Dat was ik vergeten.

Broer en zus die me ooit als Sterke Bertus plaagden zijn er niet meer maar ik dacht aan ze.
Alleen jammer dat niemand me zag, daarom vertel ik het zelf maar.
==
Het regende vanmorgen. Heel hard, wat heet, het stroomde de wolken uit.
De potplanten die ik ingegraven had waren duidelijk ongewend na hun binnenverblijf. De een keek me aan met een smartelijke blik: wat doe je me aan, de ander was toch al zo goed als dood.
Ik knikte naar ze, ze moeten er aan wennen.
Tja, in vroeger jaren opgevoed, daar word je keihard van.
In het voortuintje zat de buurkat te rillen onder de spirea. Hij wees naar de te dunne takkenbos en van daar naar de druppels aan zijn oren.
Nou ja zeg, denkt hij dat ik een afdakje voor hem construeer?? Kom op, regen is goed voor de huid en anders ga je maar naar huis, aan de overkant.
In de serre zoemde een bij tot vervelens toe rondom mijn hoofd. Wat wil je nou, vroeg ik. Weet ik niet, zei hij, ik ben alles kwijt met die nattigheid. De weg, de waarheid…
Pfff, de klager, hij leefde nog. Ik stuurde hem de regen in.
Watje.
–
Het werd etenstijd en er was niets in huis. Ik moest boodschappen doen.
Terwijl het bleef regenen, hard, harder, iets zachter dan weer als een waterval. Wat nu. Honger dreef me naar de supermarkt.
Stappend door de wolkbreuken herinnerde ik me de keiharde boodschap:
regen is gezond, daar krijg je krullen van.
En trok de gevoerde regenjas strak om me heen, het warme kapje over de oren.
==
Zoek de verschillen.
Ieder beleeft deze termen anders. Ze kunnen op veel manieren gebruikt worden, van grap tot uitgesproken hatelijkheid.
Politieke figuren zijn vaak het lijdend voorwerp, alle publieke personen en hun werkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan invloedrijke mensen in diverse bedrijfstakken, sport en theater.
In gezinnen en families gaan vaak onsterfelijke grappen of uitspraken rond die oorspronkelijk zijn gedaan door een van de leden. Deze zaken worden meestal vriendelijk-ironisch verhaald, afhankelijk van vertellers’ humeur.
Sarcasme en cynisme kunnen dodelijk zijn voor een slachtoffer, een lelijk en gemeen wapen in groepen, op scholen, klassen, fabrieken, waar dan ook. Niemand kan zich daartegen wapenen.
Als aanval op een matig functionerend bestuurder daarentegen is het een probaat middel.
Columnisten gebruiken het vaak evenals cabaretiers, cartoonisten. Zolang ze het doen met kennis van zaken is het -soms- humoristisch. Zo niet, wordt het al gauw een smakeloze roddelpartij.
Waarschijnlijk hebben de meeste lezers zelf ook staaltjes meegemaakt, mooie of minder mooie.
–
In feite hoort leedvermaak niet in dit rijtje, toch past het omdat het boosaardig bedoeld kan zijn. Thuis hielden we er wel van zolang het om iets onnozels ging, zoals de keer dat ik stiekem van de grote-mensen-wijn proefde maar niet besefte hoe praterig ik ervan werd.
–
Hoewel er veel meer valt te vertellen laat het ik het hierbij. Een sterke uitsmijter kan ik niet vinden of het zou moeten gaan over demissionaire regeringspartijen die ondanks dringende maningen krachtig bij de eigen standpunten blijven.
Op synoniemen.net staan voor alle woorden meerdere betekenissen,
een handige site.
==
Kwalitatief is blik de beste bewaarplaats voor bier. Dit omdat blik een vat het dichtst benadert.
Ergens gelezen, ooit, weet niet meer waar.
–
Hoe je relatie ook is, je beïnvloedt elkaar onherroepelijk.
Zowel zijn als mijn beeld van de dingen veranderden, juist dat van onszelf. Grijs, grijzer…
–
Wie tuinwerk doet, die baadt in bloed.
Heggeschaar, geknipte klimop, mijn armen, alles is vuurrood.
–
Hamerhaai. Zaagvis. Tangram. Scheermes.
Wat leeft niet in zee?
Hoe kom ik hier op?
–
‘Zacht klinkt gitarenmuziek, ♫ maantje zit vol rimmetiek…’
–
Wat is dit voor rarigheid, ’t most niet magge, zou Pa zeggen als hij deze post las.
–
Er valt inderdaad geen zinnig woord op te zeggen
==
Dat oude vest
een origineel herenvest uit een herenmodezaak waar keuriggepakte bedienden spraken over kwaliteit en hielpen met passen en rechttrekken en ijverig het model gladstreken – jaren ’70? ’80?
het vest
dat de moeders prezen wanneer hij het droeg ‘zeker bij een goede zaak gekocht?’
zo’n ding
dat maar niet wilde verslijten en ongeliefd in de kast bleef hangen maar te goed was om weg te gooien….
