Daar zit je dan.
In deemoed te wachten tot ze de deur voor me opent.
Weliswaar is het zonnig maar een brokje was me liever. Of een stuk worst, kaas desnoods als het maar wat lekkers is, daar ben je immers huisdier voor. Nut is niet het belangrijkst, alleen verwennerij telt dan zijn we vanzelf lief voor iedereen en uiteindelijk is dat nuttiger dan nut.
De schaduwen komen al op, straks zit ik hier te bevriezen en… ho, wacht even, ik hoor iets, wááát? ze laat me zitten, grrr, alsof er iets belangrijker is dan ik, ik ben gezien in de buurt, bij iedereen welkom op een paar vogeltjesmensen na.
Die weten niet beter dus vergeef ik ze.
Ik doe nog één dutje, daarna kan ze verrekken.
Wat denkt ze wel.
==