik.
–
Nog even dit, niet te geloven: het dunne-bloesjes-uitzicht overkwam me nog één keer.
Als moeder met twee kinderen op de fiets, wie verwacht dat nou….
==
fiets
Fietsen is ook vakantie.
Van de week sprak ik met iemand over vakantie, ze klaagde dat je nu nergens heen kon. Ik raadde fietsen en wandelen aan, ‘nee dat is niks hier.’
Ons dorp stelt inderdaad niet veel voor maar je kunt verderop gaan, er zijn bossen en heide. Brabant heeft genoeg. Mooi Limburg dichtbij.
–
Toen man thuis kwam te zitten konden we eindelijk samen fietsen, de bossen in, langs de Maas die nooit verveelt. Tijd in overvleod.
Hij komt hier vandaan en wist de weg maar ook hij stond verbaasd over de vele mooie plekken, vaak vlakbij eigen dorp. Sloeg je aan de rand van het bos een zijweg in, stond je plotseling voor een weitje met twee dikke roodbonten, midden in het kreupelhout tussen bomen en struiken. Zon, blauwe lucht, je kunt het je voorstellen.
Of een spiegelend vennetje waaromheen kleurige bloemen en planten, vogels, ’s winters glad bevroren en des te lieflijker.
Windstille nevengeulen langs de Maas met eendennesten, onverwachte zitbanken langs het water. Boerentheehuizen waarvan de kleinste het fijnste waren.
De eerste maanden hadden we geen tijd om verderop te gaan, te druk met de eigen omgeving. Dat kwam later.
We fietsten tot in Zeeland, Drenthe, België, Zuid-Limburg en Duitsland.
–
Het was anders dan vliegen en buitenlanden maar het beviel ons net zo goed of beter.
==
plaatje is van pixabay.
==
Ongelooflijk fietstochtje
Zo hgard dat we een paar bromfietsers inhaalden. Meteen gaven ze gas en passeerden ons triomfantelijk. We zetten kracht en vlogen ze voorbij.
Toen zij weer. En wij weer.
Net zo lang tot we het land uit waren. De brommerrijders niet, hun benzine was op.
Toen we Belgie voorbij waren zagen we opnieuw een paar bromfietsen, Franse ditmaal.
‘Bonjour,’ riepen we opgewekt maar ook deze waren afgunstig en gingen de strijd aan; we lachten ze vierkant uit en reden ze halverwege de Tourmalet finaal aan flarden.
Pas in Spanje werden we ’n beetje moe. Op een zonnig plein warmden we op en dronken wat.
Daar was het gezellig, er werd een volksdansexamen afgenomen waarvan we de muziek niet konden weerstaan; we dansten met iedereen mee tot de castagnetten moegeklepperd waren en we cum laude slaagden.
Het was een heel gedoe met de felicitaties; de koning was er en de burgemeester, we gingen met alle deelnemers op de foto maar tegen etenstijd namen we afscheid, we wilden naar huis.
‘Hasta la vista and so long,’ riep iedereen -voor zover we het verstonden.
‘Adios,’ riepen we terug. We zwaaiden nog wat en en stapten op, de diploma’s opgerold onder de snelbinders.
Het was tenslotte een lange rit geweest.
–
Ook goedemorgen
–
Vanochtend vlug de fiets op, linksaf en bòns. Bij de eerste bocht kwam ik op straat terecht.
Buurjongen en verderopse buurvrouw waren toevallig vlakbij, zetten fiets en mij rechtop en zo waardig mogelijk liep ik terug naar huis.
Daar keek ik verbaasd naar de vele bloedspatten op jas en fiets, zag toen pas dat een vingertop geschaafd was met vlees en al, even later later voelde ik het ook. Tegelijk meldde een knie zich met nog meer bloed. Zie je die vlek? Dat was minstens drie liter, als Vlad in de buurt was geweest had hij zich ongans gegeten.
Achteraf viel het mee.
Ik kon lopen, knie buigen, typen met negen vingers, met pleisters overweg, was ophangen.
Alleen wat stijfjes, een tango zit er voorlopig niet in.
—
Fietsmisère
Nou moe.
Kom ik met een lekke band bij de fietsenboer, zegt ‘ie: Ah, nieuw bandje. Is vanmiddag klaar mevrouw.
– Nieuw bandje?? Hij hoeft alleen geplakt te worden.
Doen we nooit meer, we leggen er standaard een nieuwe band om.
– Deze zit er niet eens zo lang op. Omdat het een elektrische is?
Bij alle fietsen; buitenband ook effe nakijken?
– Nee laat maar, die is nog goed.
Nouhou, eigenlijk….
– Neenee, niet doen. Ik gebruik hem toch haast nooit.
—
Van anderen hoorde ik dat dit gewoon was.
Bij google las ik dat het inderdaad vaak voorkomt. Toch niet overal, vanaf ca € 8 wordt op diverse plaatsen nog geplakt; wellicht scheelt het in prijs of je bij een keten of een particuliere fietsenmaker bent.
Ik stond er van te kijken dat ik zo achterliep.
–
Voorheen deed mijn man dit zelf, fiets aan de haken, plakken, zo gebeurd; alleen de elektrische karretjes waren wat lastiger.
Nu werd ik geacht dit zelf te doen maar ja, ik ben het verleerd. Door echtgenoot’s ijver zakte mijn emancipatiepeil en daarmee de handigheid en ik was toch al zo links.
Enfin, de fietsenboer vaart er wel bij.
De kosten vielen me mee: € 17,90 waarvan 10 euro voor de werkzaamheden. Vertaling: het was in een vloek en een zucht gedaan.
Had ik dat vak ook maar geleerd.
–