… dat haalde ik na zijn crematie tevoorschijn en trok het aan.
Nu pas, zeven jaar later is het aan weggooien toe maar het is te kostbaar.
Teveel versleten om nog warmte vast te houden voel ik me er behaaglijk in.
Ik houd net zoveel van het vodderige vest als indertijd van hem.
=
Dan kun je nu die van mij overnemen.
Ik knuffel niet zomaar, eigenlijk haast nooit. Het is voor mij een privé gebaar dat ik niet gauw maak behalve naar gezin en familie. Ook de drie zoenen hield en houd ik zoveel mogelijk af, het is me te eigen.
Je mag me gerust koel noemen, kil desnoods, het haalt me niet over de streep.
Ik ben heus warm opgevoed. Verjaardagen, lange afwezigheid, examens, gedenkdagen, ze gingen onveranderlijk vergezeld van een arm en dikke zoen van mijn moeder gevolgd door een iets dunnere en een hand van mijn vader.
Ook bij verdrietigheden als overlijdens kregen we hun aandacht.
Soms komen kat en hond in aanmerking, misschien een koe als ik hem tegenkom. Bomen niet, dat is leuk voor deze koala en voor prinsessen.
Het geknuffel wat ik heb zien groeien, van het gedoe door plakkerige klasgenootjes tot een geaccepteerde gewoonte, daar kan ik niet aan meedoen.
Wanneer iemand me ermee overvalt voel ik me opgelaten en maak me een beetje lacherig los.
Je snapt dat de afstandsregels van corona me absoluut geen last bezorgden, ook de anderhalve meter niet. Integendeel.
Nu hoef ik niet bang te zijn dat bloggers me knuffelen. Achter een scherm valt zoiets niet mee en dan de afstanden. Nog afgezien van het feit dat ik geen knuffelzin opwek met de logjes die ik schrijf.
Dus….
… iedereen knuffelt maar zoveel hij wil, ik kijk wel toe.
=
De laatste paar trossen, daar wilde ik graag zelf van proeven. Deze tijd zijn de druiven op zijn lekkerst, zoet en vol smaak.
Helaas.
Wat er over was zie je op de foto’s; niet meer dan 3, zegge drie minitakjes waar nog iets blauws te vinden was.
Terwijl ik in de weer was met de camera zaten twee merels zachtjes te kekkelen, ik weet niet hoe het geluid te benoemen maar het klonk opschepperig. Ze loerden tussen de grote bladeren, brutaal als de beul. Lachten ze me uit?
Toen ik daarna met de grote schaar aan kwam vlogen ze op, krijsend zonder reden. Wat ik eruit knipte waren voornamelijk te lange takken met leeggegeten trossen. Een kliko vol, in de diepvries staan slechts enkele halfliterse dozen. De hebberds.
Toch wil ik iets van eigen grond.
Mijn hoop is nu gevestigd op de -nog- halfrijpe tomaten, daar zie ik nooit vogels van snoepen.
Dat ze maar wegblijven, ik ben in staat ze een klap te verkopen.
==
Zo fijn liepen we niet eerder over de kermis. Ondanks het mooie weer was het matig druk, bij alle kramen.
Jammer voor de uitbaters van attracties maar voor ons, slenteraars, leek het meer op een gezellige markt waar je af en toe bekenden tegenkomt.
Wat dat betreft zijn de corona-maatregelen een zegen, op deze manier is het terras weer een prima plek om te eten en drinken, te zitten en kijken, dat laatste vooral.
Daarna ter afsluiting oliebollen voor vriendin, vis voor mij.
–
Toen had ik pech dat er geen broodje haring meer te koop was want de haring was op, zei de visboer. Tja, nou, dan maar niet, deed ik luchtig.
Maar het viel me tegen.
Kermis zonder vissie.
Ik denk er nu nòg aan.
=
Ten eerste de XXL-mepper met een fraai kartelrandje. Het moet voor vliegen en ander gespuis een eer zijn hiermee te worden doodgeslagen, ik verwacht dan ook een applausje bij elke voltreffer, reden waarom ik de achterdeur open zette teneinde er een stuk of wat binnen te halen.
Geen vlieg die het aandurfde.
Tweedes…..
…ontdekte ik dat de voordeur op een kiertje stond. Misschien al uren, wie weet wat er allemaal naar binnen geslopen was en zich krulde in mijn bed, kleren en handdoeken.
Nu kwam de XXL van pas.
Sluipend kroop ik de trap op met de mepper voor me uit, dreigend, zachtjes verdoemenis prevelend, keek onder bedden, in kasten, op de douche en in de plooien van het gordijn, waagde me op de vliering.
Gelukkig of helaas, geen ongedierte te bekennen, zelfs geen minimugje.
Zo zie je hoe goed de mepper is: ongedierte is al verdwenen voordat je ermee zwaait.
==