Met een grafstem iemand de stuipen op het lijf jagen, een flauwe grap.
Ik ging naar huis en piekerde verder.
Af en toe schoot het beeld van de man me te binnen en onwillig bekroop me de gedachte dat hij beter goede raad had kunnen geven, hij leek zo zeker van een goede afloop. Ik kon wel wat vertrouwen gebruiken.
Tenslotte koos ik voor de huisarts en mijn aardigste collega. Zij hielpen me een besluit te nemen en door de moeilijke periode, daagden me uit te vechten tegen de pijn, de nasleep, het moeizame genezingsproces. Dankbaar aanvaardde ik hun hulp die realistischer was dan de woorden van een vreemdeling.
En toch.
Er was die verwarrende gewaarwording voor de operatie: in de chirurg herkende ik de man van de kade maar de beelden vervlogen in nevelen. Een narcosedroom.
De droom echter achterhaalde me, verschillende keren zag ik de man. Op de kamer, in de gangen, telkens vanuit een ooghoek, Het bevreemdde me en bracht me ertoe navraag te doen bij de verpleegkundigen die me verzekerden van de betrouwbaarheid van de arts. Bezorgd spraken ze van een delier.
Verward? ik was uiterst helder!
De geestelijke die me bezocht liet ik weten geen behoefte te hebben aan godsdienstige bijstand. Ik vertelde alleen van de man aan de kade.
Waarom? Geen idee, misschien hoopte ik op bescherming van hogere machten. De priester aarzelde, waarschijnlijk speelden schaduwen van de tumor me parten?
Hij gaf me de zegen en daarmee uit
=
Nu, twee maanden later, ben ik weer gezond op een lichte hoofdpijn na.
Me sterk voelend loop ik met stevige passen, begroet de wereld en wend me naar de rivier, het bankje op de kade.
Daar zit ik en bezie de hemel aanmerkelijk opgewekter. Hij is winterachtig nu, van een somber grijs.
De plek lijkt een déjà-vu maar het is het ritme van de rivier, zich aldoor herhalend, het veer, de aken, auto’s en fietsers. Zelfs de enige wandelaar op het pontje heeft iets bekends.
Een man, donker in kleding en uitstraling, hij schijnt haast te hebben.
Plotseling verschijnt hij in mijn blikveld, slechts een paar meter van me af en kijkt me aan. Indringend.
O, nee toch…
==
© Bertie/Bertjens
Mooi verteld alweer. Het mysterie blijft…
LikeGeliked door 1 persoon
De man lijkt nu een andere boodschap te brengen.
LikeGeliked door 1 persoon
Was het de chirurg?
LikeGeliked door 1 persoon
Dat blijft onbekend.
LikeLike
Oh jee
LikeGeliked door 1 persoon
Ja…. snik.
LikeLike
De menselijke geest kan ons naar plaatsen brengen en dingen laten zie waar we lichamelijk niet kunnen komen. Hans
LikeGeliked door 1 persoon
Dat hoop ik nooit mee te maken.
LikeLike
Spannend….
LikeGeliked door 1 persoon
Maar akelig. ☻
LikeLike
Meestal stuurt Hij engelen als boodschapper. Dat vertelden ze ons toch altijd zo.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik weet niet uit wiens naam de man komt.
LikeGeliked door 1 persoon
Je noemt hem nochtans Oh my God …
LikeGeliked door 1 persoon
Slimmerd.
Het is een uitdrukking van angst die niets met god te maken heeft.
Maar je hebt gelijk, voor dit verhaal moet ik iets anders bedenken.
LikeGeliked door 1 persoon
Van begin tot eind weer een spannend verhaal. We zullen wel nooit achter het hoe en wat komen, vrees ik …
LikeGeliked door 1 persoon
Hoeft ook niet, het is maar een verhaal. ☺
LikeGeliked door 1 persoon
Je weet het weer spannend te maken! Super!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je.
LikeLike
Gelukkig is het maar een verhaal!!
Maar, zit er in elk verhaal niet een kern van waarheid?
Deze niet mag ik toch hopen.
LikeGeliked door 1 persoon
Denk het niet, het enige echte is de rivier en het pontje.
LikeLike